Wijzigingswet Algemene Ouderdomswet (wijziging in de verhouding van ouderdomspensioen en toeslag)

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Wet van 23 oktober 1993, tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet (wijziging in de verhouding van ouderdomspensioen en toeslag)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Algemene Ouderdomswet een andere verhouding tussen ouderdomspensioen en toeslag vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 De bepalingen van de Algemene Ouderdomswet, zoals die wet luidde vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijven ook op en na die datum van toepassing op de pensioengerechtigde die vóór die datum recht heeft op ouderdomspensioen voor een gehuwde pensioengerechtigde van wie de echtgenoot jonger is dan 65 jaar, zolang deze echtgenoot de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.

  • 2 Het eerste lid vindt geen toepassing meer indien op een datum op of na de inwerkingtreding van deze wet, het huwelijk van de pensioengerechtigde met de in het eerste lid bedoelde echtgenoot geëindigd is.

Artikel III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 23 oktober 1993

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Wallage

Uitgegeven de drieëntwintigste november 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven