Instellingsbesluit Interdepartementale raad voor de handelspolitiek
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Handelend in overeenstemming met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Financiën,
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, voor Ontwikkelingssamenwerking en van Verkeer
en Waterstaat;
Overwegende, dat het gewenst is dat de directeur-generaal voor de Buitenlandse Economische
Betrekkingen van het Ministerie van Economische Zaken, onder wie de voorbereiding,
uitvoering en interdepartementale coördinatie van het regeringsbeleid op het terrein
van de economische betrekkingen met het buitenland ressorteren, in de uitoefening
van zijn taak wordt bijgestaan door vertegenwoordigers van andere ministeries die
betrokken zijn bij de buitenlandse economische betrekkingen, alsmede door een vertegenwoordiger
van De Nederlandsche Bank N. V.:
-
dat daartoe op 4 augustus 1945 door de Economische Commissie van de Raad van Ministers
de Interdepartementale Raad voor de Handelspolitiek (IRHP) is ingesteld;
-
dat het kabinet naar aanleiding van het eerste interimrapport sanering interdepartementale
commissies (Kamerstukken II 1985/86, 17353, nrs. 23 en 28) heeft besloten tot voortzetting
op tijdelijke basis en tot een periodieke evaluatie van de IRHP;
-
dat het op grond van de resultaten van een eerste, in 1988 uitgevoerde, zelfevaluatie
gewenst is de IRHP opnieuw in te stellen voor een periode van vier jaar;
-
dat het, gelet op de samenhang met de taakomschrijvingen van de Coördinatiecommissie
voor Ontwikkelingssamenwerking (COCOS) en de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie-
en Associatieproblemen (CEIA), gewenst is dat de IRHP, de COCOS en de CEIA in goed
overleg invulling geven aan hun werkzaamheden;