Regeling verwijderen van voorwerpen

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 12-12-2014 t/m heden

Regeling verwijderen van voorwerpen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gelet op artikel 13, tweede lid onder d, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Voor het verwijderen tijdens de vlucht van voorwerpen waarvan de massa niet meer is dan 200 gram per voorwerp gelden de volgende regels:

  • a. de vlieghoogte is maximaal 600 m (2000 ft) boven grond of water;

  • b. het vliegzicht is 3 km of meer;

  • c. er is zicht op grond of water;

  • d. er is geen ander luchtverkeer in de nabijheid;

  • e. het voornemen om voorwerpen te verwijderen binnen een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied wordt in het vliegplan vermeld, onder aanduiding van plaats en verwachte tijd;

  • f. ieder voorwerp met een massa tot 100 gram is voorzien van een valscherm met een middellijn van 25 cm of meer, tenzij het oppervlak van het voorwerp een massadichtheid in een bepaald punt heeft dat kleiner is dan 5 gram per cm⁲ en een massa heeft van minder dan 30 gram;

  • g. ieder voorwerp met een massa van 100 tot 200 gram is voorzien van een valscherm met een middellijn van 50 cm of meer;

  • h. strooibiljetten worden zodanig verwijderd dat deze niet in pakken of bundels kunnen neerkomen;

  • i. ieder voorwerp is van een niet-elektriciteit-geleidend materiaal of geïsoleerd;

  • j. voorwerpen worden door een ander dan de bestuurder van het luchtvaartuig verwijderd en wel zodanig dat de voorwerpen daarbij het luchtvaartuig niet raken.

Artikel 2

Het besluit van de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst van 28 juli 1981, nr LVB/L 23872 (Stcrt. 1981, 164) wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als:

Regeling verwijderen van voorwerpen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

's-Gravenhage, 13 december 1994

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven