Salarisbesluit werkervaringsplaatsen Ministerie van Algemene Zaken

[Regeling vervallen per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-1997 t/m 31-12-2019

Salarisbesluit werkervaringsplaatsen Ministerie van Algemene Zaken

De Minister van Algemene Zaken,

Handelende in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken;

Gelet op artikel 12 juncto artikel 25, eerste lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De artikelen 5, 5a, 6 en 7 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 zijn niet van toepassing op de ambtenaar die is aangesteld op een door het bevoegd gezag als zodanig aangewezen werkervaringsplaats als bedoeld in de ’Subsidieregeling experimenten activering van uitkeringsgelden’ (Stcrt. 1995/13).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Bij aanstelling wordt het salaris van de in artikel 1 bedoelde ambtenaar vastgesteld op 100% van het wettelijk minimumloon, rekening houdend met de leeftijd van de ambtenaar.

  • 2 Ingeval daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag aanleiding bestaat kan het in het eerste lid genoemde percentage op 110 worden gesteld.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Het salaris van de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt verhoogd met 10% indien hij naar het oordeel van het bevoegd gezag naar behoren functioneert.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde salarisverhoging wordt toegekend vanaf de eerste dag van de maand waarin sinds de aanstelling van de ambtenaar een jaar is verstreken.

  • 3 Het tijdstip waarop ingevolge het tweede lid een salarisverhoging kan worden toegekend kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag aanleiding bestaat.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.

Dit besluit kan worden aangehaald als: Salarisbesluit werkervaringsplaatsen Ministerie van Algemene Zaken.

Afschrift van de beschikking zal worden gezonden aan:

  • -

    de minister van Binnenlandse Zaken;

  • -

    de Secretaris-Generaal;

  • -

    de hoofden van dienst;

  • -

    de secretaris van de Bijzondere Commissie;

  • -

    de secretaris van de Ondernemingsraad.

De

Minister

van Algemene Zaken,
voor deze:
De

Secretaris-Generaal

,

T. van de Graaf

Naar boven