Instellingsbesluit reglementering van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

[Regeling vervallen per 22-12-2009.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 09-01-2002 t/m 21-12-2009

Besluit van 12 december 1994, tot instelling en reglementering van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 6 juli 1994, nr. RH 177715, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Overwegende dat op grond van artikel 7 van de Waterschapswet (Stb. 1991, 444) bij algemene maatregel van bestuur kan worden voorzien in de situatie dat de besturen van twee of meer provincies niet of niet binnen redelijke termijn tot overeenstemming komen over de opheffing of instelling van een waterschap voor de waterstaatkundige verzorging van een in hun provincies gelegen gebied, dan wel over de vaststelling of wijziging van een reglement voor een dergelijk waterschap, omdat zij van mening verschillen over hetzij de noodzaak hetzij de inhoud van het te nemen besluit;

Overwegende dat een zodanige situatie is ingetreden met betrekking tot de instelling van een waterschap omvattende het gebied van de bestaande waterschappen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Groot-Waterschap van Woerden;

Overwegende dat het in dit verband tevens gewenst is krachtens artikel 4 Waterstaatswet 1900 (Stb. 1900, 176) voor het gebied van het nieuwe waterschap een verordening vast te stellen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1969, 536);

Na overleg met de besturen van de waterschappen Groot-Waterschap van Woerden en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

Gedeputeerde Staten der provincies Utrecht en Zuid-Holland gehoord;

De Raad van State gehoord (advies van 25 november 1994, nr. WO9.94.0425);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 6 december 1994, nr. HW/RH 188032, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De waterschappen Groot-Waterschap van Woerden en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden worden opgeheven.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordt ingesteld.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Aan de dijkgraaf van het waterschap Groot-Waterschap van Woerden wordt eervol ontslag verleend.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het reglement voor het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 1 bij dit besluit.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het kiesreglement voor het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Kiesreglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het overgangsrecht voor het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Overgangsrecht Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 3 bij dit besluit.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Met ingang van de datum van samenvoeging worden ingetrokken het Reglement voor het Groot-Waterschap van Woerden en het Kiesreglement van Woerden (Prov. blad van Utrecht 1991, nr. 15 en Prov. blad van Zuid-Holland 1991 nr. 50 en 51) alsmede het Reglement voor het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, het Kiesreglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de Verordening Overgangsrecht Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Prov. Blad van Utrecht 1994, nr. 3, 4 en 5).

Artikel 8

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De Verordening waterkwaliteitsbeheer Woerden (Prov. blad van Utrecht 1987, nr. 30, Prov. blad van Zuid-Holland 1986, nr. 152) wordt ingetrokken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De Verordening waterkwaliteitsbeheer Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 4 bij dit besluit.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het door de provincie Utrecht uitgeoefende kwaliteitsbeheer in de kieskringen II, III en IV, genoemd in artikel 10 van het Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, wordt overgedragen aan het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden op een nader door provinciale staten van Utrecht te bepalen tijdstip dat is gelegen voor of op 1 januari 1997.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Dit besluit en de in de artikelen 4, 5, 6 en 9 bedoelde reglementen, overgangsrecht en verordening treden in werking:

  • a. voorzover deze geen betrekking hebben op het kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in de kieskringen II, III en IV: met ingang van 1 januari 1995;

  • b. voor zover deze betrekking hebben op het kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in de kieskringen II, III en IV: met ingang van het tijdstip bedoeld in artikel 10 van dit besluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 december 1994

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 1994

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Bijlage 1. Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Hoofdstuk 1. Naam, gebied, taak en zetel van het waterschap

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 1.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Er is een waterschap met de naam Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, verder aan te duiden als het waterschap.

Artikel 2.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het gebied van het waterschap is aangegeven op de bij dit reglement behorende gewaarmerkte kaart nummer 94009, schaal 1 : 100 000.

2. Het gebied, bedoeld in het eerste lid, wordt bij besluit van gedeputeerde staten nader aangeduid op detailkaarten, met een schaal van ten minste 1 :10 000.

3. Van elk van de in het eerste en tweede lid bedoelde kaarten berust een exemplaar bij het waterschap alsmede bij het provinciaal bestuur van Utrecht en van Zuid-Holland.

Artikel 3.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De taak van het waterschap is gericht op de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied en omvat de zorg voor:

  • a. de waterkering;

  • b. het kwantitatief oppervlaktewaterbeheer;

  • c. het kwalitatief oppervlaktewaterbeheer, bedoeld in de Verordening waterkwaliteitsbeheer Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • d. het vaarwegbeheer van de Dubbele Wiericke, de Grecht, de Korte en Lange Linschoten, de Montfoortse vaart, de Kromme Rijn en de Leidsche Rijn.

Artikel 4.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het algemeen bestuur bepaalt in welke gemeente in zijn gebied het waterschap zijn zetel heeft.

Hoofdstuk 2. De samenstelling en inrichting van het bestuur

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

§ 1. Inleidende bepaling

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 5.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het dagelijks bestuur, de voorzitter en de leden van het dagelijks bestuur hebben de benaming van respectievelijk college van dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf en hoogheemraden.

§ 2. Het algemeen bestuur

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 6.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Als categorieën van belanghebbenden worden in het algemeen bestuur vertegenwoordigd:

  • a. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken;

  • b. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken;

  • c. de ingezetenen, bedoeld in artikel 11, onder d, van de Waterschapswet;

  • d. degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

De onder a, b, c en d aangeduide categorieën van belanghebbenden worden in dit reglement onderscheidenlijk aangeduid als de categorie ongebouwd, de categorie gebouwd, de categorie ingezetenen en de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd.

Artikel 7.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het algemeen bestuur bestaat uit dertig leden.

2. Van de leden van het algemeen bestuur vertegenwoordigen:

  • a. zeven leden de categorie ongebouwd;

  • b. zeven leden de categorie gebouwd;

  • c. twaalf leden de categorie ingezetenen;

  • d. vier leden de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd.

Artikel 8.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De leden van het algemeen bestuur worden gekozen met inachtneming van het bepaalde in het Kiesreglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Artikel 9.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De leden van het algemeen bestuur worden gekozen voor vier jaren.

2. Zij treden af op de dag, bedoeld in artikel 16, eerste lid.

Artikel 10.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het waterschap is ten behoeve van de verkiezing onderverdeeld in vier kieskringen. Deze zijn aangeduid als kieskring I, kieskring II, kieskring III en kieskring IV.

2. Het gebied van de kieskringen is aangegeven op de in artikel 2, eerste en tweede lid, bedoelde kaarten.

Artikel 11.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. In kieskring I worden twee leden gekozen die de categorie ongebouwd vertegenwoordigen, één lid dat de categorie gebouwd vertegenwoordigt, twee leden die de categorie ingezetenen vertegenwoordigen en één lid dat de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd vertegenwoordigt;

2. In kieskring II worden twee leden gekozen die de categorie ongebouwd vertegenwoordigen, twee leden die de categorie gebouwd vertegenwoordigen, twee leden die de categorie ingezetenen vertegenwoordigen en één lid dat de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd vertegenwoordigt;

3. In kieskring III worden twee leden gekozen die de categorie ongebouwd vertegenwoordigen, drie leden die de categorie gebouwd vertegenwoordigen, vijf leden die de categorie ingezetenen vertegenwoordigen en één lid dat de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd vertegenwoordigt;

4. In kieskring IV wordt één lid gekozen dat de categorie ongebouwd vertegenwoordigt, één lid dat de categorie gebouwd vertegenwoordigt, drie leden die de categorie ingezetenen vertegenwoordigen en één lid dat de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd vertegenwoordigt.

Artikel 12.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Voor ieder van de leden van het algemeen bestuur wordt gelijktijdig een plaatsvervangend lid gekozen dat bij ontslag of overlijden of bij afwezigheid van het lid van het algemeen bestuur voor een periode van ten minste zes maanden, voor deze in de plaats treedt.

2. Ten aanzien van de verkiezing van de plaatsvervangers is artikel 8 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De leden van het algemeen bestuur die geen hoogheemraad zijn genieten voor iedere bijgewoonde vergadering een vergoeding, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het algemeen bestuur.

Artikel 14.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast.

Artikel 15.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als het daartoe heeft besloten.

2. Voorts vergadert het algemeen bestuur indien de dijkgraaf of het college van dijkgraaf en hoogheemraden het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit het algemeen bestuur bestaat schriftelijk, met opgave van redenen, daarom verzoekt.

Artikel 16.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het algemeen bestuur vergadert na de periodieke verkiezing van zijn leden voor de eerste maal in nieuwe samenstelling op de dag met ingang waarvan de leden van het algemeen bestuur in oude samenstelling aftreden.

2. In het geval, bedoeld in artikel 106, eerste lid, van het Kiesreglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, wordt de vergadering gehouden zo spoedig mogelijk nadat veertien dagen zijn verlopen na de onherroepelijke goedkeuring van de geloofsbrieven van meer dan de helft van de leden.

Artikel 17.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

2. Tegelijkertijd met de oproeping brengt de dijkgraaf dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 37, tweede lid, van de Waterschapswet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproeping op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

Artikel 18.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De vergadering van het algemeen bestuur wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

2. Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de dijkgraaf, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 19.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zonodig andere toehoorders te doen vertrekken.

2. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

3. Hij kan het algemeen bestuur voorstellen een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste zes maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 20.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Een lid van het algemeen bestuur neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

2. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het deelnemen aan de stemming verstaan het inleveren van een stembriefje.

3. Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.

4. Het eerste lid is niet van toepassing bij de beslissing betreffende de geloofsbrieven van de na periodieke verkiezing benoemde leden.

Artikel 21.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Een stemming is alleen geldig, indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing:

  • a. ingeval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van een of meer personen ten aanzien van wie in een vorige vergadering een stemming op grond van dat lid niet geldig was;

  • b. in een vergadering als bedoeld in artikel 18, tweede lid, voor zover het betreft onderwerpen die in de daaraan voorafgaande, ingevolge artikel 18, eerste lid, niet geopende vergadering aan de orde waren gesteld.

Artikel 22.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

2. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje.

Artikel 23.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen geschiedt bij gesloten en ongetekende stembriefjes.

2. Indien de stemmen staken over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden.

3. Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw, dan beslist terstond het lot.

Artikel 24.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling.

2. Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen.

3. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.

4. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

5. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

6. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit het algemeen bestuur bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.

Artikel 25.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het algemeen bestuur kan, onverminderd het bepaalde in artikel 83, tweede lid, van de Waterschapswet, aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden bevoegdheden van het algemeen bestuur overdragen.

2. Daarbij kan niet worden overgedragen de bevoegdheid tot:

§ 3. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 26.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden bestaat uit de dijkgraaf en vier hoogheemraden.

Artikel 27.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De benoeming van de hoogheemraden vindt op zodanige wijze plaats dat elk van de categorieën van belanghebbenden, bedoeld in artikel 6, onder a, b, c en d, met één hoogheemraad in het college is vertegenwoordigd.

Artikel 28.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De benoeming van hoogheemraden na de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 16.

Artikel 29.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

In het geval van artikel 28 gaat de benoeming van degene die zijn benoeming tot hoogheemraad heeft aangenomen in op het tijdstip waarop ten minste twee hoogheemraden hun benoeming hebben aangenomen of, indien de aanneming van de benoeming op een later tijdstip plaatsvindt, op dat tijdstip.

Artikel 30.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De benoeming van een hoogheemraad ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt, geschiedt zo spoedig mogelijk, doch tenzij het algemeen bestuur in een bijzonder geval anders beslist, eerst nadat opengevallen plaatsen in het algemeen bestuur zijn vervuld.

Artikel 31.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De benoemde hoogheemraad wordt geacht de benoeming niet aan te nemen indien op de tiende dag na kennisgeving van de benoeming door middel van een aangetekende brief nog geen mededeling van hem is ontvangen dat hij de benoeming aanneemt.

Artikel 32.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Wanneer de benoeming niet is aangenomen, geschiedt zo spoedig mogelijk een nieuwe benoeming.

Artikel 33.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Vanaf het tijdstip van aftreden van de hoogheemraden tot het tijdstip waarop na de verkiezing van het nieuwe algemeen bestuur, ten minste twee hoogheemraden de benoeming hebben aangenomen, treedt de dijkgraaf in de plaats van het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

Artikel 34.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Een hoogheemraad kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur.

2. Het ontslag gaat in met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop hij ontslag heeft genomen of zoveel eerder als zijn opvolger de benoeming heeft aangenomen.

Artikel 35.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Schorsing in en tussentijds verlies van het lidmaatschap van het algemeen bestuur brengt terstond schorsing in onderscheidenlijk verlies van het ambt van hoogheemraad mede.

Artikel 36.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Over een voorstel tot het verlenen van ontslag als bedoeld in artikel 41, vijfde lid, van de Waterschapswet wordt niet beraadslaagd of besloten, dan nadat het algemeen bestuur ten minste twee weken en ten hoogste drie maanden tevoren heeft verklaard, dat de betrokken hoogheemraad het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.

2. De oproeping tot de vergadering, waarin over dat voorstel wordt beraadslaagd of besloten, wordt ten minste achtenveertig uur voor de aanvang of zoveel eerder als het algemeen bestuur heeft bepaald, bij de leden van het algemeen bestuur bezorgd. Zij vermeldt het voorstel tot het verlenen van ontslag als bedoeld in artikel 41, vijfde lid, van de Waterschapswet.

3. Artikel 18 is niet van toepassing bij besluiten van het algemeen bestuur ingevolge artikel 41, vijfde lid, van de Waterschapwet of ingevolge dit artikel.

Artikel 37.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Bij verhindering, ontstentenis of ontslag van een hoogheemraad, of indien een hoogheemraad met de waarneming van het ambt van dijkgraaf is belast, wordt hij zo nodig vervangen door een lid van het algemeen bestuur, aan te wijzen door het algemeen bestuur.

2. De toekenning van een vergoeding ten laste van het waterschap aan degene die met de waarneming van het ambt van hoogheemraad is belast, wordt geregeld bij de provinciale verordening, bedoeld in artikel 44 van de Waterschapswet.

Artikel 38.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast, dat aan het algemeen bestuur wordt toegezonden.

Artikel 39.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf stelt, met inachtneming van hetgeen het college van dijkgraaf en hoogheemraden heeft bepaald, dag en plaats van de vergadering van het college en het tijdstip van de opening vast.

2. De dijkgraaf maakt dag en plaats van te houden openbare vergaderingen en het tijdstip van de opening bekend.

Artikel 40.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. In de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden kan slechts worden beraadslaagd en besloten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

2. Indien het vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, belegt de dijkgraaf, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering.

3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het college kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd, alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 41.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De artikelen 20, eerste tot en met derde lid, 21 en 22 zijn ten aanzien van de vergaderingen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van overeenkomstige toepassing.

Artikel 42.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Indien bij een stemming, anders dan over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen, de stemmen staken, wordt opnieuw gestemd.

2. Staken de stemmen andermaal over hetzelfde voorstel, dan beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 43.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het algemeen bestuur kan regelen van welke besluiten van het college van dijkgraaf en hoogheemraden aan de leden van het algemeen bestuur kennisgeving wordt gedaan. Daarbij kan het algemeen bestuur de gevallen bepalen waarin met terinzagelegging kan worden volstaan.

2. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden laat de kennisgeving of terinzagelegging achterwege voor zover deze in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 44.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Ingestelde beroepen of ingebrachte bezwaren als bedoeld in artikel 86, vierde lid van de Waterschapswet worden slechts ingetrokken als het algemeen bestuur daartoe beslist.

§ 4. De dijkgraaf

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 45.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De aanbeveling voor de benoeming van de dijkgraaf, bedoeld in artikel 46, derde lid, van de Waterschapswet vindt plaats met inachtneming van een stemming in het algemeen bestuur.

2. Voor iedere plaats op de aanbeveling wordt afzonderlijk gestemd.

3. Van de gehouden stemmingen wordt staande de vergadering een proces-verbaal opgemaakt, dat door de dijkgraaf en de secretaris wordt ondertekend.

4. Het proces-verbaal van de stemmingen, bedoeld in het derde lid, wordt meegezonden met de overeenkomstig artikel 46, derde lid, van de Waterschapswet aan gedeputeerde staten te zenden aanbeveling.

Artikel 46.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De in artikel 45 bedoelde stemming wordt, indien het een vacature ten gevolge van periodieke aftreding betreft, ten minste twee maanden vóór de datum van aftreding, en indien het een tussentijdse vacature betreft, binnen vier maanden na het ontstaan van de vacature gehouden.

Artikel 47.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De aflegging van de eed (verklaring en belofte), bedoeld in artikel 50 van de Waterschapswet, vindt plaats in handen van de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht.

Artikel 48.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf heeft zijn werkelijke woonplaats in het gebied van het waterschap.

2. Het algemeen bestuur kan van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen, indien het belang van het waterschap zich daartegen niet verzet.

Artikel 49.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Alle aan het algemeen bestuur of aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden gerichte stukken worden door of namens de dijkgraaf geopend.

2. Van de ontvangst van aan het algemeen bestuur gerichte stukken die niet terstond in de vergadering van het algemeen bestuur aan de orde worden gesteld, doet hij in de eerstvolgende vergadering van dat bestuursorgaan mededeling.

Artikel 50.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Bij verhindering of ontstentenis van de dijkgraaf wordt zijn ambt waar genomen door een hoogheemraad, door het college van dijkgraaf en hoogheemraden aan te wijzen.

2. Bij verhindering of ontstentenis van alle hoogheemraden wordt het ambt waargenomen door het oudste lid in jaren van het algemeen bestuur, tenzij het algemeen bestuur een ander lid met de waarneming belast.

Artikel 51.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden kan de dijkgraaf toestaan de ondertekening van stukken die van dat college uitgaan op te dragen aan een ander lid van het dagelijks bestuur, aan de secretaris of aan een of meer andere ambtenaren van het waterschap.

§ 5. Afdelingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 52.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het algemeen bestuur kan afdelingen instellen. Het gebied van de in te stellen afdelingen is alsdan gelijk aan dat van de kieskringen, bedoeld in artikel 10. De besturen van de afdelingen bestaan alsdan in elk geval uit de in de overeenkomstige kieskring gekozen leden van het algemeen bestuur.

2. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, eerste volzin, regelt het algemeen bestuur de taken van de afdelingen, de verdere samenstelling alsmede de inrichting en bevoegdheden van haar besturen. Het algemeen bestuur kan daarbij tevens toepassing geven aan het bepaalde in de artikelen 83, eerste lid, en 87, eerste lid, van de Waterschapswet. Artikel 25, tweede lid, is alsdan van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de overdracht van bevoegdheden. De artikelen 15, 17 tot en met 24 en 38 zijn alsdan van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vergaderingen van het afdelingsbestuur.

§ 6. De secretaris

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 53.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De secretaris wordt door het algemeen bestuur benoemd uit een door het college van dijkgraaf en hoogheemraden in te dienen voordracht van zo mogelijk twee personen.

Artikel 54.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 33, eerste en tweede lid, van de Waterschapswet is ten aanzien van de secretaris van overeenkomstige toepassing.

Artikel 55.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het algemeen bestuur stelt in een instructie nadere regels vast over de taak van de secretaris en regelt de vervanging.

Hoofdstuk 3. Het onderhoud van waterstaatswerken

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 56.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a. waterkeringen: de dijken, kaden, natuurlijke hoogten en peilscheidingen, onder welke benaming ook, die dienen tot kering van water; zij worden in de legger, bedoeld in artikel 64, naar de mate van hun belang onderscheiden in primaire waterkeringen, secundaire waterkeringen en tertiaire waterkeringen;

  • b. watergangen: de oppervlaktewateren, met inbegrip van de waterbodems en taluds, die dienen voor de af- of aanvoer of berging van water; zij worden in de legger naar de mate van hun belang onderscheiden in primaire watergangen, secundaire watergangen en tertiaire watergangen;

  • c. kunstwerken: de waterstaatkundige bouwwerken die een functie hebben of mede een functie hebben voor de waterkering of de waterbeheersing;

  • d. aangelanden: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van aan watergangen grenzende percelen. Indien een watergang aan een openbare weg grenst, kan in de legger de onderhoudsplichtige van de weg als aangeland worden aangemerkt.

Artikel 57.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Indien een onroerende zaak is onderworpen aan het recht van erfpacht, van opstal of van vruchtgebruik, treedt voor de toepassing van dit hoofdstuk de genothebbende van het desbetreffende recht in de plaats van de eigenaar.

2. Indien een onroerende zaak is onderworpen aan meer van die beperkte rechten, heeft voor de toepassing van dit hoofdstuk de vruchtgebruiker voorrang boven zowel de opstaller als de erfpachter en heeft de opstaller voorrang boven de erfpachter.

Artikel 58.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien in het kader van de uitvoering van een landinrichtingsproject percelen tijdelijk in gebruik zijn gegeven overeenkomstig een plan van tijdelijk gebruik als bedoeld in artikel 189 van de Landinrichtingswet (Stb. 1985, 299) dan wel aan de toekomstige gerechtigden in gebruik zijn gegeven overeenkomstig het plan van toedeling, bedoeld in artikel 196 van genoemde wet, treden voor de toepassing van dit hoofdstuk de in elk van beide plannen aangegeven gebruikers in de plaats van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van die percelen.

Artikel 59.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het onderhoud van primaire waterkeringen met daartoe behorende kunstwerken geschiedt door het waterschap, tenzij het onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam of de N.V. Nederlandse Spoorwegen.

2. In afwijking van het eerste lid kan het onderhoud van primaire waterkeringen inzake het maaien en onderhouden van de grasmat in de legger ten laste worden gebracht van degene die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot daarvan heeft.

Artikel 60.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het onderhoud van secundaire waterkeringen met de daartoe behorende kunstwerken geschiedt inzake de instandhouding van het profiel door het waterschap, tenzij dit onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam of de N.V. Nederlandse Spoorwegen.

Artikel 61.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het onderhoud van primaire watergangen geschiedt door het waterschap, tenzij het onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam of de N.V. Nederlandse Spoorwegen.

2. Het onderhoud van in of over primaire watergangen gelegen peilregelende kunstwerken en overige kunstwerken geschiedt inzake het voor een goede doorstroming schoonhouden van het natte profiel door het waterschap, tenzij dit onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam, de N.V. Nederlandse Spoorwegen of de houder van een keurvergunning.

Artikel 62.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het onderhoud van secundaire watergangen geschiedt inzake de instandhouding van het profiel door het waterschap, tenzij dit onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam of de N.V. Nederlandse Spoorwegen.

2. Het onderhoud van in of over secundaire watergangen gelegen kunstwerken geschiedt inzake het voor een goede doorstroming schoonhouden van het natte profiel door het waterschap, tenzij dit onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam, de N.V. Nederlandse Spoorwegen of de houder van een keurvergunning.

Artikel 63.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. In afwijking van de artikelen 61 en 62 kan, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, het in die artikelen bedoelde onderhoud, voorzover dat bij het waterschap berust, geheel of gedeeltelijk ten laste worden gebracht van een aangeland dan wel, indien het een kunstwerk betreft, van degene bij wie het overige onderhoud van het desbetreffende kunstwerk berust.

2. Bij een zodanig besluit verbindt het waterschap zich tot een afkoopbare jaarlijkse uitkering aan hem die met het onderhoud wordt belast, welke uitkering niet lager mag worden gesteld dan hetgeen per jaar voor behoorlijk onderhoud wordt vereist.

3. Het tweede lid is niet van toepassing indien:

  • a. er sprake is van onevenredig onderhoudsverzwarende omstandigheden die aan de aangeland moeten worden toegerekend;

  • b. omtrent de overneming van het onderhoud in afwijkende zin overeenstemming is bereikt;

  • c. het betreft het afmaaien en opzetten van de kanten of taluds van de watergangen langs de kopeinden van de percelen.

Artikel 64.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. In de legger, bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet, worden aangegeven:

  • a. de primaire en secundaire waterkeringen met de daartoe behorende kunstwerken en de tertiaire waterkeringen;

  • b. de primaire en secundaire watergangen met de daarin of daarover gelegen kunstwerken voor zover deze onderdeel uitmaken van wegen of spoorwegen, de peilregelende kunstwerken en de tertiaire watergangen.

De betrokken waterstaatswerken worden tevens aangegeven op een bij de legger behorende kaart met een schaal van ten minste 1:10 000, dit met uitzondering van de tertiaire watergangen.

2. De legger kan worden gesplitst per categorie van waterstaatswerken als aangegeven in het eerste lid.

Artikel 65.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Ten aanzien van de vaststelling van de legger zijn de artikelen 73 en 74 van de Waterschapswet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 66.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De legger strekt, behoudens tegenbewijs, tot vaststelling van de daarin vermelde onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen.

Artikel 67.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het voldoen aan een onderhoudsplicht krachtens de legger kan door het college van dijkgraaf en hoogheemraden op schriftelijk verzoek van de onderhoudsplichtige worden vervangen door betaling van een bijdrage.

2. De hoogte van de door de onderhoudsplichtige te betalen bijdrage wordt door het college van dijkgraaf en hoogheemraden vastgesteld.

Artikel 68.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien wijziging in de functie van een waterstaatswerk voor een belanghebbende een onevenredige lastenverzwaring met zich brengt die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het algemeen bestuur hem, voor zover niet op andere wijze in een redelijke tegemoetkoming is of kan worden voorzien, op zijn schriftelijk verzoek een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming in die lastenverzwaring toe.

De tegemoetkoming kan worden bepaald in geld of op andere wijze.

Artikel 69.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van en de gebruikers van waterstaatswerken en percelen, die toegang geven tot die waterstaatswerken, zijn verplicht ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden welke door of onder toezicht van het waterschap geschieden:

  • a. materiaal, waaronder machines, toe te laten;

  • b. alle tijdelijke werkzaamheden en verrichtingen, waaronder begrepen het doen van gravingen, metingen, het stellen van tekens en het vervoer en de tijdelijke neerlegging van aarde en bouwstoffen, toe te staan.

2. Van de te verrichten werkzaamheden moeten de gebruikers van de betrokken waterstaatswerken en percelen vanwege het waterschap, ten minste twee maal vierentwintig uur tevoren schriftelijk in kennis worden gesteld.

3. Het waterschap is gehouden de betrokken waterstaatswerken en percelen zoveel mogelijk achter te laten in de staat waarin zij tevoren verkeerden.

4. Indien een belanghebbende ten gevolge van werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, schade lijdt, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het college van dijkgraaf en hoogheemraden hem, voor zover niet op andere wijze in een redelijke vergoeding is of kan worden voorzien, op zijn schriftelijk verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. De vergoeding kan worden bepaald in geld of op andere wijze.

Hoofdstuk 4. De omslagen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 70.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van taken als genoemd in artikel 3, onder a, b en d, die het waterschap zijn opgedragen, kunnen omslagen worden geheven van hen die:

  • a. krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken;

  • b. krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken;

  • c. ingezetenen zijn.

Artikel 71.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Bij de toedeling van de kostendelen in het kader van de ingevolge artikel 119, eerste lid, van de Waterschapswet vast te stellen verordening neemt het algemeen bestuur de volgende uitgangspunten in acht:

  • a. Het kostenaandeel van de ingezetenen in de waterkeringszorg wordt bepaald met inachtneming van de bevolkingsdichtheid van het gebied;

  • b. De resterende kosten van de waterkeringszorg worden toegedeeld aan de categorieën ongebouwd en gebouwd in verhouding van de globale waarde in het economisch verkeer van het geheel van de ongebouwde onderscheidenlijk gebouwde onroerende zaken in de bij die taak belanghebbende gebieden;

  • c. Het aandeel van de categorie ingezetenen in de kosten van het kwantitatief oppervlaktewaterbeheer wordt bepaald met inachtneming van de mate waarin deze categorie voor haar functioneren in het waterschapsgebied afhankelijk is van de waterstaatkundige verzorging door het waterschap;

  • d. De resterende kosten van het kwantitatief oppervlaktewaterbeheer worden toegedeeld aan de categorieën ongebouwd en gebouwd in verhouding van de bij benadering te bepalen kosten van het waterstaatkundig vereiste voorzieningenniveau van het geheel van de ongebouwde onderscheidenlijk gebouwde onroerende zaken in de bij die taak belanghebbende gebieden;

  • e. De kosten van het vaarwegbeheer die ten laste blijven van het waterschap worden toegevoegd aan de kosten van het kwantitatief oppervlaktewaterbeheer.

Hoofdstuk 5. Het toezicht

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 72.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het bij of krachtens reglement of andere provinciale verordening dan wel bij wet of algemene maatregel van bestuur aan gedeputeerde staten opgedragen toezicht alsmede de daarin aan gedeputeerde staten toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door gedeputeerde staten van Utrecht, tenzij anders is bepaald.

Artikel 73.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Aan de goedkeuring van gedeputeerde staten zijn onderworpen de peilbesluiten, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Wet op de waterhuishouding (Stb. 1989, 285), met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 27, tweede lid, van de Verordening waterhuishouding provincie Utrecht 1992 (Prov. blad van Utrecht 1992, nr. 17) alsmede van artikel 18, eerste lid, van de Interim-verordening waterhuishouding Woerden (Prov. blad van Utrecht 1992, nr. 20), gedeputeerde staten van die provincie het bevoegde orgaan zijn waarin het gebied waarop het peilbesluit betrekking heeft, grotendeels is gelegen.

Artikel 74.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Aan gedeputeerde staten wordt mededeling gedaan van de totstandkoming van besluiten tot:

  • a. het vaststellen of wijzigen van verordeningen, voor zover deze niet aan goedkeuring zijn onderworpen;

  • b. het vaststellen of wijzigen van de legger;

  • c. het instellen van afdelingen en het regelen van de taken van die afdelingen en de samenstelling en inrichting van haar besturen;

  • d. het treffen van geldelijke voorzieningen ten behoeve van de leden van het algemeen bestuur en hun plaatsvervangers;

  • e. de aanleg en verbetering van waterstaatswerken, voor zover deze betrekking hebben op werken waarvan in betekenende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen omslagen is te verwachten;

  • f. het kopen, ruilen, vervreemden of bezwaren van waterstaatswerken, niet zijnde het vestigen van een recht van opstal uitsluitend ten behoeve van de aanleg of het onderhoud van ondergrondse dan wel bovengrondse leidingen;

  • g. het aangaan van overeenkomsten met een openbaar lichaam dan wel met de N.V. Nederlandse Spoorwegen, die essentiële onderdelen betreffen van de waterstaat, alsmede tot het wijzigen en opzeggen van die overeenkomsten;

  • h. het oprichten van of deelnemen in rechtspersonen.

Artikel 75.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Toepassing van artikel 107, vijfde lid, tweede volzin, van de Waterschapswet vindt plaats door de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 76.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Bijlage 2. Kiesreglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 1.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a. Waterschap: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • b. Reglement: Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • c. categorie ongebouwd: de categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 6, onder a, van het Reglement;

  • d. categorie gebouwd: de categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 6, onder b, van het Reglement;

  • e. categorie ingezetenen: de categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 6, onder c, van het Reglement;

  • f. categorie gebruikers bedrijfsgebouwd: de categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 6, onder d, van het Reglement.

Artikel 2.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De bepalingen in dit reglement ten aanzien van de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de verkiezing van de plaatsvervangende leden.

Hoofdstuk 2. De verkiezing van de leden van het algemeen bestuur

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Titel 1. Algemene bepaling

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 3.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Voor de verkiezing van de leden en plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur vindt in iedere kieskring van het waterschap voor iedere categorie van belanghebbenden een afzonderlijke verkiezing plaats.

Artikel 4.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De leden van het algemeen bestuur vertegenwoordigende de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd alsmede hun plaatsvervangers worden gekozen door de leden van de Samenwerkende Kamers van Koophandel en fabrieken in de provincie Utrecht.

2. De verkiezing vindt plaats met inachtneming van de vertegenwoordiging zoals aangegeven in artikel 11 van het Reglement.

Artikel 5.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De kieskringen I, II, III en IV worden gevormd door de geheel of gedeeltelijk binnen die kieskringen gelegen gemeenten zoals aangegeven op de kaart bedoeld in artikel 10 van het Reglement.

2. Indien een gemeente in meer dan een kieskring is gelegen kan het algemeen bestuur, in afwijking van de kaart bedoeld in het eerste lid, bepalen dat een gemeente wordt gerekend te behoren tot een door dat bestuur aan te wijzen kieskring.

Titel 2. Het tijdstip van aftreden van de leden van het algemeen bestuur

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 6.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De leden van het algemeen bestuur treden af met ingang van de eerste dinsdag van september in het jaar van periodieke verkiezing.

Titel 3. Het hoofdstembureau

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 7.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur wordt één hoofdstembureau ingesteld. Het is gevestigd in de gemeente, daartoe aangewezen door het algemeen bestuur.

2. Het hoofdstembureau bestaat uit vijf leden, van wie er één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter is.

3. De dijkgraaf is voorzitter van het hoofdstembureau. De plaatsvervangend voorzitter en de andere leden alsmede drie plaatsvervangende leden worden door het college van dijkgraaf en hoogheemraden benoemd en ontslagen.

4. De benoemingen geschieden voor vier kalenderjaren. Degene, die ter vervulling van een opengevallen plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Artikel 8.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het algemeen bestuur stelt de vergoedingen van de voorzitter en van de leden van het hoofdstembureau vast.

Artikel 9.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Voor het houden van de zittingen van het hoofdstembureau wijst het college van dijkgraaf en hoogheemraden een geschikte ruimte aan.

Titel 4. De kandidaatstelling

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Hoofdstuk 1. De opgave van kandidaten

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 10.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur vindt plaats op de eerste dinsdag van april. Indien de derde dag na de kandidaatstelling, bedoeld in artikel 18, Goede Vrijdag is, vindt de kandidaatstelling plaats op de eerste maandag van april.

Artikel 11.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Op de dag van de kandidaatstelling kunnen bij de voorzitter van het hoofdstembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau op de secretarie van het waterschap van negen tot achttien uur opgaven van kandidaten worden ingeleverd. De formulieren voor de opgave van kandidaten zijn kosteloos verkrijgbaar en worden op aanvraag toegezonden vanaf het in het tweede lid bedoelde tijdstip.

2. Ten minste drie weken voor de kandidaatstelling brengt de dijkgraaf dit ter openbare kennis. In de bekendmaking wordt tevens melding gemaakt van de vereisten voor kandidaatstelling.

3. De opgave wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 12.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De opgave moet zijn ondertekend door ten minste tien personen, niet zijnde de kandidaat of de kandidaat-plaatsvervanger zelf, die binnen de kieskring waarvoor de opgave geldt, bevoegd zijn tot kandidaatstelling krachtens artikel 18 van de Waterschapswet.

2. Niemand mag per categorie van belanghebbenden meer dan één opgave ondertekenen.

3. Een ondertekening kan niet worden ingetrokken nadat de opgave is ingeleverd.

4. De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één ingeleverde opgave, ongeacht of het verschillende verkiezingen als bedoeld in artikel 3 betreft.

Artikel 13.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Bij de opgave wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van de daarop voorkomende kandidaten, dat zij instemmen met hun kandidaatstelling.

2. Een overgelegde verklaring van instemming kan niet worden ingetrokken.

3. De formulieren voor de verklaring van instemming zijn kosteloos verkrijgbaar en worden op aanvraag toegezonden vanaf het in artikel 11, tweede lid, bedoelde tijdstip.

4. De verklaring wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 14.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De inlevering van de opgave geschiedt persoonlijk door één van de onder tekenaars. De kandidaten kunnen bij de inlevering aanwezig zijn.

2. Degene die de opgave heeft ingeleverd, ontvangt van de voorzitter van het hoofdstembureau of van het door deze aangewezen lid van dat bureau een bewijs daarvan.

Hoofdstuk 2. Het onderzoek en de openbaarmaking van de opgaven van de kandidaten

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 15.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Op de dag van de kandidaatstelling, om twintig uur, houdt het hoofdstembureau een zitting tot het onderzoeken van de opgaven.

Artikel 16.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Indien bij het onderzoek blijkt van één of meer van de volgende verzuimen, geeft het hoofdstembureau onverwijld kennis bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs aan degene, die de opgave heeft ingeleverd, dat:

  • a. de opgave niet is ondertekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, eerste lid. Bij de vaststelling van het aantal ondertekenaars, blijft buiten beschouwing de ondertekenaar die per categorie van belanghebbenden meer dan één opgave heeft ondertekend;

  • b. de opgave meer namen bevat dan die van één kandidaat voor het lidmaatschap van het algemeen bestuur en zijn kandidaat-plaatsvervanger;

  • c. de verklaring van een kandidaat ontbreekt dat hij instemt met zijn kandidaatstelling;

  • d. de opgave niet persoonlijk is ingeleverd door één van de ondertekenaars.

2. Uiterlijk op de derde dag na de kandidaatstelling kan degene die de opgave heeft ingeleverd het verzuim of verzuimen in de kennisgeving aangeduid, herstellen op de secretarie van het waterschap, van negen tot achttien uur.

3. In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder d, kan één van de ondertekenaars, door persoonlijke verschijning op de secretarie zich alsnog in de plaats stellen van hem die de opgave heeft ingeleverd zonder daartoe bevoegd te zijn; hij wordt dan geacht de opgave persoonlijk te hebben ingeleverd.

Artikel 17.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Onmiddellijk nadat de opgaven door het hoofdstembureau zijn onderzocht, worden deze door de voorzitter op de secretarie van het waterschap voor een ieder ter inzage gelegd.

Artikel 18.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Op de derde dag na de kandidaatstelling beslist het hoofdstembureau in een openbare zitting die om twintig uur aanvangt, over de geldigheid van de opgaven.

Artikel 19.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Ongeldig is de opgave:

  • a. die niet op de dag van de kandidaatstelling tussen negen en achttien uur bij de voorzitter of het door deze aangewezen lid van het hoofdstembureau is ingeleverd;

  • b. die niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, eerste lid, is ondertekend; artikel 16, eerste lid, onder a, laatste volzin, is hierbij van toepassing;

  • c. die niet is ingericht overeenkomstig het door het algemeen bestuur vastgestelde model;

  • d. die niet persoonlijk is ingeleverd door één van de ondertekenaars;

  • e. waarbij de verklaring van de kandidaat ontbreekt dat hij instemt met zijn kandidaatstelling;

  • f. waarop de naam van een kandidaat voorkomt die krachtens artikel B5, eerste lid, van de Kieswet van het kiesrecht is uitgesloten;

  • g. waarop de naam van een kandidaat voorkomt die op meer dan één van de bij het hoofdstembureau ingeleverde opgaven voorkomt, indien ook de verklaring van de kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling bij meer dan één opgave is overgelegd;

  • h. die meer namen bevat dan die van één kandidaat voor het lidmaatschap van het algemeen bestuur en zijn kandidaat-plaatsvervanger;

  • i. waarop de naam van een kandidaat voorkomt, van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wel een afschrift van de akte van overlijden is overgelegd.

Artikel 20.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Zodra de beslissing, bedoeld in artikel 18, onherroepelijk is geworden, maakt de voorzitter van het hoofdstembureau de opgaven onverwijld openbaar door deze voor een ieder ter inzage te leggen op de secretarie van het waterschap. Van de terinzagelegging wordt tegelijk door hem openbare kennisgeving gedaan.

Artikel 21.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Artikel 19, eerste lid, van de Waterschapswet is van toepassing per kieskring.

2. Een besluit van het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Waterschapswet, wordt uiterlijk op de vierentwintigste dag na de kandidaatstelling genomen.

3. Van de daartoe te houden stemmingen wordt staande de vergadering een proces-verbaal opgemaakt, dat door de dijkgraaf en de secretaris wordt ondertekend.

4. Het bepaalde in artikel 20 ten aanzien van de openbaarmaking is van overeenkomstige toepassing op het besluit tot kandidaatstelling van het algemeen bestuur en op het proces-verbaal, bedoeld in het derde lid.

Artikel 22.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien zich in een kieskring een situatie voordoet als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Waterschapswet wordt dat vermeld in het proces-verbaal, bedoeld in artikel 92.

Artikel 23.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Van de in de artikelen 15 en 18 bedoelde zittingen wordt proces-verbaal opgemaakt.

2. De bij de in artikel 18 bedoelde zitting aanwezige stemgerechtigden kunnen bezwaren inbrengen. Van deze bezwaren wordt in het proces-verbaal melding gemaakt.

3. De processen-verbaal worden opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

4. De voorzitter van het hoofdstembureau doet het proces-verbaal op de secretarie van het waterschap voor een ieder ter inzage leggen. Van de terinzagelegging wordt tegelijk openbare kennisgeving door hem gedaan.

Titel 5. De verkiezing

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Afdeling 1. Algemene bepaling

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 24.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De verkiezing vindt plaats met inachtneming van de bepalingen in deze titel.

2. Indien met betrekking tot een categorie van belanghebbenden in een kieskring artikel 17, tweede lid van de Waterschapswet van toepassing is, vindt in die kieskring voor die categorie geen stemming plaats.

Afdeling 2. Het kiesrecht

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 25.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Voor het bezit van het stemrecht, bedoeld in artikel 19 van de Waterschapswet, is vereist dat het bedrag van de belastingplicht ten minste gelijk staat aan het voor een omslag over 25 are verschuldigde bedrag.

Artikel 26.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Ten aanzien van onroerende zaken waarvan de eigenaar, bezitter of beperkt gerechtigde een rechtspersoon is kunnen de bevoegdheid tot kandidaatstelling alsmede het stemrecht alleen worden uitgeoefend door één van degenen die tot vertegenwoordiging bevoegd is.

Artikel 27.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Een stemgerechtigde voor de verkiezing van de vertegenwoordigers van de categorieën ongebouwd en gebouwd bezit uitsluitend een stem in de kieskring waarin hij voor het genot van onroerende zaken voor het desbetreffende jaar voor het grootste bedrag belastingplichtig is.

Afdeling 3. De registratie van de stemgerechtigdheid

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 28.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Van de in het register, bedoeld in artikel 29 van de Waterschapswet, opgenomen stemgerechtigden worden voor iedere kieskring afzonderlijk vermeld:

  • a. de geslachtsnamen, de beginletters van de voornamen en de adressen van natuurlijke personen en de namen en adressen van rechtspersonen en van vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid;

  • b. de categorieën van belanghebbenden waarvoor het stemrecht geldt.

2. Het register wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 29.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De dijkgraaf brengt uiterlijk op de dertigste dag voor de kandidaatstelling ter openbare kennis dat een ieder de in artikel 30, eerste lid, van de Waterschapswet bedoelde inlichtingen kan verkrijgen.

Afdeling 4. Stemdistricten en stembureaus

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 30.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Een kieskring wordt verdeeld in stemdistricten.

2. Iedere gemeente is een stemdistrict. Het aantal stemgerechtigden per stemdistrict bedraagt ten hoogste 2500.

Bij overschrijding van dit aantal wordt de gemeente in meer stemdistricten verdeeld. De verdeling geschiedt op zodanige wijze dat kernen met meer dan 600 stemgerechtigden als afzonderlijk stemdistrict worden aangemerkt.

3. Gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen van het in het tweede lid bepaalde aantal stemgerechtigden.

Artikel 31.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Er is voor elk stemdistrict één stembureau.

2. Elk stembureau bestaat uit drie leden, van wie er één voorzitter is.

3. Op de leden van het stembureau is het bepaalde in artikel 8 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 32.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden benoemt tijdig voor elke verkiezing de leden van elk stembureau en een voldoende aantal plaatsvervangende leden.

Afdeling 5. De stemming

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 33.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De stemming vindt plaats op de vijftigste dan wel, indien artikel 10, laatste volzin, van toepassing is, op de éénenvijftigste dag na de kandidaatstelling. Indien de vijftigste dag na de kandidaatstelling de dag voor Hemelvaartsdag is, vindt de stemming plaats op de zevenenvijftigste dag.

2. De stemming vangt aan om acht uur en duurt tot negentien uur.

Artikel 34.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De stemming geschiedt in elke kieskring over de kandidaten, van wie de namen voorkomen op de voor die kieskring geldig verklaarde opgaven.

2. Er vindt per categorie van belanghebbenden een stemming plaats.

Artikel 35.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden wijst voor elk stemdistrict het stemlokaal aan.

2. De dijkgraaf draagt zorg voor de inrichting van het stemlokaal en wijst zonodig personen aan, die het stembureau ten dienste worden gesteld.

Artikel 36.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De stemgerechtigde stemt in het stemlokaal van het voor hem aangewezen stemdistrict.

§ 2. De oproeping voor de stemming

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 37.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Ten minste veertien dagen voor de stemming ontvangt elke stemgerechtigde, die bevoegd is tot uitoefening van het stemrecht, van de dijkgraaf een oproepingskaart.

2. De oproepingskaart wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 38.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Aan de tot uitoefening van het stemrecht bevoegde stemgerechtigde wiens oproepingskaart in het ongerede is geraakt of die geen kaart heeft ontvangen, wordt op zijn aanvraag door of vanwege de dijkgraaf een nieuwe oproepingskaart uitgereikt, mits hij voldoende van zijn identiteit doet blijken.

Tot zodanige uitreiking is ook het stembureau bevoegd.

Artikel 39.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf brengt een lijst met opgaven van kandidaten en hun plaatsvervanger per categorie van belanghebbenden ter kennis van de stemgerechtigden door deze al dan niet tegelijk met de oproepingskaart, doch ten minste drie dagen voor de dag van de stemming aan het adres van de stemgerechtigden te doen bezorgen.

2. De namen van de kandidaten worden in alfabetische volgorde geplaatst.

3. De dijkgraaf draagt er zorg voor dat de lijst met opgaven van kandidaten en hun plaatsvervangers op de dag van de stemming bij de ingang van het stemlokaal duidelijk leesbaar wordt opgehangen.

Artikel 40.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Ten minste drie dagen voor de stemming wordt door de dijkgraaf ter openbare kennis gebracht de naam van het waterschap en de kieskring, waarvoor en de dag en de uren, waarop de stemming plaatsvindt.

§ 3. Het stembureau

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 41.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De voorzitter en de leden van het stembureau, alsmede de personen die het stembureau ten dienste staan, kunnen bij dat stembureau aan de stemming deelnemen, indien zij stemgerechtigd zijn in de kieskring waarvoor de verkiezing wordt gehouden.

2. Indien zij behoren tot een ander stemdistrict wordt van het uitbrengen van hun stem melding gemaakt in het proces-verbaal.

Artikel 42.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Gedurende de zitting zijn steeds de voorzitter en twee leden van het stembureau aanwezig.

2. Het stembureau bepaalt wie als tweede en derde lid van het stembureau optreden.

3. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het tweede lid en bij diens ontstentenis het derde lid als voorzitter op.

4. Bij ontstentenis van een lid treedt een door of vanwege het college van dijkgraaf en hoogheemraden aan te wijzen plaatsvervangend lid op.

5. Indien geen plaatsvervangend lid beschikbaar is, verzoekt de voorzitter een van de in het stemlokaal aanwezige stemgerechtigden die hij daartoe geschikt acht, als zodanig op te treden totdat dit wel het geval is.

6. Van de wisselingen in de samenstelling van het stembureau wordt in het proces-verbaal aantekening gehouden met opgave van de tijd van de vervanging.

Artikel 43.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien bij het nemen van een beslissing door het stembureau de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

§ 4. De inrichting van stemlokaal

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 44.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het stemlokaal is zodanig ingericht dat het stemgeheim is gewaarborgd.

Artikel 45.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. In het stemlokaal zijn geplaatst een tafel voor het stembureau, een stembus en een of meer stemhokjes.

2. De toegang tot de stemhokjes moet zichtbaar zijn voor het publiek.

3. In ieder stemhokje bevindt zich een handleiding voor de stemgerechtigde. De handleiding wordt opgemaakt door het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

4. De tafel voor het stembureau is zo geplaatst dat de stemgerechtigden de verrichtingen van het stembureau kunnen gadeslaan.

Artikel 46.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Op de tafel voor het stembureau ligt een exemplaar van dit reglement met de uitvoeringsvoorschriften alsmede een uittreksel uit de registers, bedoeld in de artikelen 21 en 29 van de Waterschapswet, bevattende een genummerde opgave van de stemgerechtigden die in het stemdistrict bevoegd zijn tot uitoefening van het stemrecht.

Artikel 47.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De stembus staat bij de tafel, binnen het bereik van het lid van het stembureau dat belast is met de in artikel 53, derde lid, bedoelde taak.

2. Tijdig voor de aanvang van de stemming sluit het stembureau de stembus, na zich ervan overtuigd te hebben dat zij leeg is.

§ 5. De stembiljetten

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 48.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Op het bij de verkiezing te bezigen stembiljet zijn aan de ene zijde gedrukt, in alfabetische volgorde, de kandidaten en hun plaatsvervangers over wie de stemming moet geschieden, en aan de andere zijde de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau. Aan de zijde waar de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau is gedrukt, kunnen voorts worden gedrukt de naam van het vertegenwoordigend orgaan en de categorie van belanghebbenden waarvoor de verkiezing geldt, alsmede een aanduiding van de kieskring.

2. Voor iedere categorie van belanghebbenden geldt een afzonderlijk stembiljet.

3. Het stembiljet wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 49.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf draagt zorg, dat voor de aanvang van de stemming bij elk stembureau de nodige stembiljetten en formulieren voor de processen verbaal aanwezig zijn.

2. De stembiljetten worden aan het stembureau ter beschikking gesteld in een of meer verzegelde pakken, op elk waarvan het aantal zich daarin bevinden de stembiljetten is vermeld.

Artikel 50.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het stembureau opent tijdig voor de aanvang van de stemming de pakken met stembiljetten en stelt het aantal biljetten vast.

§ 6. Het uitbrengen van de stem

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 51.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Tot de stemming wordt slechts toegelaten degene die bevoegd is tot uitoefening van het stemrecht voor zover hij in het bezit is van de hem toegezonden of ingevolge artikel 38 uitgereikte oproepingskaart, dan wel een volmachtbewijs.

2. De voorzitter van het stembureau kan, alvorens iemand tot de stemming toe te laten, verlangen dat hij van zijn identiteit doet blijken.

Artikel 52.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De stemgerechtigde overhandigt aan de voorzitter van het stembureau de oproepingskaart.

2. De voorzitter noemt duidelijk verstaanbaar het nummer waaronder de stemgerechtigde volgens de oproepingskaart in het uittreksel van het register voorkomt.

3. Het tweede lid van het stembureau noemt de naam die in het uittreksel van het register bij het door de voorzitter genoemde nummer is vermeld. De voorzitter controleert de naam aan de hand van de oproepingskaart. Vervolgens noemt het tweede lid van het stembureau voor welke categorie of categorieën van belanghebbenden de stemgerechtigde stemgerechtigd is.

4. Het tweede lid van het stembureau houdt, door in het uittreksel van het register naast de naam van de stemgerechtigde zijn paraaf te plaatsen, aantekening dat deze zich heeft aangemeld.

5. Vervolgens overhandigt de voorzitter aan de stemgerechtigde een stembiljet voor elke categorie van belanghebbenden, waarvoor hij stemgerechtigd is.

6. De voorzitter houdt aantekening van het aantal uitgereikte stembiljetten per categorie van belanghebbenden.

Artikel 53.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De stemgerechtigde gaat na ontvangst van het stembiljet naar een stemhokje en stemt aldaar door een wit stipje, geplaatst in het stemvak vóór de naam van de kandidaat van zijn keuze, rood te maken.

2. Hij vouwt vervolgens het stembiljet dicht en gaat daarmee naar het stembureau.

3. Het derde lid van het stembureau ziet erop toe dat de stemgerechtigde het stembiljet in de stembus steekt.

Artikel 54.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Indien een stemgerechtigde zich bij het invullen van het stembiljet vergist, geeft hij dit aan de voorzitter terug. Deze verstrekt hem op zijn verzoek eenmaal een nieuw biljet.

2. De voorzitter van het stembureau plaatst terstond op het teruggegeven stembiljet het woord "onbruikbaar".

Artikel 55.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Wanneer aan het stembureau blijkt dat een stemgerechtigde wegens zijn lichamelijke gesteldheid hulp behoeft, staat het toe dat deze zich laat bijstaan.

Artikel 56.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien een stemgerechtigde weigert het stembiljet in de bus te steken, dan houdt de voorzitter daarvan aantekening. Indien een stembiljet wordt teruggeven, plaatst de voorzitter van het stembureau terstond op het teruggegeven stembiljet het woord "onbruikbaar".

Artikel 57.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Zodra de voor de stemming bepaalde tijd is verstreken, wordt dit door de voorzitter van het stembureau aangekondigd en worden alleen de op dat ogenblik in het stemlokaal of bij de ingang daarvan aanwezige stemgerechtigden nog tot de stemming toegelaten. Nadat de laatste van deze stemgerechtigden heeft gestemd wordt de sleuf van de stembus gesloten.

§ 7. De orde in het stemlokaal

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 58.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Gedurende de tijd dat het stembureau zitting houdt, zijn de stemgerechtigden bevoegd in het stemlokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang van de zitting niet wordt belemmerd.

2. De in het stemlokaal aanwezige stemgerechtigden kunnen bezwaren inbrengen, indien de stemming niet overeenkomstig de voorschriften geschiedt.

3. De bezwaren worden in het procesverbaal van de zitting van het stembureau vermeld.

Artikel 59.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De voorzitter van het stembureau is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting. Hij kan daartoe de burgemeester om bijstand verzoeken.

Afdeling 6. Het stemmen bij volmacht

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 60.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De stemgerechtigde die verwacht niet in staat te zullen zijn in persoon aan de stemming deel te nemen, kan overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk bij volmacht stemmen.

Artikel 61.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Een volmacht kan worden verleend hetzij op een schriftelijke aanvraag overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2, hetzij door overdracht van de oproepingskaart overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3 van dit hoofdstuk.

Artikel 62.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Een gevolmachtigde mag per categorie van belanghebbenden niet meer dan twee aanwijzingen als gevolmachtigde aannemen.

Artikel 63.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De volmachtgever is niet bevoegd een eenmaal verleende volmacht in te trekken of na het verlenen van volmacht in persoon aan de stemming deel te nemen.

2. Een stem, uitgebracht door een volmachtgever in strijd met het bepaalde in het eerste lid, wordt niettemin geacht geldig te zijn uitgebracht.

3. Een schriftelijke aanvraag om bij volmacht te stemmen kan worden ingetrokken zolang daarop niet is beslist.

Artikel 64.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Aan de gevolmachtigde wordt ten bewijze van zijn bevoegdheid een verklaring verstrekt, genaamd volmachtbewijs.

2. Aan de gevolmachtigde wiens volmachtbewijs in het ongerede is geraakt, wordt geen nieuw verstrekt.

§ 2. De schriftelijke aanvraag om bij volmacht te stemmen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 65.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De dijkgraaf brengt op de dag van de kandidaatstelling ter openbare kennis dat uiterlijk op de veertiende dag voor de stemming voor de stemgerechtigden gelegenheid bestaat het in artikel 66 bedoelde verzoekschrift in te dienen.

Artikel 66.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De stemgerechtigde die bij volmacht wenst te stemmen, dient uiterlijk op de veertiende dag voor de stemming daartoe een verzoekschrift in bij de dijkgraaf. Voor dit verzoekschrift wordt gebruik gemaakt van een formulier, dat op de secretarie van het waterschap kosteloos verkrijgbaar is. De dijkgraaf kan ter voorkoming van misbruik beperkingen stellen aan de verkrijgbaarstelling. Een daartoe strekkend besluit brengt hij ter openbare kennis.

2. In zijn verzoekschrift wijst de stemgerechtigde een gevolmachtigde aan.

3. Bij het verzoekschrift wordt ingediend een verklaring van de gevolmachtigde dat deze bereid is als zodanig op te treden.

4. Het verzoekschrift en de verklaring worden opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 67.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het verzoek wordt afgewezen, indien:

  • a. blijkt dat de stemgerechtigde niet zelf de gevolmachtigde heeft aangewezen;

  • b. degene die als gevolmachtigde is aangewezen, de aanwijzing in strijd met artikel 62 heeft aangenomen.

Artikel 68.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verzoek doch uiterlijk zeven dagen voor de stemming wordt door de dijkgraaf een beslissing genomen.

2. Bij inwilliging wordt een volmachtbewijs opgemaakt. Dit bewijs wordt opgemaakt overeenkomstig een door gedeputeerde staten vast te stellen model. Aan de volmachtgever wordt van de inwilliging mededeling gedaan.

3. Indien het verzoek niet in verdere behandeling kan worden genomen of moet worden afgewezen, wordt de beslissing met opgave van redenen op het verzoekschrift vermeld. Het verzoekschrift wordt dan aan de verzoeker teruggezonden, terwijl degene die zich bereid heeft verklaard als gevolmachtigde op te treden van de beslissing in kennis wordt gesteld.

Artikel 69.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De dijkgraaf houdt aantekening van de namen van de gevolmachtigden die een aanwijzing als gevolmachtigde hebben aangenomen.

Artikel 70.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf doet het volmachtbewijs aan de gevolmachtigde toekomen.

2. Bij de naam van de stemgerechtigde, ten behoeve van wie aan een gevolmachtigde een volmachtbewijs is toegezonden, wordt in het in artikel 46 bedoelde uittreksel de aantekening "volmacht" geplaatst.

§ 3. Het verlenen van volmacht door overdracht van de oproepingskaart aan een andere stemgerechtigde

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 71.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De stemgerechtigde kan een andere stemgerechtigde die op de dag van de kandidaatstelling in hetzelfde stemdistrict als hij staat ingeschreven, machtigen in het stembureau van dat stemdistrict voor hem te stemmen.

2. Hij tekent daartoe het formulier dat voorkomt op de oproepingskaart en laat de kaart door de gevolmachtigde mede ondertekenen.

3. Hij draagt de aldus in een volmachtbewijs omgezette oproepingskaart aan de gevolmachtigde over.

Artikel 72.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien bij aanmelding van de gevolmachtigde blijkt dat de volmachtgever reeds zijn stem heeft uitgebracht, wordt de gevolmachtigde als zodanig niet tot de stemming toegelaten en wordt het volmachtbewijs door de voorzitter van het stembureau ingehouden.

Artikel 73.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien na het uitbrengen van een stem door een gevolmachtigde de volmachtgever of een andere gevolmachtigde zich alsnog tot het uitbrengen van een stem aanmeldt, wordt deze niet tot de stemming toegelaten en wordt de daarbij overgelegde oproepingskaart of het daarbij overgelegde volmachtbewijs door de voorzitter van het stembureau ingehouden.

§ 4. Het stemmen door de gevolmachtigde

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 74.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De gevolmachtigde overhandigt aan de voorzitter van het stembureau het volmachtbewijs.

2. Het tweede lid van het stembureau houdt, door op het volmachtbewijs zijn paraaf te plaatsen, aantekening dat de gevolmachtigde zich heeft aangemeld.

3. Indien een in een volmachtbewijs omgezette oproepingskaart als bedoeld in artikel 71 wordt overgelegd, plaatst het tweede lid tevens in het in artikel 46 bedoelde uittreksel de aantekening "volmacht" bij de naam van de volmachtgever.

Artikel 75.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Voor de gevolmachtigde die zich in het stemlokaal bevindt, gelden de rechten en verplichtingen van de stemgerechtigde.

Afdeling 7. De stemopneming door het stembureau

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 76.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Onmiddellijk nadat de stemming is geëindigd, stelt het stembureau per categorie van belanghebbenden vast:

  • a. het aantal stemgerechtigden dat zich heeft aangemeld;

  • b. het aantal uitgereikte stembiljetten;

  • c. het aantal stemgerechtigden dat geweigerd heeft een stembiljet in de stembus te steken;

  • d. het aantal teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

  • e. het aantal niet gebruikte stembiljetten.

2. De aantallen, bedoeld in het eerste lid, worden door de voorzitter van het stembureau aan de aanwezigen bekend gemaakt.

Artikel 77.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Door het stembureau wordt vervolgens op het uittreksel van de registers, bedoeld in artikel 46, het aantal daarop geplaatste parafen vermeld en gewaarmerkt. Deze uittreksels worden in een pak gedaan, dat vervolgens wordt verzegeld.

2. Daarna worden de ingeleverde volmachtbewijzen, tezamen met een gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende het aantal gestelde parafen, in een pak gedaan, dat eveneens wordt verzegeld.

3. Tenslotte worden op overeenkomstige wijze ingepakt:

  • a. de niet gebruikte stembiljetten;

  • b. de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

  • c. de ingeleverde oproepingskaarten.

Artikel 78.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Onmiddellijk na de in artikel 77 voorgeschreven verzegeling wordt de stembus geopend.

Artikel 79.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De stembiljetten worden geteld en hun aantal wordt vergeleken met het aantal stemgerechtigden dat aan de stemming heeft deelgenomen.

Artikel 80.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De leden van het stembureau openen de stembiljetten en voegen deze per categorie van belanghebbenden bijeen. Zij kunnen zich bij deze werkzaamheden doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door ambtenaren van het waterschap, daartoe door het college van dijkgraaf en hoogheemraden aan te wijzen.

Artikel 81.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het stembureau stelt per categorie van belanghebbenden vast:

  • a. het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

  • b. de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder a.

Artikel 82.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Ongeldig zijn andere stembiljetten dan die welke volgens dit reglement en zijn uitvoeringsvoorschriften mogen worden gebruikt.

2. Voorts zijn ongeldig de stembiljetten waarop de stemgerechtigde niet door het geheel of gedeeltelijk rood maken van het witte stipje in een stemvak, op ondubbelzinnige wijze heeft kenbaar gemaakt op welke kandidaat hij zijn stem uitbrengt of waarop bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de stemgerechtigde kan worden geïdentificeerd.

Artikel 83.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het stembureau beslist met inachtneming van artikel 82 over de geldigheid van het stembiljet.

2. De voorzitter maakt de reden van ongeldigverklaring en van twijfel over de geldigheid, alsmede de beslissing daaromtrent onmiddellijk bekend.

3. Indien een van de aanwezige stemgerechtigden dit verlangt, moet het biljet worden getoond. De stemgerechtigden kunnen bezwaren tegen de genomen beslissing inbrengen.

Artikel 84.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Terstond nadat de stemmen zijn opgenomen, maakt de voorzitter per categorie van belanghebbenden bekend zowel het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen als het gezamenlijke aantal uitgebrachte stemmen. Door de aanwezige stemgerechtigden kunnen bezwaren worden ingebracht.

2. Vervolgens worden de ongeldig verklaarde stembiljetten in een pak gedaan, dat wordt verzegeld. Op dit pak worden vermeld:

  • a. de naam van de kieskring en het nummer van het stemdistrict;

  • b. het aantal stembiljetten dat het pak bevat.

3. Daarop worden de geldige stembiljetten, gerangschikt per categorie van belanghebbenden, in een of meer pakken gedaan, die worden verzegeld.

4. Op ieder pak, in het derde lid bedoeld, worden vermeld:

  • a. de naam van de kieskring en het nummer van het stemdistrict;

  • b. het aantal stembiljetten dat het pak bevat.

5. Het algemeen bestuur regelt de wijze van verzegeling.

Artikel 85.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Nadat alle werkzaamheden, in artikel 84 vermeld, zijn beëindigd, wordt onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt van de stemming en van de stemopneming. Alle ingebrachte bezwaren worden in het procesverbaal vermeld.

2. Het proces-verbaal wordt door alle aanwezige leden van het stembureau getekend.

3. Het proces-verbaal wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 86.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het proces-verbaal wordt met de verzegelde pakken, bedoeld in artikel 77, alsmede met die, bedoeld in artikel 84, door de voorzitter of een door hem aan te wijzen ander lid van het stembureau naar de dijkgraaf of een door deze aan te wijzen ambtenaar overgebracht.

2. Nadat de dijkgraaf van alle stembureaus het proces-verbaal heeft ontvangen, maakt hij per categorie van belanghebbenden bekend het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen.

Artikel 87.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf draagt er zorg voor dat de processen-verbaal onverwijld ter beschikking van het hoofdstembureau worden gesteld.

2. De dijkgraaf draagt er zorg voor dat de verzegelde pakken op uitnodiging van de voorzitter van het hoofdstembureau onmiddellijk ter beschikking van het hoofdstembureau worden gesteld en dat de niet ter beschikking van het hoofdstembureau gestelde verzegelde pakken worden vernietigd, nadat het hoofdstembureau de uitslag van de verkiezing heeft vastgesteld en over de toelating van de gekozenen onherroepelijk is beslist. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.

Afdeling 8. De vaststelling van de verkiezingsuitslag

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 88.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het hoofdstembureau houdt op de tweede dag na de stemming om tien uur een openbare zitting, ter vaststelling van de uitslag van de verkiezing.

2. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting.

Artikel 89.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het hoofdstembureau kan op de in artikel 88 genoemde zitting, hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van een met opgave van redenen gedaan verzoek van een of meer stemgerechtigden, een nieuwe opneming van stembiljetten zowel uit alle als uit een of meer stemdistricten bevelen, indien een ernstig vermoeden bestaat dat door een of meer stembureaus fouten zijn gemaakt bij de stemopneming. De dijkgraaf doet de desbetreffende stembiljetten op verzoek van het hoofdstembureau onverwijld naar het hoofdstembureau overbrengen.

2. Na ontvangst van de stembiljetten gaat het hoofdstembureau onmiddellijk tot de opneming over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal van de stembureaus.

3. Bij deze opneming zijn de artikelen 80, 83 en 84 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 90.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het hoofdstembureau stelt per kieskring en per categorie van belanghebbenden vast het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen.

2. In de volgorde van de aantallen op hen uitgebrachte stemmen zijn evenveel kandidaten gekozen als het aantal vacante plaatsen bedraagt. Indien voor de laatste vacante plaats meer kandidaten een gelijk aantal stemmen hebben behaald, beslist het lot wie van hen gekozen is.

3. De voorzitter maakt de aldus verkregen uitkomsten bekend.

4. Door de stemgerechtigden kunnen bezwaren worden ingebracht.

Artikel 91.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Nadat alle werkzaamheden zijn beëindigd, wordt daarvan terstond proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal worden de uitslag van de verkiezing alsmede alle ingebrachte bezwaren vermeld.

2. Het proces-verbaal wordt door alle aanwezige leden van het hoofdstembureau getekend.

3. Het proces-verbaal wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 92.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De voorzitter van het hoofdstembureau maakt de uitslag van de verkiezing zo spoedig mogelijk openbaar door het proces-verbaal voor een ieder ter inzage te leggen op de secretarie van het waterschap. Van de terinzagelegging wordt tegelijk openbare kennisgeving gedaan door de dijkgraaf. De terinzagelegging wordt beëindigd, zodra over de toelating van de gekozen leden onherroepelijk is beslist.

2. De voorzitter van het hoofdstembureau doet de processen-verbaal van de stembureaus alsmede een afschrift van het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau toekomen aan het algemeen bestuur.

Artikel 93.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf draagt zorg voor de bewaring van de verzegelde pakken die overeenkomstig het bepaalde in artikel 87, tweede lid, ter beschikking van het hoofdstembureau zijn gesteld. Hij vernietigt deze pakken, nadat het hoofdstembureau de uitslag heeft vastgesteld en over de toelating van de gekozen leden onherroepelijk is beslist.

2. De dijkgraaf kan de processen-verbaal van de stembureaus vernietigen, nadat het hoofdstembureau de uitslag heeft vastgesteld en over de toelating van de gekozen leden onherroepelijk is beslist.

3. Van een vernietiging als bedoeld in dit artikel wordt proces-verbaal opgemaakt.

Hoofdstuk 3. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Afdeling 1. Het begin van het lidmaatschap

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 94.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De voorzitter van het hoofdstembureau geeft de benoemde schriftelijk kennis van zijn benoeming. De brief, houdende deze kennisgeving, wordt uiterlijk op de derde dag na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing of na de benoemdverklaring aangetekend toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

2. Indien de benoemde een gevolmachtigde heeft aangewezen, geschiedt de toezending of uitreiking aan die gevolmachtigde.

3. De voorzitter geeft tegelijkertijd schriftelijk kennis van de benoeming aan het algemeen bestuur. Deze kennisgeving strekt de benoemde tot geloofsbrief.

Artikel 95.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De benoemde draagt er zorg voor dat uiterlijk op de tiende of, bij een benoeming in een tussentijds opengevallen plaats, de achtentwintigste dag na de dagtekening van de kennisgeving van benoeming het algemeen bestuur van hem onderscheidenlijk van de gevolmachtigde, schriftelijk mededeling ontvangt dat hij de benoeming aanneemt.

2. Is binnen die tijd de mededeling niet ontvangen, dan wordt hij geacht de benoeming niet aan te nemen.

3. De dijkgraaf deelt aan de voorzitter van het hoofdstembureau onverwijld mede, dat de benoemde de benoeming heeft aangenomen, dan wel dat hij geacht wordt de benoeming niet aan te nemen.

4. Indien de benoemde de benoeming niet aanneemt, doet hij of zijn gevolmachtigde daarvan binnen de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk mededeling aan de voorzitter van het hoofdstembureau. Deze geeft hiervan kennis aan het algemeen bestuur.

5. Zolang nog niet, of nog niet onherroepelijk, tot toelating van de benoemde is besloten, kan deze, onderscheidenlijk zijn gevolmachtigde, schriftelijk aan het algemeen bestuur mededelen dat hij op de aanneming van de benoeming terugkomt. Hij wordt dan geacht de benoeming niet te hebben aangenomen. De dijkgraaf geeft van de ontvangst van deze mededeling onverwijld kennis aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

Artikel 96.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Tegelijk met de mededeling dat hij zijn benoeming aanneemt, legt de benoemde, onderscheidenlijk zijn gevolmachtigde, aan het algemeen bestuur een door hem ondertekende verklaring over, vermeldende alle openbare betrekkingen, die de benoemde bekleedt.

2. Tenzij de benoemde op het tijdstip van benoeming reeds lid van het algemeen bestuur was, legt hij tevens een uittreksel uit het persoonsregister van een gemeente over, waaruit zijn woonplaats, datum en plaats van de geboorte blijken.

Artikel 97.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het algemeen bestuur onderzoekt de geloofsbrief en beslist of de benoemde als lid van dat orgaan wordt toegelaten. Daarbij gaat het na of de benoemde aan de vereisten voor het lidmaatschap voldoet en geen met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult en beslist het de geschillen welke met betrekking tot de geloofsbrief of de verkiezing zelf rijzen. Indien de benoemde voor de eerste samenkomst van het nieuw gekozen algemeen bestuur de leeftijd van achttien jaar zal hebben bereikt, wordt daarmee bij het nemen van de beslissing rekening gehouden.

2. Het onderzoek van geloofsbrief strekt zich niet uit tot de geldigheid van de opgaven van kandidaten.

3. Betreft het de toelating van degene, die is benoemd in een tussentijds opengevallen plaats, dan strekt het onderzoek zich niet uit tot punten die het verloop van de verkiezing of de vaststelling van de uitslag betreffen.

4. Ten behoeve van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, kan het algemeen bestuur een nieuwe opneming van stembiljetten zowel uit alle als uit een of meer stemdistricten bevelen. De dijkgraaf die de desbetreffende stembiljetten onder zich heeft, al dan niet als voorzitter van het hoofdstembureau, doet de desbetreffende stembiljetten op verzoek van het algemeen bestuur onverwijld naar dat orgaan overbrengen. Na ontvangst van de stembiljetten gaat het algemeen bestuur onmiddellijk tot de opneming over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal van de stembureaus. Bij deze opneming zijn de artikelen 80, 83 en 84 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 98.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De ongeldigheid van de stemming in één of meer stemdistricten of een onjuistheid in de vaststelling van de uitslag van de verkiezing staat niet in de weg aan de toelating van de leden, op wier verkiezing de ongeldigheid of onjuistheid geen invloed kan hebben gehad, en, in geval van ongeldigheid van de stemming, de nieuwe stemming geen invloed kan hebben.

Artikel 99.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Indien het algemeen bestuur heeft besloten tot niet toelating van één of meer leden wegens de ongeldigheid van de stemming in één of meer stemdistricten, geeft de dijkgraaf daarvan onverwijld kennis aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

2. Uiterlijk op de dertigste dag nadat deze kennisgeving is ontvangen, vindt in de in het eerste lid bedoelde stemdistricten, een nieuwe stemming plaats en wordt de uitslag van de verkiezing opnieuw vastgesteld. De dag van de stemming wordt, vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

3. Bij deze vaststelling blijft degene, die reeds als lid is toegelaten, gekozen verklaard, ook indien mocht blijken, dat dit ten onrechte is geschied. Tegenover hem valt dan af de kandidaat, die, indien de toegelatene niet gekozen was verklaard, gekozen zou zijn.

Artikel 100.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Aan de in artikel 99 bedoelde stemming zijn die stemgerechtigden bevoegd deel te nemen wier namen voorkomen in de uittreksels, bedoeld in artikel 46.

2. Personen ten aanzien van wie na de ongeldig verklaarde stemming blijkt, dat hun naam ten onrechte ontbreekt dan wel ten onrechte voorkomt in de uittreksels, bedoeld in artikel 46, zijn bevoegd onderscheidenlijk niet bevoegd aan de in artikel 99 bedoelde stemming deel te nemen. De uittreksels worden daartoe aangepast.

3. Een voor de ongeldig verklaarde stemming verleende toestemming om bij volmacht te stemmen geldt niet voor de in het eerste lid bedoelde nieuwe stemming.

Artikel 101.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien het algemeen bestuur heeft besloten om één of meer van de benoemde leden wegens de onjuistheid van de vaststelling van de uitslag van de verkiezing niet toe te laten, geeft de dijkgraaf daarvan onverwijld kennis aan het hoofdstembureau.

Artikel 102.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Uiterlijk op de veertiende dag nadat de kennisgeving, bedoeld in artikel 101, is ontvangen, houdt het hoofdstembureau een openbare zitting en stelt het met inachtneming van de in artikel 101 bedoelde beslissing de uitslag van de verkiezing voor zover nodig opnieuw vast.

2. De artikelen 90 tot en met 92 vinden overeenkomstige toepassing.

3. Het onderzoek van de geloofsbrief van de aldus nieuw gekozen verklaarde strekt zich niet uit tot de punten die het verloop van de verkiezing raken.

Artikel 103.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Indien het algemeen bestuur heeft besloten de benoemde niet als lid toe te laten op de grond dat hij niet voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, geeft de dijkgraaf daarvan onverwijld kennis aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

Artikel 104.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De beslissing over de toelating van de bij een verkiezing gekozen leden van het algemeen bestuur wordt genomen uiterlijk op de zevenentwintigste dag na de stemming of, indien dit niet mogelijk is, zo spoedig mogelijk daarna. Betreft het de toelating van benoemden ter vervulling van buiten die tijd opengevallen plaatsen dan wordt de beslissing onverwijld genomen.

Artikel 105.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Van elke beslissing betreffende de toelating van de tot lid van het algemeen bestuur benoemden, geeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden terstond schriftelijk kennis aan de benoemde.

2. De niet toegelatene wordt met de redenen van de beslissing bekendgemaakt.

3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien door het algemeen bestuur wegens herhaalde staking van stemmen, of wegens staking van stemmen in een voltallige vergadering over een voorstel omtrent toelating geen beslissing is genomen.

Artikel 106.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Indien op het tijdstip van periodieke aftreding van de leden van het algemeen bestuur niet de goedkeuring van de geloofsbrieven van meer dan de helft van het aantal leden onherroepelijk is geworden, houden de leden van het algemeen bestuur zitting totdat zulks is geschied.

Gedurende deze tijd oefenen de bij de verkiezing gekozen leden hun functie niet uit.

2. Een plaats die openvalt na het tijdstip van periodieke aftreding wordt vervuld op dezelfde wijze, als zou zijn geschied, indien zij voor dat tijdstip zou zijn opengevallen.

Artikel 107.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De artikelen 99, 101 en 103 vinden eerst toepassing wanneer het besluit van het algemeen bestuur onherroepelijk is geworden.

Artikel 108.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het lidmaatschap van een tot lid van het algemeen bestuur benoemde vangt aan zodra zijn toelating onherroepelijk is geworden.

Afdeling 2. De plaatsvervanging

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 109.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Wanneer, anders dan bij de vaststelling van de uitslag van een verkiezing, in een opengevallen plaats moet worden voorzien, verklaart de voorzitter van het hoofdstembureau bij een met redenen omkleed besluit uiterlijk op de veertiende dag nadat dit te zijner kennis is gekomen, benoemd de plaatsvervanger van het lid van het algemeen bestuur. Indien het lid in wiens plaats moet worden voorzien, ontslag heeft genomen met ingang van een bepaald tijdstip, vangt de termijn van veertien dagen aan op dat tijdstip.

Artikel 110.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Aan artikel 109 wordt geen toepassing gegeven indien door de voorzitter van het hoofdstembureau van de plaatsvervanger een schriftelijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen.

Artikel 111.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Van iedere benoeming die met toepassing van artikel 109 geschiedt, wordt terstond openbaar kennis gegeven op de in het waterschap gebruikelijke wijze.

2. De voorzitter van het hoofdstembureau doet een afschrift van het benoemingsbesluit toekomen aan het algemeen bestuur.

Afdeling 3. Het einde van het lidmaatschap van het algemeen bestuur

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 112.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Zodra onherroepelijk is komen vast te staan dat een lid van het algemeen bestuur niet voldoet aan een van de in artikel 31, eerste lid, van de Waterschapswet bedoelde vereisten of een in het tweede lid van dat artikel bedoelde betrekking vervult houdt hij op lid te zijn.

2. De dijkgraaf geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

3. Een overeenkomstige kennisgeving vindt plaats, indien door het overlijden van een lid een plaats in het algemeen bestuur is opengevallen.

Artikel 113.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Een lid van het algemeen bestuur, tot wiens toelating onherroepelijk is besloten, kan te allen tijde zijn ontslag nemen.

2. Hij bericht dit schriftelijk aan de dijkgraaf. Deze geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

3. Op een ingediend ontslag kan niet worden teruggekomen.

Artikel 114.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Leden van het algemeen bestuur die hun ontslag hebben ingezonden, behouden, ook indien zij ontslag hebben genomen met ingang van een bepaald tijdstip, hun lidmaatschap, totdat de goedkeuring van de geloofsbrieven van hun opvolgers onherroepelijk is geworden of totdat het hoofdstembureau heeft beslist, dat geen opvolger kan worden benoemd.

Hoofdstuk 4. Straf- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 115.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Op de verkiezingen voor de leden van het algemeen bestuur zijn de artikelen Y1 tot en met Y4, Y6 tot en met Y8 en Y10 van de Kieswet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de in die artikelen genoemde strafbare feiten worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 116.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Artikel 117.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Dit reglement wordt aangehaald als: Kiesreglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Bijlage 3. Overgangsrecht Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 1.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

In dit overgangsrecht wordt verstaan onder:

  • a. waterschap: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • b. Reglement: Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • c. op te heffen waterschappen: Groot-Waterschap van Woerden en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • d. datum van samenvoeging: datum met ingang waarvan het Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in werking treedt;

  • e. overgaand gebied: gebied van de op te heffen waterschappen dat deel gaat uitmaken van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • f. Kiesreglement: Kiesreglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • g. datum van overdracht: datum met ingang waarvan het waterkwaliteitsbeheer door de provincie Utrecht wordt overgedragen.

Hoofdstuk 2. Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 2.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De op de dag voorafgaande aan de datum van samenvoeging voor overgaand gebied geldende waterschapsbesluiten blijven van kracht totdat het bevoegde bestuursorgaan van het waterschap deze vervallen heeft verklaard.

2. De op de dag voorafgaande aan de datum van samenvoeging voor overgaand gebied geldende provinciale voorschriften, betreffende de taken of de bestuursorganen van de op te heffen waterschappen blijven van kracht zolang het bevoegde bestuursorgaan niet anders beslist.

3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de voor de datum van overdracht voor overgaand gebied geldende provinciale voorschriften betreffende het door de provincie Utrecht over te dragen waterkwaliteitsbeheer.

Artikel 3.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Voor de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur van het waterschap gelden de reglementen van orde van het op te heffen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden totdat deze door andere zijn vervangen.

2. Voor de secretaris van het waterschap geldt de instructie van het op te heffen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden totdat deze door een andere is vervangen.

Artikel 4.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Met ingang van de datum van samenvoeging en zolang de in artikel 2 bedoelde voorschriften blijven gelden, oefenen de in het waterschap bevoegde bestuursorganen en ambtenaren de bevoegdheden uit die bij die voorschriften aan overeenkomstige bestuursorganen en ambtenaren van de op te heffen waterschappen zijn toegekend.

2. Met ingang van de datum van overdracht is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de bevoegdheden die met betrekking tot het over te dragen kwaliteitsbeheer aan de provincies zijn toegekend.

Hoofdstuk 3. Overgang rechten en verplichtingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 5.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Met ingang van de datum van samenvoeging gaan alle publiekrechtelijke rechten en verplichtingen van de op te heffen waterschappen over op het waterschap.

2. Van de op te heffen waterschappen worden de burgerlijke rechten en verplichtingen om niet overgedragen aan het waterschap, zonder dat daarvoor een nader besluit wordt gevorderd. Voor zover voor de vereffening nodig, blijven deze op te heffen waterschappen als rechtspersoon in stand en is het dagelijks bestuur van het waterschap hun bestuur.

3. Procedures bij de op te heffen waterschappen worden met ingang van de datum van samenvoeging door het bestuur van het waterschap voortgezet in de stand waarin zij verkeren.

4. Ten aanzien van de in het tweede lid begrepen registergoederen zal verandering in de tenaamstelling in de openbare registers, bedoeld in artikel 3:16 van het Burgerlijk Wetboek plaatshebben. Dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap doen daartoe de nodige opgaven aan de bewaarder van de registers.

5. De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de overgang van rechten en verplichtingen van de provincie Utrecht, voor zover die betrekking hebben op dan wel verband houden met de uitoefening van het waterkwaliteitsbeheer in overgaand gebied.

6. Ter bepaling van de rechten en verplichtingen bedoeld in het vijfde lid, die met betrekking tot het waterkwaliteitsbeheer aan het overgaand gebied kunnen worden toegerekend, wijzen gedeputeerde staten van Utrecht en het voorlopig dagelijks bestuur gezamenlijk een onafhankelijke deskundige aan.

Artikel 6.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Beheer en onderhoud van werken in overgaand gebied die bij de provincie Utrecht in beheer en onderhoud zijn ten behoeve van het waterkwaliteitsbeheer gaan met ingang van de datum van overdracht over naar het waterschap.

2. In afwijking van het bepaalde in artikel 5, vijfde juncto tweede lid, wordt de waarde van de in het eerste lid bedoelde werken vastgesteld door een door gedeputeerde staten van Utrecht en het voorlopig dagelijks bestuur aan te wijzen onafhankelijke deskundige.

Artikel 7.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Ten behoeve van de verdeling van de activa en passiva van de provincie Utrecht met betrekking tot het waterkwaliteitsbeheer in overgaand gebied, dat met ingang van de datum van overdracht overgaat naar het waterschap, bepalen gedeputeerde staten van Utrecht en het voorlopig dagelijks bestuur op welke wijze de verdeling plaatsvindt. Zij winnen hiertoe advies in van een door hen aan te wijzen onafhankelijke deskundige.

Artikel 8.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De rekeningen van het laatste dienstjaar van de op te heffen waterschappen worden vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap. De saldi worden verantwoord in de rekening van het waterschap.

Artikel 9.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De provinciale rekening van het dienstjaar voorafgaande aan de datum van overdracht wordt voor het waterkwaliteitsbeheer opgemaakt en vastgesteld door het provinciaal bestuur van Utrecht. Gedeputeerde staten van Utrecht en het voorlopig dagelijks bestuur bepalen op welke wijze een positief dan wel negatief saldo op die rekening wordt verrekend. Zij winnen hiertoe advies in van een door hen aan te wijzen onafhankelijke deskundige.

Artikel 10.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Voor het tijdvak waarin voor het waterschap nog geen begroting is vastgesteld, is het voorlopig dagelijks bestuur bevoegd tot het doen van uitgaven tot ten hoogste 4/12 gedeelte van het totaal van de bedragen die op de overeenkomstige posten van de voor het dienstjaar voorafgaand aan de datum van samenvoeging vastgestelde begrotingen van de op te heffen waterschappen zijn geraamd.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het doen van uitgaven voor het waterkwaliteitsbeheer voor zover de begroting van de provincie Utrecht kan worden toegerekend aan overgaand gebied.

Artikel 11.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Met ingang van de datum van samenvoeging gaan de archiefbescheiden van de op te heffen waterschappen over naar het waterschap.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op archiefbescheiden van de provincie Utrecht die betrekking hebben op het waterkwaliteitsbeheer in overgaand gebied, dan wel van belang zijn voor de uitoefening van die taak door het waterschap, met dien verstande dat voor datum van samenvoeging moet worden gelezen: datum van overdracht.

Hoofdstuk 4. Voorlopig bestuur

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 12.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De waarnemend voorzitter van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, alsmede de leden van de dagelijkse en algemene besturen van de op te heffen waterschappen zijn eervol van hun functie ontheven met ingang van de datum van samenvoeging.

Artikel 13.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Er is een overgangsbestuur dat bestaat uit een voorlopig algemeen bestuur, een voorlopig dagelijks bestuur en een waarnemend dijkgraaf. Het overgangsbestuur treedt op met ingang van de datum van samenvoeging.

Artikel 14.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het voorlopig algemeen bestuur bestaat uit 36 leden.

Van deze leden vertegenwoordigen:

  • a. tien leden de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken;

  • b. vijftien leden de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken;

  • c. tien leden de categorie ingezetenen, bedoeld in artikel 11 onder d, van de Waterschapswet;

  • d. één lid de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

2. De categorie bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt in dit overgangsrecht aangeduid als de categorie ongebouwd, die onder b als de categorie gebouwd, die onder c als de categorie ingezetenen en die onder d als de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd.

3. De leden voor de categorieën, bedoeld in het eerste lid, worden aangewezen overeenkomstig het vierde tot en met het achtste lid.

4.

  • a. Het algemeen bestuur van het op te heffen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wijst voor de categorie ongebouwd uit de vertegenwoordigers van die categorie in zijn bestuur zeven leden aan, waarvan twee leden uit het gebied van het voormalig waterschap Leidse Rijn, twee leden uit het gebied van het voormalig waterschap Lopikerwaard en drie leden uit het gebied van het voormalig waterschap Kromme Rijn;

  • b. de verenigde vergadering van het op te heffen Groot-Waterschap van Woerden wijst voor de categorie ongebouwd uit de vertegenwoordigers van die categorie in zijn bestuur drie leden aan.

5.

  • a. Het algemeen bestuur van het op te heffen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wijst voor de categorie gebouwd uit de vertegenwoordigers van die categorie in zijn bestuur dertien leden aan, waarvan drie leden uit het gebied van het voormalig waterschap Leidse Rijn, drie leden uit het gebied van het voormalig waterschap Lopikerwaard, twee leden uit het gebied van het voormalige waterschap Kromme Rijn en vijf leden uit de door de gemeente Utrecht aangewezen vertegenwoordigers;

  • b. de verenigde vergadering van het op te heffen Groot-Waterschap van Woerden wijst voor de categorie gebouwd uit de vertegenwoordigers van die categorie twee leden aan.

6.

  • a. De verenigde vergadering van het op te heffen Groot-Waterschap van Woerden wijst voor de categorie ingezetenen uit de vertegenwoordigers van die categorie in zijn bestuur vijf leden aan;

  • b. de raden van de gemeenten in het gebied van het voormalig waterschap Leidse Rijn wijzen voor de categorie ingezetenen gezamenlijk één lid aan;

  • c. de raden van de gemeenten in het gebied van het voormalig waterschap Lopikerwaard wijzen voor de categorie ingezetenen gezamenlijk één lid aan;

  • d. de raden van de gemeenten in het gebied van het voormalig waterschap Kromme Rijn wijzen voor de categorie ingezetenen gezamenlijk één lid aan;

  • e. de raad van de gemeente Utrecht wijst voor de categorie ingezetenen één lid aan;

  • f. de raden van de gemeenten Zeist en De Bilt wijzen voor de categorie ingezetenen gezamenlijk één lid aan.

7. De verenigde vergadering van het op te heffen Groot-Waterschap van Woerden wijst voor de categorie bedrijfsgebouwd één lid aan.

8. Tot de vertegenwoordigers bedoeld in het vierde en vijfde lid kunnen tevens de plaatsvervangende leden alsmede de dijkgraaf respectievelijk waarnemend dijkgraaf van de op te heffen waterschappen worden gerekend.

Artikel 15.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het voorlopig algemeen bestuur heeft zitting tot de toelating van de leden van het algemeen bestuur volgens de bepalingen van de Waterschapswet en het Kiesreglement onherroepelijk is geworden. Artikel 106 van het Kiesreglement is van overeenkomstige toepassing.

2. Het voorlopig algemeen bestuur is belast met de regeling en het bestuur van het waterschap en is daartoe uitgerust met de bevoegdheden als omschreven in hoofdstuk X van de Waterschapswet.

3. De verkiezing van de leden van het algemeen bestuur vindt voor de eerste maal plaats in het eerste jaar na de datum van samenvoeging. Het tijdstip van kandidaatstelling kan afwijken van het bepaalde in artikel 10 van het Kiesreglement.

4. Het voorlopig algemeen bestuur vergadert voor de eerste maal in de week na de datum van samenvoeging.

Artikel 16.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dagelijkse besturen van de op te heffen waterschappen dragen zorg voor de noodzakelijk te verrichten handelingen met betrekking tot de voorbereiding van de belastingverordening, kostentoedelingsverordening en indien nodig, de omslagklassenverordening, bedoeld in onderscheidenlijk de artikelen 110, 119 en 120, vijfde lid, van de Waterschapswet.

2. In de vergadering bedoeld in artikel 15, vierde lid stelt het voorlopig algemeen bestuur de overeenkomstig het eerste lid voorbereide verordeningen vast.

Artikel 17.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Het voorlopig dagelijks bestuur bestaat uit een waarnemend dijkgraaf en vier leden. Van deze leden vertegenwoordigt:

  • a. één lid de categorie ongebouwd;

  • b. één lid de categorie gebouwd;

  • c. één lid de categorie ingezetenen;

  • d. één lid de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd.

2. In de vergadering, bedoeld in artikel 15, vierde lid, wijst het voorlopig algemeen bestuur uit zijn midden de leden voor het voorlopig dagelijks bestuur aan met inachtneming van het volgende:

  • a. ten minste één lid van het voorlopig dagelijks bestuur komt voort uit de leden van het voorlopig algemeen bestuur die zijn aangewezen door het bestuur van het op te heffen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • b. ten minste één lid van het voorlopig dagelijks bestuur komt voort uit de leden van het voorlopig algemeen bestuur die zijn aangewezen door de verenigde vergadering van het op te heffen Groot-Waterschap van Woerden.

3. De leden van het voorlopig dagelijks bestuur hebben zitting tot de benoeming, bedoeld in artikel 41 van de Waterschapswet, heeft plaatsgevonden. Deze benoeming geschiedt in de eerste vergadering van het nieuw gekozen algemeen bestuur.

4. Het voorlopig dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en organisatie van de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur en overigens met alle dagelijkse aangelegenheden van het waterschap en is daartoe uitgerust met de bevoegdheden als omschreven in hoofdstuk XI van de Waterschapswet.

Artikel 18.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Tot aan het tijdstip waarop de benoeming van de dijkgraaf, bedoeld in artikel 46 van de Waterschapswet heeft plaats gevonden, treedt als zodanig op de waarnemend dijkgraaf van het op te heffen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

2. De aanbeveling, bedoeld in artikel 46, derde lid, van de Waterschapswet, wordt opgemaakt door het voorlopig algemeen bestuur.

Hoofdstuk 5. Rechtspositieregeling van de ambtenaren en het overig personeel

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 19.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Voorafgaand aan de datum van samenvoeging stellen de dagelijkse besturen van het Groot-Waterschap van Woerden en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en gedeputeerde staten van Utrecht in overleg met vertegenwoordigers van de ambtenarenorganisaties een gelijkluidend sociaal statuut vast en dragen tevens zorg voor gelijkschakeling van de arbeidsvoorwaarden voor het overgaand personeel.

Artikel 20.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Met ingang van de datum van samenvoeging worden de secretarissen van de op te heffen waterschappen en het hoofd technische dienst van het Groot-Waterschap van Woerden eervol uit hun functie ontslagen.

2. De secretarissen en het diensthoofd, bedoeld in het eerste lid, gaan met ingang van gelijke datum als ambtenaar in algemene dienst over in dienst van het waterschap. Artikel 21 is op hen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De overige ambtenaren, in dienst van de op te heffen waterschappen, gaan op de datum van samenvoeging voorlopig over in dienst van het waterschap in dezelfde rang, op dezelfde voet en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als op de dag, voorafgaande aan die datum voor hen golden.

Het voorlopig dagelijks bestuur bepaalt in welke functie zij voorlopig worden geplaatst.

2. De eden en beloften, in verband met hun functie door de in het eerste lid bedoelde ambtenaren afgelegd, worden geacht mede op die voorlopige dienstvervulling betrekking te hebben.

3. Binnen een jaar na de datum van samenvoeging, of indien deze datum niet samenvalt met de datum waarop het waterkwaliteitsbeheer door de provincie Utrecht wordt overgedragen, binnen een jaar na laatstgenoemde datum doch uiterlijk op 1 februari 1997, neemt het voorlopig dagelijks bestuur dan wel dagelijks bestuur van het waterschap, met inachtneming van het sociaal statuut, bedoeld in artikel 19, ten aanzien van elk van de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, één van de volgende beslissingen:

  • a. dat en in welke functie en op welke voet hij in dienst van het waterschap blijft;

  • b. dat hij eervol wordt ontslagen.

4. Op de ambtenaren die in verband met de overdracht van het waterkwaliteitsbeheer door de provincie Utrecht in dienst overgaan van die provincie naar het waterschap, is het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor datum van samenvoeging genoemd in het eerste lid, moet worden gelezen datum van overdracht.

5. Voor de toepassing van dit artikel worden onder ambtenaren mede begrepen personen werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

Artikel 22.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Tot aan het tijdstip waarop de benoeming van de secretaris, bedoeld in artikel 53 van de Waterschapswet heeft plaatsgevonden, treedt als zodanig op de secretaris van het op te heffen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Hoofdstuk 6. Verkiezingen en het stemrecht

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 23.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Voor de eerste verkiezing van de vertegenwoordigers van de categorieën gebouwd en ingezetenen zijn stemgerechtigd de leden van de raden van de gemeenten die geheel of gedeeltelijk in het waterschap zijn gelegen.

Artikel 24.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

In afwijking van het bepaalde in artikel 46 van het Kiesreglement ligt op de tafel voor het stembureau een uittreksel uit het register bedoeld in dat artikel, voor zover dat betrekking heeft op de stemgerechtigden voor de verkiezing van de vertegenwoordigers van de categorie ongebouwd.

Artikel 25.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De verkiezing van de vertegenwoordigers van de categorieën gebouwd en ingezetenen vindt plaats met inachtneming van de bepalingen in de hoofdstukken zes tot en met acht en het bepaalde in artikel 5 van het Kiesreglement.

2. Indien met betrekking tot een kieskring artikel 17, tweede lid, van de Waterschapswet van toepassing is, vindt in die kieskring geen stemming plaats.

Hoofdstuk 7. De stemming en de stemopneming

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 26.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De leden van de raad komen per gemeente in vergadering bijeen tot het uitbrengen van hun stem.

2. De stemming vindt plaats per categorie van belanghebbenden.

Artikel 27.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De stemming vindt plaats op de dag, bedoeld in artikel 33, eerste lid, van het Kiesreglement.

Artikel 28.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Op het bij de verkiezing te bezigen stembiljet zijn aan de ene zijde gedrukt, in alfabetische volgorde, de kandidaten en hun plaatsvervangers over wie de stemming moet geschieden, en aan de andere zijde de naam van de gemeente en de handtekening van de voorzitter van de raad.

2. Voor iedere categorie van belanghebbenden geldt een afzonderlijk stembiljet.

3. Het stembiljet wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 29.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De dijkgraaf draagt zorg dat de voorzitter van de raad tijdig over de nodige stembiljetten en de formulieren voor de processen-verbaal kan beschikken.

2. De voorzitter van de raad draagt zorg dat de nodige stembiljetten en de formulieren voor de processen-verbaal vóór de aanvang van de stemming in de vergadering aanwezig zijn.

Artikel 30.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De voorzitter benoemt uit de raad drie leden, die met hem als voorzitter het stembureau vormen.

Artikel 31.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Een raadslid brengt zijn stem uit door een wit stipje, geplaatst in het stemvak voor de naam van de kandidaat van zijn keuze, rood te maken.

2. Aan een raadslid wordt op zijn verzoek toegestaan bij volmacht te stemmen. Het lid dat van deze bevoegdheid gebruik wenst te maken, doet daarvan voor de aanvang van de zitting van de raad waarin de stemming zal worden gehouden, schriftelijk aan de voorzitter mededeling, onder aanwijzing van een lid van de raad dat bereid is als gevolmachtigde op te treden. Een raadslid mag per categorie van belanghebbenden niet meer dan één aanwijzing als gevolmachtigde aannemen.

3. De mededeling wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Artikel 32.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Na het uitbrengen van zijn stem levert het raadslid het stembiljet dichtgevouwen bij de voorzitter in.

Artikel 33.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De voorzitter deelt mee hoeveel stembiljetten per categorie van belanghebbenden zijn ingeleverd.

2. De stemming is nietig, indien dit aantal groter is dan het aantal in de vergadering aanwezige leden, vermeerderd met het aantal aanwezige leden die als gevolmachtigde aan de stemming mogen deelnemen.

3. In dit geval vernietigt de voorzitter de ingeleverde stembiljetten en heeft een nieuwe stemming plaats.

Artikel 34.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. De voorzitter opent de stembiljetten.

2. Vervolgens deelt hij ten aanzien van elk stembiljet mee voor welke belangencategorie en voor welke kandidaat het geldt.

3. Nadat een van de leden van het stembureau het stembiljet heeft nagezien, houden de beide andere leden aantekening van iedere uitgebrachte stem.

Artikel 35.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Ongeldig zijn andere stembiljetten dan die welke volgens dit overgangsrecht en het Kiesreglement en zijn uitvoeringsvoorschriften mogen worden gebruikt.

2. Voorts zijn ongeldig de stembiljetten waarop het stemvak voor de naam van de kandidaat niet geheel of gedeeltelijk is rood gemaakt, of niet op ondubbelzinnige wijze blijkt op welke kandidaat het raadslid zijn stem uitbrengt of waarop bijvoegingen zijn geplaatst waardoor het raadslid kan worden geïdentificeerd.

Artikel 36.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

In geval van twijfel over de geldigheid van een stembiljet beslist de vergadering. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter.

Artikel 37.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Terstond nadat de stemmen zijn opgenomen, maakt de voorzitter per categorie van belanghebbenden bekend, zowel het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen als het gezamenlijke aantal uitgebrachte stemmen.

2. Vervolgens worden de ongeldig verklaarde stembiljetten in een pak gedaan, dat wordt verzegeld. Op dit pak worden vermeld:

  • a. de naam van de gemeente;

  • b. het aantal stembiljetten dat het pak bevat.

3. Daarop worden de geldige stembiljetten per categorie van belanghebbenden gerangschikt, in een pak gedaan, dat wordt verzegeld. Op dit pak worden vermeld:

  • a. de naam van de gemeente;

  • b. het aantal stembiljetten dat het pak bevat.

Artikel 38.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Nadat alle werkzaamheden, in artikel 37 vermeld, zijn beëindigd, wordt onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt van de stemming en van de stemopneming.

2. Het proces-verbaal wordt door de voorzitter en alle leden van het stembureau getekend.

3. Het proces-verbaal wordt met de verzegelde pakken, bedoeld in artikel 37, onverwijld na afloop van de stemming overgebracht naar de voorzitter van het hoofdstembureau.

4. Het proces-verbaal wordt opgemaakt overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen model.

Hoofdstuk 8. De vaststelling van de verkiezingsuitslag

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 39.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het hoofdstembureau stelt in de zitting, bedoeld in artikel 86 van het Kiesreglement de uitslag van de verkiezing vast.

Artikel 40.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Voor het vaststellen van de uitslag van de verkiezing van de vertegenwoordigers van de categorie gebouwd, geldt elke stem naar gelang van de gemeente waar zij is uitgebracht, voor een aantal stemmen, gelijk aan het getal dat verkregen wordt door het aantal omslagplichtigen voor die categorie in de desbetreffende gemeente te delen door het honderdvoud van het aantal leden waaruit de raad bestaat. Het quotiënt wordt daarna afgerond tot een geheel getal, naar boven, indien een breuk ½ of meer bedraagt, met dien verstande dat een quotiënt, dat kleiner is dan één, wordt afgerond tot één. Dat getal wordt de stemwaarde genoemd.

2. Voor de toepassing van het eerste lid geldt als aantal omslagplichtigen het aantal dat voorafgaande aan het jaar, waarin de verkiezing plaatsvindt, als zodanig omslagplichtig is.

Artikel 41.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Voor het vaststellen van de uitslag van de verkiezing van de vertegenwoordigers van de categorie ingezetenen geldt elke stem, naar gelang van de gemeente waar zij is uitgebracht, voor een aantal stemmen, gelijk aan het getal dat verkregen wordt door het inwonertal van de gemeente te delen door het honderdvoud van het aantal leden waaruit de raad bestaat. Inzake de afronding tot een geheel getal is artikel 40, eerste lid, tweede volzin van toepassing. Het alsdan verkregen getal wordt stemwaarde genoemd.

2. Als het inwonertal van een gemeente geldt het inwonertal volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte gegevens betreffende de bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan het jaar, waarin de verkiezing plaatsvindt.

3. Indien een gemeente gedeeltelijk binnen het gebied van het waterschap is gelegen, geldt voor de toepassing van het eerste lid als het inwonertal het aantal personen dat blijkens het persoonsregister van die gemeente op 1 januari van het jaar waarin de verkiezing plaatsvindt, werkelijk woonplaats heeft in het gebied van het waterschap.

4. Het met toepassing van het eerste en, indien van toepassing, het derde lid voor iedere gemeente verkregen getal wordt de stemwaarde genoemd.

Artikel 42.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

1. Ten aanzien van iedere gemeente vermenigvuldigt het hoofdstembureau de aantallen op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen met de voor die gemeente geldende stemwaarde. Voor de vaststelling van de uitslag van de verkiezing gelden de aldus verkregen produkten als de aantallen op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen.

2. De artikelen 90, 91, 92 en 93 van het Kiesreglement zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 9. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 43.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De dagelijks besturen van de op te heffen waterschappen, en gedeputeerde staten van de provincie Utrecht dragen er zorg voor dat de met het oog op de instelling van het waterschap en de overdracht van het waterkwaliteitsbeheer te treffen voorzieningen tijdig worden voorbereid.

Artikel 44.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Dit overgangsrecht wordt aangehaald als: Overgangsrecht Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Bijlage 4. Verordening waterkwaliteitsbeheer Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Hoofdstuk 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 1.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. wet: Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1969, 536);

  • b. afvalstoffen: afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • c. waterschap: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • d. dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van het waterschap;

  • e. algemeen bestuur: algemeen bestuur van het waterschap;

  • f. reglement: Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • g. zuiveringstechnisch werk: werk, in beheer bij het waterschap, dat is ingericht of wordt aangewend voor transport of behandeling van afvalstoffen.

Hoofdstuk 2. Taak en bevoegdheden

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 2.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Deze verordening is van toepassing op de oppervlaktewateren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, voor zover die zijn gelegen in het gebied van het waterschap, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het reglement, dit met uitzondering van het in de provincie Zuid-Holland gelegen gebied van kieskring II, bedoeld in artikel 10 van het reglement.

Artikel 3.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De bevoegdheid tot het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, van de wet is toegekend aan het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitoefening van deze bevoegdheid.

Artikel 4.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het waterschap is belast met het nemen van maatregelen tot bescherming van de hoedanigheid van oppervlaktewateren mede in verband met de daaraan toegekende functies. Tot deze maatregelen behoren in elk geval het tot stand brengen, beheren, onderhouden en exploiteren van zuiveringstechnische werken.

Artikel 5.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het algemeen bestuur stelt ter bestrijding van de kosten van maatregelen tot het voorkomen en tegengaan van verontreiniging van oppervlaktewateren bij verordening een heffing in als bedoeld in artikel 17 van de wet.

Artikel 6.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het waterschap werkt, voor zover zulks gewenst en doelmatig is, met andere lichamen, belast met het waterkwaliteitsbeheer, samen op chemisch, technisch en administratief gebied.

Artikel 7.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Het algemeen bestuur stelt met betrekking tot het aansluiten van rioleringen op zuiveringstechnische werken een verordening vast.

Hoofdstuk 3. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel 8.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De op grond van de Verordening waterkwaliteitsbeheer Woerden en de Verordening waterkwaliteitsbeheer Utrecht 1976 verleende vergunningen worden voor de toepassing van deze verordening aangemerkt als vergunningen die zijn verleend of gewijzigd op grond van deze verordening.

Artikel 9.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Deze verordening treedt, voor zover zij betrekking heeft op de oppervlaktewateren die zijn gelegen in het gebied van kieskring I, bedoeld in artikel 10 van het reglement, in werking met ingang van 1 januari 1995 en, voor zover zij betrekking heeft op de oppervlaktewateren die zijn gelegen in het overige gebied van het waterschap, bedoeld in artikel 2, op een door provinciale staten van Utrecht te bepalen tijdstip.

Artikel 10.

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening waterkwaliteitsbeheer Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Naar boven