Aanpassing voorschriften ingevolge het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel (1995)

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 28-06-1995 t/m heden

Aanpassing voorschriften ingevolge het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel (1995)

Circulaire aan de Ministers

II. Aanpassing verrekeningsbedrag inwoning per 1 juli 1995

In verband met de aanpassing van huren per 1 juli 1995 wordt het maximale verrekeningsbedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van inwoning, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel met 5% verhoogd. Hierdoor wordt het betreffende verrekeningsbedrag voor inwoning per 1 juli 1995 vastgesteld op f 341,00 (was f 325,00).

De bedragen van de huurwaarde van dienstwoningen, die mede van belang zijn ter uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel, dienen naar van de zijde van de Belastingdienst is vernomen per 1 juli 1995 eveneens met 5% te worden verhoogd.

Woningen welke op of na 1 juli 1994 gereed zijn gekomen vallen buiten deze verhoging.

In afwijking van het vorenstaande dient een extra huurverhoging in aanmerking te worden genomen in gevallen waarin de economische huurwaarde van een dienstwoning, behalve door de algemene verhoging van 5%, mede door andere factoren is beïnvloed, bijvoorbeeld als gevolg van een door of vanwege de inhoudingsplichtige aangebrachte verbetering aan de dienstwoning.

III. Maximumverrekeningsbedragen verwarming, electriciteit e.d.

De maximumverrekeningsbedragen voor het van rijkswege verstrekte genot van verwarming, electrische energie e.d. genoemd in artikel 3, eerste lid, onder b tot en met e, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel worden, overeenkomstig de gebruikelijke systematiek, aangepast aan de hand van de prijsontwikkeling in de periode van april 1994 tot april 1995.

Dit leidt ertoe dat bedoelde bedragen per 1 juli 1995 als volgt wijzigen:

Verstrekking Huidig bedrag Nieuw bedrag

Verwarming van de woning f 87,00 f 86,00

Energie voor kookdoeleinden f 32,00 f 33,00

Electrische energie anders dan voor verwarming

van de woning en voor kookdoeleinden f 26,00 f 27,00

Leidingwater f 21,00 f 25,00

Met het in afschrift bijgevoegde besluit, zijn de hiervoor genoemde bedragen alsook bedragen die niet per 1 juli 1995 worden aangepast maar voorkomen in mijn besluit van 15 december 1994, AD94/U1442 (Stcrt. 248), opgenomen.

Ik verzoek u met bovengenoemde wijzigingen rekening te houden.

’s-Gravenhage, 22 juni 1995

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de

Directeur-generaal Management en Personeelsbeleid

,

A.H.C. Annink

Naar boven