Besluit verbod gebruik van levend aas

[Regeling vervallen per 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 21-08-1998 t/m 30-06-2014

Besluit van 14 april 1997, houdende de instelling van een verbod op het gebruik van levend aas (Besluit verbod gebruik van levend aas)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 15 juli 1996, nr J966991;

Gelet op artikel 2c van de Visserijwet 1963;

Gezien de adviezen van de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties, de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, de Vereniging Landelijke Organisatie DIBEVO en de Vereniging van Nederlandse Autonome Sportvisserijorganisaties;

De Raad van State gehoord (advies van 16 augustus 1996, No. W11.96.0290);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 7 april 1997, No. J. 9611458, Directie Juridische Zaken:

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

In aanvulling op artikel 1, tweede lid, van de Visserijwet 1963 wordt in dit besluit mede verstaan onder vis: vissen (Pisces) van de niet door Onze Minister aangewezen soorten.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Het is verboden bij het vissen in de wateren, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c en d, van de Visserijwet 1963, levende vissen, amfibieën, reptielen, vogels of zoogdieren als aas te gebruiken.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Indien het bij geleidende brief van 4 december 1997 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Visserijwet 1963, kamerstukken II 1997/98, 25 795, nr. 2, tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking als artikel I, onderdeel C, van de wet.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verbod gebruik van levend aas.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 april 1997

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de dertiende mei 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven