2.
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
A. Programma warmtepompen 1995
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Het doel van het programma Warmtepompen is het bevorderen van de toepassing van warmtepompen
in de woningbouw, in utiliteitsgebouwen en in de industrie in brede zin en wel op
zodanige wijze, dat daarmee maximaal wordt bijgedragen aan de besparing op het gebruik
van fossiele brandstoffen.
Het programma richt zich vooral op projecten op het gebied van haalbaarheid, specifieke
technologie-ontwikkeling, demonstratie en marktintroductie.
Behalve via het onderhavige programma is in sommige situaties ook ondersteuning voor
de investering in warmtepompen mogelijk via het Besluit tenders industriële energiebesparing
(BTIEB) of via het Besluit subsidies energiebeparende technieken (BSET).
1. Woningbouw
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Dit onderdeel richt zich op de toepassing van warmtepompsystemen in de huishoudelijke
sector en op zowel individuele als collectieve systemen. In 1995 komen vooral projecten
voor subsidie in aanmerking die gericht zijn op:
- -
de ontwikkeling van elektrische warmtepompsystemen voor ruimteverwarming en warmtapwatervoorziening
in nieuwbouwwoningen ter voorbereiding van eventueel na 1995 – in samenwerking met
energiedistributiebedrijven – te entameren demonstratieprojecten. Het gaat om warmtepompsystemen
voor de specifieke Nederlandse markt;
- -
het uitvoeren van haalbaarheidsstudies naar warmtepomptoepassingen in nieuwbouw en
bestaande woningbouw, aansluitend op reeds bestaande kennis of lopende haalbaarheidsstudies
naar andere warmtevoorzieningsopties;
- -
het ontwikkelen en demonstreren van (retrofit) warmtepompsystemen ten behoeve van
warmtapwaterbereiding om te komen tot een marktrijp produkt, aansluitend op reeds
bestaande ontwikkelingen.
2. Utiliteitsgebouwen
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Dit onderdeel richt zich op de toepassing van warmtepompsystemen in de sector utiliteitsgebouwen
in zowel individuele als collectieve systemen. De voornaamste soorten projecten die
in 1995 voor subsidie in aanmerking komen zijn:
- -
kennisoverdrachtsprojecten;
- -
haalbaarheidsonderzoeken;
- -
demonstratie-projecten;
- -
marktintroductieprojecten.
Toepassingsgebieden waar de eerste voorkeur naar uitgaat zijn kantoorgebouwen, ziekenhuizen
en zwembaden.
3. Industrie
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
De voornaamste soorten projecten die in 1995 voor subsidie in aanmerking komen zijn
respectievelijk haalbaarheidsstudies en kennisoverdrachtprojecten die de toepassing
van warmtepompen in de juiste context in een industrieel proces aantonen en de basis
vormen voor investeringsbeslissingen respectievelijk verdere marktintroductie.
De voornaamste soorten toepassingen waar de ondersteuning zich op richt zijn:
- -
Unit operations: indampen en drogen; destilleren; gecombineerde koeling en verwarming;
interunittoepassingen en procesintegratie;
- -
Milieutechnologieën: koeling met grondwater; slibverwerking; geuremissies; mestverwerking;
- -
Warmtepomptechnologieën: mechanische damprecompressie/Thermische Damp Recompressie
(MDR/TDR); absorptietechnologie (w.o. warmtetransformator); hoog-temperatuur technologie.
Dit is met name voor toepassing in de sectoren zuivel, papier, chemie en keramiek.
Overige beoordelingsaspecten
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
De mate waarin een project bijdraagt aan de realisering van de doelstellingen van
het programma, wordt tevens bepaald door de volgende aspecten:
-
a. de slaagkans van het project;
-
b. de milieuverdienste van het project;
-
c. de relevantie voor andere doelstellingen van overheidsbeleid en de aansluiting op
internationale ontwikkelingen;
-
d. de mate waarin het project past in een aanwezig innovatietraject;
-
e. de projectkosten in relatie tot de bijdrage aan de realisatie van de doelstelling
van het programma;
-
f. de mate van betrokkenheid van de apparatenbouwende industrie (aanbodzijde) en/of
organisaties aan de gebruikerszijde;
-
g. de mate waarin het project reproduceerbaar is en de mate waarin de resultaten van
het project tot verdere toepassing in de markt kunnen leiden;
-
h. de mate waarin kennisoverdracht plaatsvindt;
-
i. bij haalbaarheidsprojecten voor de industrie: de mate waarin in de haalbaarheidsstudie
tevens aandacht wordt besteed aan de totale energiehuishouding in het bedrijf en aan
procesintegratie.
Toelichting
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Toelichting op bovengenoemde aspecten:
-
Ad a Projecten zullen veelal voor wat betreft de slaagkans een zeker risico met zich dragen.
Indien de slaagkans van het project op zichzelf te gering wordt geacht zal het verlenen
van een subsidie niet aan de orde zijn. Voor het vaststellen van de slaagkans van
een project wordt, naast een inschatting van de technische en financieel/economische
haalbaarheid, tevens rekening gehouden met factoren van organisatorische en bestuurlijke
aard, alsmede met de financiële draagkracht van de aanvrager. Demonstratie- en marktintroductie
projecten kunnen slechts dan voor subsidie in aanmerking komen indien de technische
en financieel-economische haalbaarheid voldoende is aangetoond.
-
Ad b Bij de bepaling van de milieuverdienste wordt rekening gehouden met:
- -
de mate waarin CO2-emissie wordt vermeden (ton/jaar);
- -
de mate waarin emissies van andere milieuschadelijke stoffen worden gereduceerd of
voorkomen. Voorkeur hebben warmtepomp-toepassingen met natuurlijke koudemiddelen,
zoals propaan/butaan, ammoniak en luchtcycli.
Gelet op de samenhang tussen CO2-emissie en energieverbruik, geldt met name voor marktintroductieprojecten dat de
beoogde warmtepomp een voldoende hoge efficiency dient te hebben (Primary Energy Ratio
(PER) groter of gelijk aan 1,2).
-
Ad d Van belang is dat projecten zoveel mogelijk aansluiten op reeds eerder door aanvrager
of door anderen gegenereerde kennis en dat doublures worden vermeden.
-
Ad e Met name bij demonstratie- en marktintroductieprojecten worden de projectkosten getoetst
aan de energie- en milieuverdienste. Hiertoe worden beoordeeld de projectkosten in
termen van kosten per hoeveelheid bespaarde primaire energiedragers (gulden/GJ) en
per hoeveelheid vermeden CO2-emissie (gulden/ton CO2).
-
Ad f Bij de introductie van nieuwe technieken is het van belang dat er in een vroeg stadium
betrokkenheid is van de aanbodzijde (fabrikanten en leveranciers) en gebruikerszijde.
De voorkeur wordt dan ook gegeven aan projecten met een wezenlijke betrokkenheid van
deze 2 organisaties, zowel inhoudelijk als financieel.
-
Ad g Het project wordt mede beoordeeld op basis van de mate waarin de resultaten van een
dergelijk project toepasbaar zijn in de markt en de mate waarin herhalingspotentieel
voor de betreffende technologische toepassing bestaat.
Aan de doelstellingen van het programma kunnen met name bijdragen:
- *
energiedistributiebedrijven;
- *
fabrikanten van warmtepompen;
- *
fabrikanten van componenten van warmtepompsystemen;
- *
gebouweigenaren/-beheerders;
- *
woningbouwcorporaties;
- *
projectontwikkelaars;
- *
installateurs en architectenbureaus
- *
instellingen voor onderzoek en hoger of wetenschappelijk onderwijs.
B. Budget
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Het bedrag dat beschikbaar is voor het doen van subsidietoezeggingen op in 1995 ontvangen
aanvragen voor het programma-onderdeel Warmtepompen bedraagt f 1.120.000,00.
C. Aanvraagperiode
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Aanvragen met betrekking tot het programma-onderdeel Warmtepompen moeten zijn ontvangen
in de periode 1 juli 1995 tot en met 30 november 1995.
Nadere informatie is te verkrijgen bij:
Novem
Postbus 8242
3503 RE Utrecht
tel.: 030-363444