Regeling vaststelling regels politiespeurhonden en politiesurveillancehonden

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-04-1994 t/m heden

Regeling vaststelling regels politiespeurhonden en politiesurveillancehonden

De Minister van Justitie,

Besluit:

Artikel 1

De Regeling politiespeurhonden is van overeenkomstige toepassing op het Korps landelijke politiediensten met dien verstande dat:

  • a. artikel 1, eerste lid, onder a, luidt: hiervoor toestemming is verkregen van de korpschef van het Korps landelijke politiediensten;

  • b. artikel 5 onder a luidt: ambtenaar van politie, werkzaam bij het Korps landelijke politiediensten zijn, en;

  • c. in artikel 12, eerste lid, ‘korpsbeheerder’ wordt vervangen door: korpschef van het Korps landelijke politiediensten.

Artikel 2

De Regeling politiesurveillancehonden is van overeenkomstige toepassing op het Korps landelijke politiediensten met dien verstande dat:

  • a. artikel 1, onder a, luidt: geleider: de ambtenaar van het Korps landelijke politiediensten die toestemming heeft van de korpschef van het Korps landelijke politiediensten om politiedienst te doen met een politiesurveillancehond;

  • b. in artikel 1, onder b, ‘een politieregio’ wordt vervangen door: het Korps landelijke politiediensten.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 1994.

Deze regeling zal in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 maart 1994

De

Minister

van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

Naar boven