Instellingsbesluit Commissie heroverweging instrumentarium rechtshandhaving

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-12-1994 t/m heden

Instellingsbesluit Commissie heroverweging instrumentarium rechtshandhaving

De Minister van Justitie,

Overwegende, dat de druk op de strafrechtelijke rechtshandhaving en de toepassing van vrijheidsstraffen onverminderd groot blijft;

dat rechtshandhaving wezenlijk meer omvat dan alleen strafrechtelijke rechtshandhaving;

dat strafrechtelijke rechtshandhaving in beginsel pas aan de orde dient te komen indien andere instrumenten van rechtshandhaving niet adequaat blijken te zijn;

dat het wenselijk is ideeën te ontwikkelen over andere sancties dan strafrechtelijke;

dat voorts binnen het strafrechtelijk sanctiestelsel de vrijheidsstraf als ultimum remedium moet worden beschouwd;

dat het daarom wenselijk is hiervoor alternatieve vormen van strafrechtelijke sancties te ontwikkelen;

Besluit:

Artikel 1

Er is een Commissie heroverweging instrumentarium rechtshandhaving, hierna te noemen de commissie.

Artikel 2

De commissie heeft tot taak aan de Minister van Justitie praktische voorstellen te doen met betrekking tot:

  • a. de handhaving van regelgeving anders dan door middel van het strafrecht;

  • b. andere vormen van strafrechtelijke sanctionering dan de vrijheidsstraf.

Artikel 3

In de commissie hebben zitting:

a. als voorzitter:

mr. F. Korthals Altes, oud-Minister van Justitie, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

b. als leden:
  • mr. R. C. Gisolf, president van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam;

  • prof.mr.dr. C.J.M. Schuyt, hoogleraar sociologie, in het bijzonder de bestudering van actuele maatschappelijke vraagstukken, aan de Universiteit van Amsterdam;

  • jhr.mr. J.L. de Wijkerslooth de Weerdesteijn, advocaat te 's-Gravenhage;

c. als lid, tevens secretaris:

mr. A. Kors, raadadviseur bij de Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht van het Ministerie van Justitie;

d. als adviserend lid:

dr. D.W. Steenhuis, procureur-generaal bij het Gerechtshof te Leeuwarden;

e. als adjunct-secretaris:

mw. mr. M. Jongeneel-van Amerongen, wetgevingsjuriste bij de Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht van het Ministerie van Justitie.

Artikel 4

De commissie is bevoegd deskundigen uit te nodigen om aan de beraadslagingen van de commissie deel te nemen.

Artikel 5

De commissie kan ten behoeve van haar taak voor specifieke vraagstellingen aan derden opdracht geven een onderzoek te verrichten binnen het daarvoor vastgestelde budget.

Artikel 6

De commissie kan zich wenden tot de onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie ressorterende diensten en instellingen voor het verkrijgen van de inlichtingen die zij behoeft.

's-Gravenhage, 14 oktober 1994

De

Minister

van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven