Geschillenbeslechtingsprocedure

[Regeling vervallen per 24-02-2012.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 08-01-1989 t/m 23-02-2012

Geschillenbeslechtingsprocedure

De minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wet vervoer over zee (Stb. 1982, 629);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-02-2012]

Indien de in artikel 2, eerste lid, van de Verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 mei 1979, nr. 954/79 (Pb. 1979, nr. L121), bedoelde onderhandelingen niet tot overeenstemming leiden, kan de minister van Verkeer en Waterstaat, na alle betrokken scheepvaartondernemingen te hebben gehoord en alvorens op verzoek van een van de betrokken scheepvaartondernemingen een beslissing te nemen ter beslechting van het geschil, zich door een college van deskundigen laten adviseren.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-02-2012]

Het in artikel 1 bedoelde college van deskundigen wordt als volgt samengesteld:

  • 1. op verzoek van de minister van Verkeer en Waterstaat doen de scheepvaartondernemingen, partij bij het geschil, binnen dertig dagen elk een voordracht voor de benoeming van een deskundige;

  • 2. de minister benoemt naast de in het eerste lid bedoelde deskundigen een voorzitter;

  • 3. indien een der partijen niet binnen dertig dagen een deskundige heeft voorgedragen doet de voorzitter een voordracht.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-02-2012]

Het college van deskundigen onderzoekt het geschil mede aan de hand van de volgende door de Raad van de Europese Gemeenschappen (Raadsnotulen van de 578e zitting op 8 mei 1979, nr. Comv. COM (77) 686 def. R/3245/77) vastgelegde criteria:

  • a. de feitelijke hoeveelheid lading en de vooruitzichten op groei ervan op de vervoerroute of -routes waarop de conference werkzaam is;

  • b. de verhouding tussen de beschikbare tonnage en de feitelijke en te verwachten hoeveelheid lading op de vervoerroute of -routes waarop de conference werkzaam is;

  • c. het te verwachten effect dat de toelating van de scheepvaartonderneming tot de conference zal hebben op de doelmatigheid en kwaliteit van de diensten door de conference;

  • d. de huidige deelneming van de aanvrager aan het vervoer op dezelfde vervoerroute of op concurrerende vervoerroutes in of buiten het kader van de conference waarvan het lidmaatschap wordt gewenst;

  • e. de verenigbaarheid van de grondslagen van de bedrijfsvoering van de aanvrager met die, welke overeenkomstig de beginselen van de markteconomie ingang hebben gevonden;

  • f. het gedeelte van het betrokken vervoer dat door regelmatige gebruikmaking van gehuurde schepen wordt of zal worden verricht door de nationale ondernemingen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-02-2012]

Aan de hand van zijn bevindingen brengt het college binnen een termijn van dertig dagen na aanvang van zijn werkzaamheden advies uit aan de minister van Verkeer en Waterstaat, waarna de minister in het geschil beslist.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-02-2012]

  • 1 Het college van deskundigen bepaalt zelf zijn werkwijze.

  • 2 De leden van het college van deskundigen ontvangen uit 's Rijks kas een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig het Reisbesluit, alsmede voor zover hun benoeming haar oorzaak niet vindt in het ambt dat zij bekleden, vacatiegelden overeenkomstig het vacatiegeldenbesluit.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-02-2012]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van verschijning van de Nederlandse Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de daarbij behorende toelichting worden geplaatst in de Nederlandse Staatscourant en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage, 19 december 1988

De

minister

van Verkeer en Waterstaat,

N. Smit-Kroes

Naar boven