Wijzigingswet Wet op het basisonderwijs, enz. (wijziging van het stelsel van stichtingsnormen en opheffingsnormen)

[Regeling materieel uitgewerkt per 04-07-2013.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 04-07-2013 t/m heden

Wet van 15 december 1993, houdende wijziging van het stelsel van stichtingsnormen en opheffingsnormen in de Wet op het basisonderwijs en van het huisvestingsstelsel in de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het stelsel van stichtings- en opheffingsnormen in de Wet op het basisonderwijs te wijzigen teneinde een evenwichtiger verdeling van middelen in een goed gespreid basisonderwijs te bereiken en de beheersbaarheid van het huisvestingsstelsel in de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel XXV

  • 1 Behoudens het gestelde in het tweede en derde lid treedt deze wet in werking met ingang van 1 januari 1994 of, indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1993, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad.

  • 3 Indien artikel I, onderdeel I, artikel I, onderdeel WW, en artikel II, onderdeel ZZ, van de wet van 12 mei 1993 tot wijziging van de Wet op het basisonderwijs, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en van de Overgangswet ISOVSO, in verband met deregulering, autonomievergroting en vermindering van beleidslasten en van de Wet algemene regels herindeling in verband met technische aanpassingen, later in werking treden dan deze wet, treden artikel IV, vierde lid, onderscheidenlijk artikel I, onderdeel YY, en artikel III, onderdeel G, onmiddellijk na die onderdelen van die wet in werking.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage , 15 december 1993

Beatrix

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

Uitgegeven de dertigste december 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven