Instelling Dienst Uitvoering Ontslaguitkeringsregelingen

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 21-01-1995 t/m heden

Instelling Dienst Uitvoering Ontslaguitkeringsregelingen

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Besluit:

I.

Er is een Dienst Uitvoering Ontslaguitkeringsregelingen (DUO), verder te noemen: de Dienst. De Dienst ressorteert rechtstreeks onder de directeur-generaal Management en Personeelsbeleid.

II.

De Dienst is belast met het beoordelen van het recht op, het toekennen en het (doen) uitbetalen van:

  • a. overheidsontslaguitkeringen voor rijksoverheidspersoneel (met uitzondering van het onderwijzend en militair personeel);

  • b. pensioenen overzeese gebiedsdelen.

III.

De Dienst is bevoegd om facilitair ontslaguitkeringsregelingen uit te voeren voor organisaties die geen deel uitmaken van de rijksoverheid.

IV.

De Dienst bestaat uit:

  • 1 de directeur

  • 2 de adjunct-directeur bedrijfsvoering

  • 3 de adjunct-directeur uitvoering

  • 4 het directiesecretariaat

  • 5 de accountmanager

  • 6 de afdeling Communicatie, logistiek en facilitair beheer

  • 7 de afdeling Financiën

  • 8 de personeelsadviseur

  • 9 de produktgroep Onderwijs, bestaande uit:

  • 9.1 het bureau Onderwijs I

  • 9.2 het bureau Onderwijs II

  • 9.3 het Bureau Onderwijs III

  • 9.4 het Produktiesecretariaat

  • 10 de produktgroep Rijk, bestaande uit:

  • 10.1 het bureau Rijk I

  • 10.2 het bureau Rijk II

  • 10.3 het bureau Functioneel leeftijdsontslag/Overzeese Pensioenen/Politieke pensioenen en bijzondere uitkeringen

  • 10.4 het Bureau Bijzondere uitvoerende taken

  • 11 de produktgroep Defensie, bestaande uit:

  • 11.1 het bureau Uitkeringsregeling 1966

  • 11.2 het bureau Wachtgelden

  • 11.3 het produktiesecretariaat Defensie

  • 12 de afdeling Juridische Zaken

  • 13 de afdeling Interne Controle

  • 14 de afdeling Informatievoorziening en Automatisering

  • 15 de afdeling Informatiebeheer

V.

De onder IV genoemde organisatie-eenheden zijn belast met de volgende taken:

  • 1. De directeur: het geven van leiding aan de dienst.

  • 2. De adjunct-directeur bedrijfsvoering: het aansturen en coördineren van de facilitaire afdelingen. Het vervangen van de directeur bij diens afwezigheid.

  • 3. De adjunct-directeur uitvoering: het aansturen en coördineren van de afdelingen belast met het primaire proces.

  • 4. Het Directiesecretariaat: De secretariële ondersteuning ten behoeve van de directie.

  • 5. De accountmanager:

    • a. het afstemmen van de produkten en dienstverlening van DUO op de vraag bij overheidsorganisaties daarnaar;

    • b. het onderzoeken van de overheidsmarkt met het oog op afzet voor de produkten en dienstverlening van DUO;

    • c. het vergaren van kennis over ontwikkelingen op de overheidsmarkt die gevolgen kunnen hebben voor de DUO-organisatie;

    • d. het sturen en beheren van de relaties tussen DUO-medewerkers en medewerkers van andere instanties.

  • 6. De afdeling Communicatie, logistiek en facilitair beheer:

    • a. het ontwikkelen, coördineren en uitvoeren van het interne en externe communicatiebeleid;

    • b. het ontwikkelen en beheren van een gestandaardiseerd geheel van procedures ten aanzien van formulierontwerp/-stromen alsmede de daarbij behorende logistieke processen;

    • c. het zorgdragen voor alle facilitaire diensten die noodzakelijk zijn teneinde de primaire en secundaire processen binnen de dienst adequaat te doen verlopen.

  • 7. De afdeling Financiën:

    • a. het opstellen van de ontwerp-begroting van de Dienst;

    • b. het opstellen van bestedingsplannen;

    • c. het voorbereiden van aan te gane verplichtingen en de administratie daarvan;

    • d. het voeren van de boekhouding van de Dienst;

    • e. het beheer van de eigen girorekeningen;

    • f. het opstellen van de financiële verslaglegging.

  • 8. De personeelsadviseur:

    • a. het geven van advies over het binnen de Dienst uit te voeren personeelsbeleid;

    • b. het zorg dragen voor het beheer van de formatie en het daarmee samenhangend financieel beheer;

    • c. het verzorgen van en adviseren over het binnen de dienst te voeren opleidingsbeleid.

  • 9. De produktgroep Onderwijs:

    • a. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en betaling van uitkeringen krachtens het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel;

    • b. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en betaling van wachtgelden en uitkeringen voor aangewezen bijzondere groepen (TVC en SBK-II) in verband met onvrijwillige werkloosheid;

    • c. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en de betaling van uitkeringen op verzoek van andere instellingen in verband met onvrijwillige werkloosheid;

    • d. de werkzaamheden betrekking hebbend op aspecten van schuldafhandeling;

    • e. het geven van adviezen over ontslaguitkeringsregelingen aan instellingen die de uitvoering in eigen beheer hebben;

    • f. het leveren van bijdragen aan het beleid, indien de uit te voeren regelingen dienen te worden aangepast o.a. als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen;

    • g. het uitvoeren van controle op o.a. beoordeling en toekenning van aanvragen, teveel ontvangen uitkeringen, toepassen van sanctiebepalingen;

    • h. het verrichten van werkzaamheden op het terrein van archivering en van algemene secretarie-aangelegenheden, verbonden aan de bij de Produktgroep Onderwijs en de Produktgroep Rijk vermelde taken, zulks met inachtneming van de Archiefwet 1962, het Archiefbesluit, het koninklijk besluit Algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie en de door de departementsleiding voor het ministerie vastgestelde regelingen betreffende algemene secretarie-aangelegenheden.

  • 10. De produktgroep Rijk:

    • a. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en betaling van uitkeringen krachtens de Uitkeringsregeling 1966, in verband met onvrijwillige werkloosheid;

    • b. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en de betaling van wachtgelden krachtens het Rijkswachtgeldbesluit, dan wel overeenkomstig dat besluit, in verband met onvrijwillige werkloosheid;

    • c. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en betaling van uitkeringen krachtens de regeling uitkering functioneel leeftijdsontslag en de pré-vutregeling Rijkspolitie;

    • d. het behandelen van aangelegenheden met betrekking tot pensioenen, uitkeringen en toeslagen waarvan het recht ontleend wordt aan dienstverhoudingen in de (voormalige) overzeese gebiedsdelen;

    • e. de toekenning en betaling van ontslaguitkeringen aan gewezen ministers, staatssecretarissen, leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en het Europees Parlement;

    • f. de toekenning en betaling van pensioenen aan de hiervoor onder e. genoemde politieke ambtsdragers of aan hun nagelaten betrekkingen;

    • g. het geven van adviezen over ontslaguitkeringsregelingen aan instellingen die de uitvoering in eigen beheer hebben;

    • h. de werkzaamheden betrekking hebbend op aspecten van schuldafhandeling;

    • i. de uitvoering van de restwerkzaamheden met betrekking tot de RAS-taken, IZA-werkzaamheden en een steekproefsgewijze controle van de belastingkaarten;

    • j. het leveren van bijdragen aan het beleid, indien de uit te voeren regelingen dienen te worden aangepast o.a. als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen;

    • k. het uitvoeren van controle op o.a. beoordeling en toekenning van aanvragen, teveel ontvangen uitkeringen, toepassen van sanctiebepalingen.

  • 11. De produktgroep Defensie:

    • a. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en betaling van uitkeringen krachtens de Uitkeringsregeling 1966, in verband met onvrijwillige werkloosheid alsmede de restwerkzaamheden verbonden aan de uitvoering van de tijdelijke regeling WWV-vervangende uitkering;

    • b. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en de betaling van wachtgelden krachtens het Rijkswachtgeldbesluit, dan wel overeenkomstig dat besluit, in verband met onvrijwillige werkloosheid;

    • c. het beoordelen van aanspraken op, de toekenning en de betaling van uitkeringen op verzoek van andere instellingen in verband met onvrijwillige werkloosheid;

    • d. de werkzaamheden betrekking hebbend op aspecten van schuldafhandeling;

    • e. het geven van adviezen over ontslaguitkeringsregelingen aan instellingen die de uitvoering in eigen beheer hebben;

    • f. het leveren van bijdragen aan het beleid, indien de uit te voeren regelingen dienen te worden aangepast o.a. als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen;

    • g. het uitvoeren van controle op o.a. beoordeling en toekenning van aanvragen, teveel ontvangen uitkeringen, toepassen van sanctiebepalingen;

    • h. het verrichten van werkzaamheden op het terrein van archivering en van algemene secretarie-aangelegenheden, verbonden aan de onder a tot en met g vermelde taken, zulks met inachtneming van de Archiefwet 1962, het Archiefbesluit, het koninklijk besluit Algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie en de door de departementsleiding voor het ministerie vastgestelde regelingen betreffende algemene secretarie-aangelegenheden.

  • 12. De Afdeling Juridische zaken:

    • a. het behandelen van bezwaarschriften tegen beslissingen die de minister van Binnenlandse Zaken heeft genomen inzake het toekennen, afwijzen, berekenen en betalen van ontslaguitkeringen en pensioenen;

    • b. het behandelen van beroepschriften, ingediend bij de Arrondissementsrechtbank c.q. het Kantongerecht of de Centrale Raad van Beroep, met betrekking tot de onder a. vermelde beslissingen;

    • c. het treffen van nadere voorschriften ter uitvoering van ontslaguitkeringsregelingen, indien de minister van Binnenlandse Zaken daartoe bevoegd is verklaard;

    • d. het beoordelen van de uitvoerbaarheid van te treffen (wijzigingen in) ontslaguitkeringsregelingen;

    • e. het bevorderen van een correcte en gelijkluidende toepassing van de verschillende regelingen door middel van het opstellen en bijhouden van uitvoeringsinstructies;

    • f. het ondersteunen van de dienstleiding op het gebied van wetgeving en juridische zaken.

  • 13. De Afdeling Interne controle:

    • a. het uitvoeren van een periodieke systematische controle van de bedrijfsprocessen bij de Dienst en een gerichte ad hoc-controle van een specifiek deel van één van de processen;

    • b. het doen van aanbevelingen over gewenste en noodzakelijke verbetering en/of aanpassing van werkwijzen en procedures;

    • c. het opstellen en uitvoeren van controle-programma's;

    • d. de beantwoording van opmerkingen van de departementale accountantsdienst;

    • e. het verzorgen van rapportages ten behoeve van de evaluatie van het te voeren kwaliteitsbeleid.

  • 14. De Afdeling Informatievoorziening en automatisering:

    • a. het vervullen van het informatiemanagement bij de Dienst;

    • b. het ontwerpen van systemen en in dat kader het verzorgen van de informatie-analyse ten behoeve van vooronderzoek, definitiestudie en basis-ontwerpactiviteiten;

    • c. het vervullen van het functioneel beheer en het applicatiebeheer van de bestaande systemen;

    • d. het fungeren als faciliteitencentrum met het oog op het systeembeheer van operationele systemen en het beheer van de aanwezige hardware.

  • 15. De Afdeling Informatiebeheer:

    • a. het uitvoeren van acceptatietesten;

    • b. het verzorgen van gebruikersondersteuning;

    • c. het verzorgen van specifieke opleidingen voor gebruikers;

    • d. het registreren en bewaken van de voortgang van probleemmeldingen;

    • e. het uitvoeren van de informatie-analyses;

    • f. het organiseren van en het participeren in validaties van opgeleverde Functionele Detailontwerpen;

    • g. het verzorgen van ad hoc (management-)informatie-voorziening middels queries;

    • h. het verzorgen van Administratieve organisatie-beschrijvingen;

    • i. het verzorgen van de gebruikershandleiding (werkinstructies);

    • j. het plannen en coördineren van invoeringstrajecten;

    • k. het participeren in en het organiseren van het gebruikersoverleg;

    • l. het (mede) bepalen van het versiebeheer;

    • m. het (mede) bepalen van de informatieplanning.

VII.

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van publikatie in de Staatscourant en werkt terug tot 1 september 1994.

Afschrift van deze beschikking zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer en aan:

  • -

    de directeuren-generaal;

  • -

    de chefs van de directies, (staf- en hoofd-)afdelingen, diensten, inspecties en rechtstreeks onder de secretaris-generaal ressorterende bureaus;

  • -

    de Inspectie der Rijksfinanciën;

  • -

    de Centrale Accountantsdienst van het ministerie van Financiën;

  • -

    de afdeling Publikaties Overheidsorganisatie van de Centrale Archief Selectiedienst;

  • -

    de beveiligingsambtenaar.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,

H. Dijkstal

Naar boven