-
a. op het bedrijf geen zodanige (erf)afsluiting aanwezig is rondom de gebouwen waar
dieren worden gehouden en het bedrijfsterrein, dat een directe toegang tot deze gebouwen
en dat terrein onmogelijk is;
-
b. op het bedrijf geen register aanwezig is waarin dagelijks door of namens de houder
van de dieren de naam en het adres van bezoekers aan de gebouwen en terreinen waar
dieren worden gehouden en de datum en reden van dit bezoek worden bijgehouden, alsmede
de aanwezigheid en het kenteken van vervoermiddelen, overeenkomstig het in bijlage I bij deze regeling opgenomen model;
-
c. het register, bedoeld onderdeel b, niet gedurende drie jaren op het bedrijf wordt
bewaard;
-
d. in het bedrijf de ruimten van gebouwen, voor zover in die ruimten één of meer varkens
worden gehouden, niet door een slot afgesloten kunnen worden en bij afwezigheid van
de houder niet afgesloten zijn;
-
e. op het bedrijf in de ruimten van gebouwen, voor zover in die ruimten één of meer
varkens worden gehouden, andere dieren aanwezig zijn of kunnen komen;
-
f. op het bedrijf in de gebouwen waar varkens worden gehouden, geen deugdelijke ongediertebestrijding
plaatsvindt;
-
g. op het bedrijf één of meer lege vervoermiddelen aanwezig zijn die niet zijn gereinigd
en ontsmet;
-
h. op het bedrijf producten en voorwerpen aanwezig zijn, die van buiten het bedrijf
afkomstig zijn en niet zijn gereinigd en ontsmet, voor zover de aard van die producten
en voorwerpen zich niet verzet tegen reiniging en ontsmetting;
-
i. de eigenaar of exploitant van het bedrijf, dan wel diens vertegenwoordiger, dan wel
degene die op dat bedrijf één of meer varkens houdt, niet al datgene heeft gedaan
wat in redelijkheid in zijn vermogen ligt om het optreden van besmettelijke dierziekten
op het bedrijf te voorkomen;
-
j. de eigenaar of exploitant van het bedrijf, dan wel diens vertegenwoordiger, dan wel
degene die op dat bedrijf één of meer varkens houdt, varkens die verschijnselen van
een besmettelijke dierziekte vertonen, behandelt of laat behandelen zonder dat binnen
24 uur nadat die behandeling is ingesteld, bloed is afgenomen en is ingestuurd ten
behoeve van onderzoek op de aanwezigheid van een besmettelijke dierziekte;
-
k. de eigenaar of exploitant van het bedrijf, dan wel diens vertegenwoordiger, dan wel
degene die op dat bedrijf één of meer varkens houdt, voor zover op dat bedrijf varkens
mogelijk ten gevolge van een besmettelijke dierziekte zijn gestorven, niet een representatief
aantal van die dieren ter sectie heeft ingestuurd ten behoeve van onderzoek op de
aanwezigheid van klassieke varkenspest.
-
l. op het bedrijf personen aanwezig zijn die niet gekleed zijn in bedrijfskleding en
laarzen van het bedrijf;
-
m. de kadaverplaatsen waarop kadavers ter destructie worden aangeboden, niet voldoen
aan de in bijlage II bij deze regeling opgenomen inrichtings- en gebruikseisen;
-
n. in strijd wordt gehandeld met artikel 20 van de Regeling inzake hygiënevoorschriften
besmettelijke dierziekten;
-
o. op het bedrijf geen tot het bedrijf behorende drijfschotten voor het verplaatsen
van varkens en merktangen of slaghamers voor het aanbrengen van identificatiemerken
aanwezig zijn, dan wel
-
p. indien het een veehouderijbedrijf betreft, de eigenaar of exploitant, dan wel diens
vertegenwoordiger, van het bedrijf ten genoege van de Minister en op eerste vordering
van de met het toezicht op de naleving van deze regeling belaste ambtenaren niet door
middel van naar het oordeel van de vorenbedoelde minister toereikende bescheiden aantoont
dat het bedrijf in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de dag waarop de vorenbedoelde
vordering is gegeven, ten minste één maal een bedrijfsbezoek heeft ondergaan:
-
1º. dat is uitgevoerd vanwege de minister, en
naar aanleiding waarvan schriftelijk is vastgelegd of op het bedrijf wordt voldaan
aan de 2º. in deze regeling gestelde voorschriften en welke voorzieningen eventueel
zouden moeten worden getroffen, indien het bedrijf niet of niet volledig aan die voorschriften
voldoet.