Besluit van 27 februari 1989, houdende aanwijzing van ambtenaren belast met de grensbewaking,
die werkzaamheden verrichten ten behoeve van de Binnenlandse Veiligheidsdienst
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 november 1988, nr.
CW88/126/U6, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Financiën en van Defensie;
Gelet op artikel 18, eerste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Stb. 1987, 635);
De Raad van State gehoord (advies van 19 december 1988, no. W04.88.0665);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 23 februari
1989, CW88/126/U9, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Financiën
en van Defensie;
Hebben goedgevonden en verstaan: