P.C.B.-, P.C.T.- en chlooretheen-besluit milieubeheer

[Regeling vervallen per 01-06-2009.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 29-05-2009 t/m 31-05-2009

Besluit van 18 april 1991, houdende toepassing van artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, met betrekking tot polychloorbifenylen, polychloorterfenylen en chlooretheen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 juli 1989, no. MJZ 18789009, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Overwegende, dat het - ten einde uitvoering te geven aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 (76/769/EEG, PbEG 1976 L 262), betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, zoals gewijzigd bij de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 (89/677/EEG, PbEG L 389) - noodzakelijk is de geldende regels ter bescherming van mens en milieu tegen verontreiniging door polychloorbifenylen (P.C.B.'s) en polychloorterfenylen (P.C.T.'s) en chlooretheen aan te vullen en opnieuw vast te stellen;

Gelet op artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen (Stb. 1985, 639);

Gezien het advies van de Centrale raad voor de milieuhygiëne (advies van 2 november 1988 no. 88/1061);

De Raad van State gehoord (advies van 4 december 1989, no.W08.89 0438);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 april 1991, nr. MJZ09491029, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-06-2009]

In dit besluit worden verstaan onder:

  • a. polychloorbifenylen: chloorbifenylen, met uitzondering van mono- en dichloorbifenylen;

  • b. gehalte aan polychloorbifenylen: gehalte aan de afzonderlijke polychloorbifenyl-congeneren 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-06-2009]

  • 1 Het is verboden polychloorbifenylen en polychloorterfenylen te vervaardigen of, al dan niet verwerkt in een preparaat of produkt, in Nederland in te voeren, toe te passen, voorhanden te hebben of aan een ander ter beschikking te stellen.

  • 2 Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet ten aanzien van:

    • a. preparaten of produkten die onopzettelijk zijn verontreinigd met polychloorbifenylen, mits het gehalte gelijk aan of kleiner is dan 0,5 mg/kg per congeneer, bepaald volgens de methode voor het vaststellen van het gehalte aan polychloorbifenylen, neergelegd in de regeling ingevolge artikel 4 van het Besluit organisch halogeengehalte van brandstoffen (Stb. 1989, 58), voor zover deze methode toepasbaar is voor die preparaten en produkten;

    • b. brandstoffen en preparaten ten behoeve van de vervaardiging van brandstoffen, die polychloorbifenylen bevatten;

    • c. polychloorbifenylen, polychloorterfenylen of preparaten of produkten die deze bevatten, die bestemd zijn om daaraan onderzoek te verrichten in laboratoria of om deze toe te passen als referentiemateriaal bij onderzoek.

  • 3 Voorts geldt het verbod niet indien het betreft een overbrenging overeenkomstig verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU L 190).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-06-2009]

  • 1 Het in artikel 2, eerste lid, gestelde verbod geldt tot 1 januari 2003 niet ten aanzien van:

    • a. het toepassen en voorhanden hebben van weerstanden, smoorspoelen, condensatoren met een gewicht groter dan één kilogram of transformatoren met polychloorbifenylen bevattende koelvloeistof die vóór 1 augustus 1985 op de markt werden gebracht, mits zij nog in goede staat van onderhoud verkeren;

    • b. het aan een ander ter beschikking stellen van apparaten die voldoen aan het onder a van dit artikel gestelde, indien dit geschiedt te zamen met het onroerend goed waaraan deze apparaten tot een blijvend gebruik verbonden zijn en zullen blijven.

  • 2 Het in artikel 2, eerste lid, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het toepassen, voorhanden hebben en aan een ander ter beschikking stellen van produkten waarin polychloorbifenylen bevattende condensatoren met een gewicht gelijk aan of minder dan een kilogram aanwezig zijn, mits die produkten vóór 1 augustus 1985 op de markt werden gebracht.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-06-2009]

  • 1 Het in artikel 2, eerste lid, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van gebruikte koelvloeistof, weerstanden, smoorspoelen, condensatoren of transformatoren die polychloorbifenylen bevatten

    • a. voor het voorhanden hebben daarvan, indien dit geschiedt in overeenstemming met een vergunning of ontheffing, verleend krachtens de artikelen 8.1, 10.45 of 10.54 juncto 10.63, van de Wet milieubeheer of artikel 3, eerste lid, van de Wet verontreiniging zeewater, waarbij uitdrukkelijk de bevoegdheid is verleend tot het voorhanden hebben van deze stoffen;

    • b. voor het in Nederland invoeren, voorhanden hebben en aan een ander ter beschikking stellen daarvan, indien dit geschiedt met het oog op het zich daarvan ontdoen als afvalstof door afgifte aan een persoon als bedoeld onder a, mits in een schriftelijke overeenkomst met deze persoon van deze vergunning melding is gemaakt;

    • c. ingeval het niet betreft gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in de Wet milieubeheer: voor het voorhanden hebben en aan een ander ter beschikking stellen daarvan, indien dit geschiedt met het oog op het zich ontdoen door afgifte aan een in een ander land dan Nederland gevestigde persoon met wie vooraf schriftelijk is overeengekomen dat hij deze daarheen brengt voor vernietiging in een daarin gespecialiseerd vernietigingsbedrijf.

  • 2 Het in artikel 2, eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet ten aanzien van gebruikte geledigde transformatoren voor het voorhanden hebben en het ter beschikking stellen daarvan met het oog op vernietiging, indien het P.C.B.-gehalte in de aanhangende koelvloeistof ten hoogste 100 mg/kg bedraagt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-06-2009]

Het is verboden spuitbussen die chlooretheen als drijfgas bevatten, te vervaardigen, in Nederland in te voeren, toe te passen of aan een ander ter beschikking te stellen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-06-2009]

Dit besluit kan worden aangehaald als: P.C.B.-, P.C.T.-en chlooretheen-besluit milieubeheer.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 18 april 1991

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. G. M. Alders

Uitgegeven de eenentwintigste mei 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven