Besluit beroepsactiviteiten waarvoor het geslacht bepalend kan zijn

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-11-2005 t/m heden

Besluit van 19 mei 1989, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur inzake beroepsactiviteiten waarvoor het geslacht bepalend kan zijn

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 mei 1986, gedaan mede namens Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie, Defensie en Onderwijs en Wetenschappen;

Gelet op het bepaalde in artikel 5, derde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, zoals gewijzigd bij de Wet van 27 april 1989, Staatsblad 1989, 168;

Gezien de adviezen die ter zake zijn uitgebracht door de Sociaal-Economische Raad, de Emancipatieraad, de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid en de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid in de burgerlijke openbare dienst;

De Raad van State gehoord (advies van 8 december 1986, nr. W.12.86.0248/b);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 mei 1989, uitgebracht mede namens Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie, Defensie en Onderwijs en Wetenschappen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Als beroepsactiviteiten en hiervoor noodzakelijke opleidingen waarvoor in voorkomend geval vanwege hun aard of de voorwaarden voor de uitoefening ervan het geslacht bepalend kan zijn, worden slechts beschouwd die welke behoren tot respectievelijk opleiden voor een of meer van de volgende categorieën:

  • a. de beroepsactiviteiten die om lichamelijke redenen uitsluitend door personen van een bepaald geslacht kunnen worden vervuld;

  • b. de beroepsactiviteiten van de mannelijke of de vrouwelijke mannequin, die bepaalde kledingstukken moet tonen door ze te dragen;

  • c. de beroepsactiviteiten van modellen voor beeldend kunstenaars, fotografen, cineasten, kappers, grimeurs en schoonheidsspecialisten;

  • d. de beroepsactiviteiten van acteur, zanger, danser of kunstenaar, voor zover deze activiteiten betrekking hebben op het vertolken van bepaalde rollen;

  • e. de beroepsactiviteiten binnen particuliere huishoudens die inhouden de persoonlijke bediening, verzorging, verpleging of opvoeding van dan wel hulpverlening aan een of meer personen;

  • f. de beroepsactiviteiten die inhouden de persoonlijke verzorging, verpleging of opvoeding van dan wel hulpverlening aan personen, indien de goede uitoefening van de aangeboden betrekking binnen het geheel van de arbeidsorganisatie ertoe noodzaakt dat deze wordt vervuld door een persoon van een bepaald geslacht;

  • g. de beroepsactiviteiten die inhouden de behandeling of bejegening van personen, indien wegens ernstige schaamtegevoelens bij deze personen de goede uitoefening van de aangeboden betrekking binnen het geheel van de arbeidsorganisatie ertoe noodzaakt dat deze wordt vervuld door een persoon van een bepaald geslacht;

  • h. de beroepsactiviteiten waarvan de vervulling of uitoefening door personen van een bepaald geslacht feitelijk wordt belemmerd door wettelijke voorschriften betreffende de bescherming van personen van dat geslacht bij de arbeid;

  • i. de beroepsactiviteiten die uitgeoefend worden in het buitenland, indien door het aldaar geldende recht deze beroepsactiviteiten aan personen van een bepaald geslacht zijn voorbehouden;

  • j. de beroepsactiviteiten bij het Korps Mariniers en bij de Onderzeedienst.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van dezelfde datum als de Wet tot herziening van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Artikel 3

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit beroepsactiviteiten waarvoor het geslacht bepalend kan zijn.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 19 mei 1989

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. de Koning

De Minister van Binnenlandse Zaken,

C. P. van Dijk

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

De Minister van Defensie,

F. Bolkestein

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

W. J. Deetman

Uitgegeven de vijftiende juni 1989

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven