Warenwetbesluit etikettering van schoeisel

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 09-05-2012 t/m heden

Besluit van 31 mei 1995, houdende regels inzake de etikettering van de materialen, gebruikt in voor de verbruiker bestemd schoeisel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 november 1994, nr. 94077217 WJA/W, gedaan mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op richtlijn nr. 94/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de etikettering van de in de belangrijkste onderdelen van voor de verbruiker bestemd schoeisel gebruikte materialen (PbEG L 100), alsmede op artikel 8 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 23 december 1994, nr. W10.94.0679);

Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris van 29 mei 1995, nr. 95020293 WJA/W, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    richtlijn: richtlijn nr. 94/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de etikettering van de in de belangrijkste onderdelen van voor de verbruiker bestemd schoeisel gebruikte materialen (PbEG L 100), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 16/94 van 28 oktober 1994 tot wijziging van bijlage II (technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-Overeenkomst (PbEG L 325);

    schoeisel: produkten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de richtlijn met uitzondering van de produkten, bedoeld in de laatste alinea van artikel 1, eerste lid, van de richtlijn.

  • 2 Voor de toepassing van dit besluit worden de als verhandelen aan te merken handelingen, wat het te koop aanbieden betreft, beperkt tot het te koop aanbieden op de plaats van verkoop.

Artikel 2

Het is verboden schoeisel te verhandelen dat niet is voorzien van een etiket dat ten minste de informatie bevat, bedoeld in artikel 1, tweede lid, en artikel 4, eerste lid, tweede lid, eerste en tweede volzin, derde lid en vierde lid, van de richtlijn.

Artikel 3

Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie maakt de in bijlage I van de richtlijn bedoelde informatie bekend door middel van plaatsing daarvan in de Staatscourant.

Artikel 4

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 23 maart 1996.

  • 2 In afwijking van het eerste lid treedt dit besluit ten aanzien van voorraden, die vóór de in het eerste lid genoemde datum aan de detailhandelaar worden gefactureerd of geleverd, in werking met ingang van 23 september 1997.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit etikettering van schoeisel.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 31 mei 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

Uitgegeven de zevenentwintigste juni 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven