Besluit bijdragen justitiële kinderbescherming en vrijwillige jeugdhulpverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2005.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2004

Besluit van 26 april 1995, houdende vaststelling van regels omtrent de hoogte van de ouderbijdrage en omtrent het inkomen en de hoogte van de eigen bijdrage in de kosten van justitiële kinderbescherming en vrijwillige jeugdhulpverlening

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Justitie, van 22 maart 1995, DJB/FEA-95315;

Gelet op artikel 41a, tweede lid, en 41b, derde lid, van de Wet op de jeugdhulpverlening;

De Raad van State gehoord (advies van 13 april 1995, no. W13.95.0160);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in overeenstemming met de Staatssecretaris van Justitie van 24 april 1995, DJB-951560;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

De hoogte van de ouderbijdrage in de kosten van verzorging en verblijf, als bedoeld in artikel 41a, eerste lid, van de Wet op de jeugdhulpverlening, bedraagt,

  • a. indien het residentiële hulpverlening of pleegzorg betreft:

    voor een kind van 0 tot en met 5 jaar: € 62,90 per maand;

    voor een kind van 6 tot en met 11 jaar: € 86,49 per maand; en

    voor een kind van 12 tot en met 20 jaar: € 110,07 per maand.

  • b. indien het semi-residentiële hulpverlening betreft:

    voor een kind in een van de in het eerste lid onderscheiden leeftijdscategorieën de helft van het in het eerste lid genoemde bedrag per maand.

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Bij ministeriële regeling worden de bedragen, genoemd in artikel 1, onder a, jaarlijks met ingang van 1 januari gewijzigd aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 2 Indien het inkomen als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een uitkering ingevolge de Wet studiefinanciering 2000 wordt de bijdrage verminderd met:

    • - het deel van de uitkering dat volgens de normen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bedoeld is voor boeken, leermiddelen of onderwijsbijdrage, en

    • - de te betalen premie voor een ten behoeve van de jeugdige gesloten verzekering tegen ziektekosten tot ten hoogste € 45,38 per maand, tenzij de jeugdige (mede)verzekerd kan zijn op grond van de Ziekenfondswet of ter zake van ziektekosten verzekerd is door zijn wettelijke vertegenwoordigers.

  • 3 Van een jeugdige die ouder is van een éénoudergezin en waarvan een of meer kinderen niet zijn geplaatst in een voorziening van residentiële hulpverlening of van pleegzorg, wordt de eigen bijdrage als bedoeld in het eerste of tweede lid, verlaagd met € 111,68, met dien verstande dat, indien de jeugdige geen recht op kinderbijslag heeft, het bedrag van € 111,68 wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan het bedrag van de kinderbijslag voor het aantal kinderen welke niet in een voorziening van residentiële hulpverlening of van pleegzorg zijn geplaatst.

  • 4 Van een jeugdige welke voorafgaande aan de plaatsing duurzaam een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd met iemand die niet zijn bloedverwant is en niet is geplaatst in een voorziening van residentiële hulpverlening of van pleegzorg, is de eigen bijdrage de helft van de bijdrage, bepaald op grond van het eerste tot en met derde lid.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 De bijdrage is verschuldigd over elke dag dat de verzorging en het verblijf hebben geduurd. De dag van aankomst en de dag van vertrek gelden als dag van verzorging en verblijf. Worden de verzorging en het verblijf beëindigd op de dag waarop deze zijn aangevangen, dan is alleen over deze dag de bijdrage verschuldigd.

  • 2 Indien de bijdrage over een gedeelte van een maand is verschuldigd, bedraagt zij het voor een maand geldende bedrag, gedeeld door dertig en vermenigvuldigd met het aantal dagen dat de verzorging en het verblijf in die maand hebben geduurd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Het Besluit bijdragen jeugdhulpverlening wordt ingetrokken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de wet van 2 februari 1995, houdende wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening en enige andere wetten (Stb. 225) in werking treedt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bijdragen justitiële kinderbescherming en vrijwillige jeugdhulpverlening.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 april 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Uitgegeven de zevenentwintigste april 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven