Wet van 30 januari 1997, houdende instelling van een vast college van advies op het
terrein van de maatschappelijke ontwikkeling (Wet op de Raad voor maatschappelijke
ontwikkeling)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college van advies
van het Rijk in te stellen op het terrein van de maatschappelijke ontwikkeling en
dat het in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: