Regeling BN- en GN-kentekens en -kentekenbewijzen

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-09-2002 t/m heden

Regeling BN- en GN-kentekens en -kentekenbewijzen

Artikel 1

Kentekens, bevattende de lettergroep BN of GN en twee groepen van twee cijfers:

  • a. met de cijfergroepen 00–01 tot en met 69–99 worden slechts opgegeven voor motorrijtuigen waarvoor overeenkomstig de voorschriften van de Minister van Financiën een vrijstelling van belasting is gegeven onder voorwaarde van overbrenging naar het buitenland binnen een bepaalde tijd;

  • b. met de cijfergroepen 70–00 tot en met 88–99 worden slechts opgegeven voor motorrijtuigen en aanhangwagens waarvan de eigenaar of houder behoort tot het personeel van buitenlandse ambassades, consulaten en daarmee gelijkgestelde instellingen, voor zover daarvoor naar het oordeel van de Minister van Buitenlandse Zaken op grond van het protocol aanleiding is;

  • c. met de cijfergroepen 89–00 tot en met 89–99 worden slechts opgegeven voor motorrijtuigen in bijzondere gevallen voor zover naar het gezamenlijk oordeel van de Minister van Financiën en de Dienst Wegverkeer daarvoor aanleiding is;

  • d. met de cijfergroepen 90–00 tot en met 99–99 worden slechts opgegeven voor motorrijtuigen waarvoor overeenkomstig de voorschriften van de Minister van Financiën een voorwaardelijke vrijstelling van belasting is verleend, voor zover deze niet vallen onder onderdeel a.

Artikel 3

De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 september 1974, nr. RVW 65713, betreffende opgave bijzondere kentekens (Stcrt. 192), wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling BN- en GN-kentekens en -kentekenbewijzen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven