Wet van 13 oktober 1994, houdende regels omtrent de vrijwillige verplaatsing naar
het buitenland van de statutaire zetel van naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen,
coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen en stichtingen in tijden van nood
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is voor naamloze vennootschappen,
besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen
en stichtingen de mogelijkheid te openen in tijden van nood hun statutaire zetel vanuit
Nederland naar een plaats buiten het Koninkrijk over te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: