Regeling administratie grootboekschuld

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Regeling administratie grootboekschuld

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 21 van de Wet administratie grootboekschuld;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de wet:

de Wet administratie grootboekschuld;

b. een tussenrekening:

een tussenrekening als bedoeld in de Wet administratie grootboekschuld;

c. het Agentschap:

het Agentschap van het Ministerie van Financiën te Amsterdam.

Artikel 2

  • 2 Het Agentschap kan nadere regels voor de aanmelding stellen.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

  • 5 Bij de inschrijving bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de wet wordt aangetekend dat deze in beslag is genomen en is bezwaard met een in beslag genomen recht van een onbekende derde indien zowel de rechthebbende, degene die beslag heeft gelegd op de inschrijving als degene die beslag heeft gelegd op het recht van de derde zich binnen de in artikel 5, eerste lid, van de wet genoemde periode melden.

  • 11 Bij de inschrijving bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de wet wordt aangetekend dat deze in beslag is genomen en is bezwaard met een in beslag genomen recht van een onbekende derde indien zowel degene die beslag heeft gelegd op de inschrijving als degene die beslag heeft gelegd op het recht van de derde zich binnen de in artikel 5, eerste lid, van de wet genoemde periode melden.

  • 13 Bij de inschrijving bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de wet wordt aangetekend dat deze in beslag is genomen en is bezwaard met een in beslag genomen recht van een derde indien zowel degene die beslag heeft gelegd op de inschrijving, de derde als degene die beslag heeft gelegd op het recht van de derde zich binnen de in artikel 5, eerste lid, van de wet genoemde periode melden.

  • 14 Bij de inschrijving bedoeld in artikel 12, derde lid, van de wet wordt aangetekend dat de inschrijving in beslag is genomen en is bezwaard met een in beslag genomen recht van een derde.

Artikel 8

  • 1 Slechts inschrijvingen van € 4 537,80 of meer, afgerond op € 22,69 of een veelvoud daarvan, komen in aanmerking voor inschrijving op een rekening in de schuldregisters.

  • 2 Voor inschrijvingen kleiner dan € 4 537,80 worden, na afschrijving, schuldbewijzen aan toonder ter beschikking gesteld.

Artikel 9

Bij de overschrijving van een inschrijving van een tussenrekening op een rekening in de schuldregisters worden eventuele aantekeningen overgenomen.

Artikel 10

  • 1 De schuldbewijzen luiden aan toonder en worden verkrijgbaar gesteld in de vorm van K-schuldbewijzen groot € 22,69, € 45,38, € 226,89, € 453,78, en CF-schuldbewijzen groot € 453,78, en € 22 689,01.

  • 2 Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde schuldbewijzen geldt het volgende:

    • a. De K-schuldbewijzen groot € 22,69 zijn genummerd van L1 af en voorzien van 30 halfjaarcoupons.

    • b. De K-schuldbewijzen groot € 45,38 zijn genummerd van C1 af en voorzien van 30 halfjaarcoupons.

    • c. De K-schuldbewijzen groot € 226,89 zijn genummerd van B1 af en voorzien van 30 halfjaarcoupons.

    • d. De K-schuldbewijzen groot € 453,78 zijn genummerd van A1 af en voorzien van 30 halfjaarcoupons.

    • e. De CF-schuldbewijzen groot € 453,78 zijn genummerd van FA1 af.

    • f. De CF-schuldbewijzen groot € 22 689,01 zijn genummerd van FE1 af.

  • 3 De couponbladen van de CF-schuldbewijzen worden bewaard door de daartoe door het CF-kantoor voor Staatsobligaties B.V. toegelaten bewaarders.

  • 4 De schuldbewijzen worden verkrijgbaar gesteld in zo groot mogelijke coupures.

  • 5 Indien definitieve schuldbewijzen niet tijdig gereed zijn, zullen recepissen worden afgegeven. De recepissen zijn bij het Agentschap verwisselbaar in definitieve schuldbewijzen.

  • 6 Voor de verwisseling van recepissen in definitieve schuldbewijzen wordt door de Staat der Nederlanden geen kosten in rekening gebracht.

  • 7 Het tijdstip met ingang waarvan de recepissen in definitieve schuldbewijzen verwisseld kunnen worden, zal in de Staatscourant worden bekendgemaakt.

Artikel 11

  • 2 Bij afgifte van schuldbewijzen is artikel 10 van toepassing.

Artikel 12

Op de tussenrekeningen is de Beschikking Schuldregisters Nederlandse Staatsleningen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13

  • 1 Op de schuldregisters is de Beschikking Schuldregisters Nederlandse Staatsleningen van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Het minimum saldo op een rekening in een schuldregister bedraagt € 4 537,80. Indien als gevolg van verhandeling of omwisseling in schuldbewijzen het saldo van een inschrijving daalt onder de € 4 537,80, worden voor dit saldo schuldbewijzen beschikbaar gesteld. Artikel 10 is van toepassing.

Artikel 14

  • 1 De rente op inschrijvingen overgeschreven op tussenrekeningen en schuldregisterrekeningen van de 2

  • 2 De rente op inschrijvingen geboekt op tussenrekeningen en schuldregisters van de 3 % grootboekschuld vervalt jaarlijks op 1 maart en op 1 september.

  • 3 De rente op inschrijvingen geboekt op tussenrekeningen en schuldregisters van de 3

  • 4 De betaling van rente op inschrijvingen geboekt op tussenrekeningen en schuldregisterrekeningen zal geschieden door overboeking door bemiddeling van De Nederlandsche Bank N.V. op een door de tot die rente gerechtigde aan te wijzen rekening.

  • 5 De rente op coupons van K-schuldbewijzen wordt betaalbaar gesteld bij De Nederlandsche Bank N.V.

  • 6 De rente betreffende CF-schuldbewijzen wordt op de vervaldag betaald aan het CF-kantoor voor Staatsobligaties B.V. ten gunste van de bewaarders van de couponbladen. Door deze betaling is de Staat der Nederlanden gekweten tegenover de rechthebbenden.

  • 7 Bij de berekening van de rente zal elke maand op 30 dagen en elk jaar op 360 dagen worden gesteld.

  • 8 Indien een rentevervaldag een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is, wordt de rente betaalbaar gesteld op de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

  • 9 Het recht tot opvordering van de rente verjaart 5 jaar na de eerste dag waarop de rente betaalbaar is.

Artikel 15

Kosten ten aanzien waarvan niet uitdrukkelijk is bepaald dat zij voor rekening van de Staat der Nederlanden komen, kunnen niet bij de Staat der Nederlanden in rekening worden gebracht.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 maart 1996

De

Minister

van Financiën,

G. Zalm

Naar boven