Tijdelijke vrijstellingsregeling biotechnologie bij dieren

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-04-1997 t/m 23-01-2004

Tijdelijke vrijstellingsregeling biotechnologie bij dieren

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

b. besluit:

Besluit biotechnologie bij dieren;

c. minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Van het verbod, bedoeld in artikel 66 van de wet, wordt vrijstelling verleend aan degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel, de in het eerste lid, onderdelen a of b, van dat artikel bedoelde handelingen verricht, voor zover hij daarvoor binnen acht weken na de inwerkingtreding een vergunning heeft aangevraagd overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 67 van de wet.

  • 2 De vrijstelling wordt niet verleend indien:

    • a. de minister besluit de aanvraag niet te behandelen of

    • b. de aanvrager zijn aanvraag intrekt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 3 Indien naar het oordeel van de commissie, bedoeld in artikel 69 van de wet, toepassing moet worden gegeven aan het tweede lid, doet zij daarvan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag mededeling aan de minister.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De vrijstelling geldt tot het tijdstip waarop de minister heeft beslist op de aanvraag van een vergunning.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het besluit in werking treedt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstellingsregeling biotechnologie bij dieren.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 maart 1997

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J.J. van Aartsen

Naar boven