Aanwijzingenbesluit op grond van artikel 2, tweede lid, Opiumwet, enz.

[Regeling vervallen per 17-03-2003.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-02-1997 t/m 16-03-2003

Besluit van 6 december 1996, houdende aanwijzing van enkele middelen op grond van artikel 2, tweede lid, van de Opiumwet alsmede wijziging van lijst II, behorende bij de Opiumwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 juli 1996, GMV 963795;

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3, tweede lid, van de Opiumwet;

De Raad van State gehoord (advies van 15 augustus 1996, nr. W13.96.0337);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 november 1996, GMV 966368;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

[Regeling vervallen per 17-03-2003]

Als middel, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder b, van de Opiumwet worden aangewezen:

– etryptamine;

– methcathinone;

– zipeprol.

ARTIKEL III

[Regeling vervallen per 17-03-2003]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 6 december 1996

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven twintigste december 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven