Wet aanpassing loon- en inkomstenbelasting c.a. 1997

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-1998 t/m heden

Wet van 13 december 1996, houdende aanpassing van de loon- en inkomstenbelasting c.a., met het oog op vereenvoudiging van de wetgeving en vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven (Wet aanpassing loon- en inkomstenbelasting c.a. 1997)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de loonbelasting 1964 en in samenhang daarmee enige andere wetten aan te passen, met het oog op vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL XII

Ter demping van het effect van artikel II, onderdeel I, op de loonbelastingtabellen voor bijzondere beloningen als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 kan bij de aldaar bedoelde ministeriële regeling voor de kalenderjaren 1997 en 1998 in zoverre van dat lid worden afgeweken.

ARTIKEL XIII

Het koninklijk besluit van 8 oktober 1996 (Stb. 488) tot wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (regeling aftrek voorbelasting op fietsen voor het woon-werkverkeer) wordt goedgekeurd.

ARTIKEL XVII

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet fiscale wetten ivm openstelling van bezwaar en beroep tegen een aantal fiscale beschikkingen.]

ARTIKEL XVIII

Ingeval de samenloop van voorstellen van wet die in december 1996 in het Staatsblad worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet op de dividendbelasting 1965, de Successiewet 1965, de Invorderingswet 1990 of de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, niet of niet juist is geregeld of als gevolg van die samenloop onjuistheden in de aanduiding van artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke ontstaan in genoemde wetten, herstelt Onze Minister van Financiën zulks bij ministeriële regeling.

ARTIKEL XIX

  • 3 In afwijking van het tweede lid wordt de heffingsrente met betrekking tot de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting die worden geheven over een tijdvak dat aanvangt in het kalenderjaar 1996, enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt zes maanden na het einde van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven en eindigt op de dag van de dagtekening van het aanslagbiljet dan wel op de dag van de dagtekening van het afschrift van de uitspraak of van de kennisgeving waaruit van de vermindering blijkt.

  • 4 In afwijking van het tweede lid wordt de heffingsrente met betrekking tot de loonbelasting die betrekking heeft op het kalenderjaar 1996, indien een naheffingsaanslag wordt opgelegd aan de werknemer dan wel aan hem een teruggaaf wordt verleend, enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt zes maanden na het einde van het kalenderjaar waarop de nageheven belasting dan wel de teruggaaf betrekking heeft en eindigt op de dag van de dagtekening van het aanslagbiljet dan wel op de dag van de dagtekening van het afschrift van de beschikking of van het afschrift van de uitspraak of van de kennisgeving waaruit van de teruggaaf of de vermindering blijkt.

  • 5 In afwijking van het tweede lid wordt de invorderingsrente, ingeval bij vermindering van een voorlopige aanslag die is opgelegd over een tijdvak dat aanvangt in het kalenderjaar 1996 het bedrag aan te vergoeden invorderingsrente meer beloopt dan f 5000, enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt zes maanden na het einde van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven en eindigt op de dag van de dagtekening van de kennisgeving waarmee de vermindering wordt bekendgemaakt, met dien verstande dat de te vergoeden invorderingsrente ten minste op f 5000 wordt gesteld. Voor de toepassing van de eerste volzin wordt onder de te vergoeden invorderingsrente mede begrepen de invorderingsrente die is vergoed bij voorafgaande verminderingen ter zake van dezelfde aanslag.

  • 7 Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanpassing loon- en inkomstenbelasting c.a. 1997.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 13 december 1996

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F. H. G. de Grave

Uitgegeven drieëntwintigste december 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven