Instellingsbesluit MAR

[Regeling vervallen per 01-07-2013.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-06-1986 t/m 30-06-2013

Instellingsbesluit MAR

De minister van Binnenlandse Zaken,

Overwegende dat het, gezien het besluit van de ministerraad van 31 augustus 1984 tot vergroting van de mobiliteit van ambtenaren in beleids-, staf- en algemene beheersfuncties ingedeeld in de hoofdgroepen V en VI van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, wenselijk is een interdepartementale instantie in te stellen ter bevordering van de interdepartementale mobiliteit van ambtenaren;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 2

    In dit besluit wordt onder ministerie mede verstaan:

    de daaronder ressorterende diensten, instellingen en bedrijven.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

Er is een Mobiliteitsadviesraad Rijksdienst (MAR).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 De MAR heeft tot taak het bevorderen van een doelmatige mobiliteit van ambtenaren in de burgerlijke rijksdienst, in het bijzonder met betrekking tot beleids-, staf- en algemene beheersfuncties in hoofdgroep VI van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit. De minister van Binnenlandse Zaken kan onderdelen van de burgerlijke rijksdienst dan wel bepaalde categorieën personeel in hoofdgroep VI van de werking van dit besluit uitzonderen.

  • 2 De raad dient daartoe:

    • a. de minister van Binnenlandse Zaken te adviseren over aangelegenheden van algemene aard betreffende de mobiliteit van ambtenaren in de burgerlijke rijksdienst en betreffende het benoemingsbeleid in de burgerlijke rijksdienst voor zover dat voor de bevordering van een doelmatige mobiliteit van belang is;

    • b. de politieke of ambtelijke leiding van de ministeries te adviseren over aangelegenheden van algemene aard, betreffende de mobiliteit van ambtenaren binnen hun ministeries en het daarvoor van belang zijnde benoemingsbeleid;

    • c. op verzoek van de politieke of ambtelijke leiding van het betrokken ministerie te adviseren over individuele benoemingen in beleids-, staf- en algemene beheersfuncties in hoofdgroep VI van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit;

    • d. uitgangspunten en richtlijnen te formuleren voor de werkzaamheden van het onder de MAR ressorterende, organisatorisch bij de Rijks Psychologische Dienst ondergebrachte, mobiliteitsadviesbureau;

    • e. toe te zien op de werkzaamheden in hoofdlijnen van het onder d bedoelde mobiliteitsadviesbureau.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 De MAR bestaat uit vijf leden, onder wie de voorzitter. De minister van Binnenlandse Zaken benoemt de voorzitter en de leden van de MAR, met dien verstande dat de directeur-generaal voor Overheidspersoneelsbeleid krachtens zijn functie lid is van de MAR. Daarnaast kunnen als lid van de MAR uitsluitend secretarissen-generaal worden benoemd. Benoeming van een secretaris-generaal die behoort tot een ander ministerie dan dat van Binnenlandse Zaken geschiedt in overleg met de betrokken minister.

  • 2 De voorzitter van de MAR wordt benoemd voor een periode van 5 jaar en is opnieuw benoembaar. De overige leden van de MAR worden, met uitzondering van de directeur-generaal voor Overheidspersoneelsbeleid, benoemd voor een periode van drie jaar. Zij zijn opnieuw benoembaar.

  • 3 De directeur van de Rijks Psychologische Dienst fungeert als adviseur van de raad en kan aan alle vergaderingen van de raad deelnemen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 Alvorens een advies uit te brengen over zaken die bepaalde ministeries betreffen, stelt de MAR de politieke en ambtelijke leiding van de betrokken ministeries in de gelegenheid ter zake hun mening te geven.

  • 2 De MAR is bevoegd derden uit te nodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen wanneer daartoe – gezien de aard van de te bespreken onderwerpen – aanleiding bestaat.

  • 3 De MAR is bevoegd – binnen de grenzen van zijn taak – in briefwisseling te treden met de politieke en ambtelijke leiding van de ministeries, alsmede met de voorzitters van de interdepartementale overleg- en besluitvormingsorganen, en inlichtingen in te winnen ten behoeve van zijn taakuitoefening.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

De MAR bevordert de wederzijdse afstemming van zijn werkzaamheden en die van andere adviesorganen, wier taken op aanverwante gebieden liggen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

De MAR brengt jaarlijks aan de minister van Binnenlandse Zaken verslag uit over zijn werkzaamheden en over ontwikkelingen betreffende de bevordering van een doelmatige mobiliteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

Vijf jaar na instelling van de MAR wordt op basis van een evaluatie van de resultaten van zijn werkzaamheden besloten over voortzetting van de MAR en eventuele wijziging van zijn taak, samenstelling en werkwijze.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

Dit besluit kan worden aangehaald als: Instellingsbesluit MAR. Het treedt in werking met ingang van 1 juni 1986.

Dit besluit zal met de toelichting worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant: afschrift ervan zal worden gezonden aan de ministers en staatssecretarissen en aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage, 29 mei 1986

De

minister

van Binnenlandse Zaken,

R. de Korte

Naar boven