Besluit ex artikel 396 en 397 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-11-2015 t/m heden

Besluit van 6 september 1991, tot verhoging van de grensbedragen, genoemd in de artikelen 396 lid 1 en 397 lid 1 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 4 juni 1991 no. 131701/91/6;

Overwegende dat economische en monetaire ontwikkelingen sedert 1984 de Raad van de Europese Gemeenschappen aanleiding hebben gegeven tot verhoging van de grensbedragen die in acht worden genomen bij de afbakening tussen kleine en middelgrote ondernemingen en tussen middelgrote en grote ondernemingen en dat de economische en monetaire ontwikkelingen in Nederland het rechtvaardigen de grensbedragen in de Nederlandse wet eveneens te verhogen;

Gelet op de artikelen 11, 12 en 27 van de vierde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1978 (78/660/EEG) betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (Pb EG L 222 van 14 augustus 1978), zoals deze luiden sinds de richtlijn van de Raad van 8 november 1990 (90/604/EEG) tot wijziging van richtlijn 78/660/EEG betreffende de jaarrekening en van Richtlijn 83/349/EEG betreffende de geconsolideerde jaarrekening in verband met de afwijkingen voor kleine en middelgrote vennootschappen en de openbaarmaking van deze jaarrekening in ecu;

Gelet op artikel 398 lid 4 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

De Raad van State gehoord, advies van 26 juli 1991, no. W03.91.0286;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 16 augustus 1991, nr. 144176/91/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 3

De bepalingen van dit besluit zijn voor het eerst van toepassing op de jaarrekening, het bestuursverslag en de daaraan toe te voegen overige gegevens over het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 1991.

Artikel 4

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2 Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt het besluit van 24 mei 1985, Stb. 1985, 284.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage, 6 september 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

A. Kosto

Uitgegeven de negentiende september 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven