Schadecompensatieregeling Willemsspoortunnel

[Regeling vervallen per 04-03-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-03-1990 t/m 03-03-2004

Schadecompensatieregeling Willemsspoortunnel

De minister van Verkeer en Waterstaat,

Gezien de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Kamer d.d. 17 november 1983, kenmerk WBJ/V30528 (blz. 4);

Overwegende dat de bouw van de Willemsspoortunnel kan meebrengen dat natuurlijke dan wel rechtspersonen een onevenredig financieel nadeel ondervinden van de bouw van de Willemsspoortunnel, de daarbij behorende werken of de in verband daarmee genomen bestuursmaatregelen;

Dat het wenselijk is voor deze personen vast te leggen in welke gevallen en onder welke voorwaarden een financiële compensatie kan worden verstrekt;

Stelt de volgende schadecompensatieregeling vast:

Hoofdstuk I. Algemene Bepalingen

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. De minister:

de minister van Verkeer en Waterstaat.

b. Aanleg Willemsspoortunnel:

bouw van de Willemsspoortunnel en de daarbij behorende werken of genomen bestuursmaatregelen in verband met die werken ten behoeve van de bouw van de Willemsspoortunnel.

c. Schade:

onevenredig financieel nadeel nadat een belanghebbende lijdt ingevolge de aanleg van de Willemsspoortunnel en dat uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico en dat redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van belanghebbende behoort te blijven.

d. Belanghebbende:
  • 1. een natuurlijk of een rechtspersoon die daadwerkelijk een bedrijf c.q. een beroep uitoefent respectievelijk een instelling exploiteert, en bij de uitoefening van het beroep of bedrijf respectievelijk de exploitatie van de instelling schade ondervindt;

  • 2. een natuurlijk persoon wiens persoonlijke financiële belangen door de aanleg van de Willemsspoortunnel geschaad worden.

e. Winst:

de winst die dient als grondslag voor de berekening van de winst uit onderneming (Wet op de inkomstenbelasting) of de bedrijfswinst (Wet op de vennootschapsbelasting) met dien verstande, dat indien de belanghebbende een rechtspersoon is, daaronder mede wordt verstaan de beloning van de bestuurder(s) en de daaraan verbonden ten laste van de rechtspersoon komende sociale lasten. Onder winst dient tevens te worden begrepen de inkomsten van een belanghebbende in de zin van artikel 1 sub d onder 2.

Artikel 2. De Advies-Commissie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 Er is een Advies-Commissie, die zal worden ingesteld door de minister na overleg met de Gemeente Rotterdam en de Nederlandse Spoorwegen, gehoord hebbend de ondernemersorganisaties. Zij bestaat uit onafhankelijke deskundigen die geen enkel belang hebben bij of binding hebben met de aanleg van de Willemsspoortunnel en over de nodige deskundigheid en reputatie beschikken.

  • 2 De minister wijst de (rechts)persoon aan die met het secretariaat van de Commissie wordt belast.

  • 3 De Commissie heeft als taak:

    • a. te onderzoeken of en in hoeverre er een causaal verband bestaat tussen de aanleg van de Willemsspoortunnel in ruimste zin en het gestelde nadeel en bij gebleken causaal verband

    • b. te adviseren over de hoogte van net bedrag der financiële compensatie met inachtneming van het hierover in deze regeling bepaalde.

  • 4 Voor wat betreft haar taak, zoals bepaald in artikel 2 lid 3 sub a kan de Commissie worden bijgestaan door specialisten, die slechts een adviserende stem hebben in de Commissie. Deze specialisten zijn bevoegd zich door deskundigen, door hen aan te wijzen, te doen vervangen of vergezellen.

Artikel 3. De Goedkeurings Commissie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 Er is een Goedkeurings Commissie die zal worden ingesteld door de minister en bestaat uit twee vertegenwoordigers alsmede twee plaatsvervangende leden van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, één vertegenwoordiger alsmede één plaatsvervangend lid van de gemeente Rotterdam op voorstel van de gemeente en één vertegenwoordiger alsmede één plaatsvervangend lid van de NV Nederlandse Spoorwegen op voorstel van de Nederlandse spoorwegen.

  • 2 Een lid van de Advies-Commissie kan tevens deel uitmaken van de Goedkeurings Commissie maar bezit daarin uitsluitend een adviserende stem.

  • 3 De minister wijst uit de vertegenwoordigers van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in deze Commissie de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4 De minister voegt aan de Commissie een secretaris toe.

  • 5 De Goedkeurings Commissie vergadert zo dikwijls haar voorzitter dit nodig oordeelt, of ten minste twee leden van die Commissie, met opgave van redenen, daartoe de wens te kennen geven.

  • 6 De vergaderingen worden gehouden te Rotterdam tenzij de voorzitter het nodig acht die elders te houden.

  • 7 De Goedkeurings Commissie heeft als taak:

    • a. toezicht uit te oefenen op de werkzaamheden van de Advies-Commissie

    • b. het adviseren van de minister.

Hoofdstuk II. Procedure bepalingen inzake de financiële compensatie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Artikel 4. Indiening van een verzoek om financiële compensatie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 Een verzoek om een financiële compensatie wordt gericht aan de minister en ingediend bij de Voorzitter van de Advies-Commissie. Het verzoek om een financiële compensatie kan gedurende een periode van twee jaar na 31 december van het jaar waarop het verzoek om financiële compensatie betrekking heeft bij de Voorzitter van de Advies-Commissie worden ingediend.

  • 2 Een belanghebbende dient zijn verzoek om een financiële compensatie met redenen te omkleden. Een aanvraag wordt geacht te zijn ontvangen indien een daartoe verstrekt aanvraagformulier, correct en volledig door de belanghebbende ingevuld, bij de Advies-Commissie is ingediend.

  • 3 Een belanghebbende die een verzoek om een financiële compensatie heeft ingediend is verplicht aan de Advies-Commissie, of door haar aangewezen personen, mondeling of schriftelijk hierop betrekking hebbende inlichtingen zonder enig voorbehoud te verstrekken en inzage te geven in de boeken en bescheiden te overleggen die de Commissie nodig oordeelt om haar taak naar behoren te vervullen.

  • 4 Een verzoek om een financiele compensatie dat bij de Voorzitter van de Advies Commissie na verloop van de termijn als genoemd in artikel 4, lid 1, wordt ingediend zal door de Advies Commissie niet meer in behandeling worden genomen.

Artikel 5. Behandeling van het verzoek om een financiële compensatie door de Advies-Commissie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 De Advies-Commissie bevestigt aan de belanghebbende de ontvangst van het verzoek om een financiële compensatie onder mededeling van de te volgen procedure.

  • 2 De Advies-Commissie stelt de belanghebbende of diens gemachtigde in de gelegenheid het verzoek toe te lichten. Van deze toelichting wordt een verslag opgemaakt. Dit verslag wordt aan de belanghebbende toegezonden.

  • 3 De Advies-Commissie stelt binnen een maand na ontvangst van het ingediende verzoek om een financiële compensatie vast of er al dan niet sprake is van een causaal verband.

  • 4 Indien de Advies-Commissie van oordeel is dat er geen sprake is van een causaal verband zoals omschreven in artikel 2 lid 3 onder sub a maakt zij hieromtrent een concept-advies op en legt dit binnen een maand na vaststelling van het ontbreken van een causaal verband zowel aan de belanghebbende a aan de Goedkeurings Commissie voor. De Advies-Commissie deelt indien niet binnen deze termijn een concept-advies opgemaakt kan worden, de belanghebbende gemotiveerd mede waarom deze termijn overschreden wordt en geeft daarbij tevens een termijn aan welke maximaal een maand zal bedragen waarbinnen in ieder geval de advisering zal plaatsvinden.

  • 5 Indien de Advies-Commissie van oordeel is dat er sprake is van een causaal verband zoals omschreven in artikel 2 lid 3 onder sub a stelt zij een advies op over de hoogte van het bedrag der financiële compensatie.

    Daartoe maakt de Advies-Commissie gebruik van tot de Commissie behorende onafhankelijke taxateurs en stelt een taxatierapport op, inhoudende een advies aan de Goedkeurings Commissie.

  • 6 De Advies-Commissie baseert zich bij de opstelling van het taxatierapport op:

    • 1. de boeken en bescheiden, verstrekt door de belanghebbende;

    • 2. verkregen gegevens uit de branche;

    • 3. kennis en ervaring;

    • 4. eigen waarneming;

    • 5. het verslag als bedoeld in artikel 5, lid 2.

  • 7 Alvorens de Advies-Commissie haar definitieve advies als bedoeld onder artikel 5, lid 5 opstelt, maakt zij een concept-advies op. Dit concept wordt binnen een maand na vaststelling van het causaal verband zoals omschreven in artikel 2 lid 3 sub a zowel aan de belanghebbende als aan de Goedkeurings Commissie voorgelegd. De Advies-Commissie deelt indien niet binnen deze termijn een concept-advies opgemaakt kan worden, de belanghebbende gemotiveerd mede waarom deze termijn overschreden wordt, en geeft daarbij tevens een termijn aan welke maximaal een maand zal bedragen waarbinnen in ieder geval de advisering zal plaatsvinden.

  • 8 De belanghebbende en de Goedkeurings Commissie kunnen binnen een termijn van twee maanden na datum van verzending van het concept-advies als bedoeld in artikel 5, leden 4 en 7 eventuele bezwaren ten aanzien van het gestelde in het concept-advies aan de Advies-Commissie toesturen.

  • 9 Na het verstrijken van de onder artikel 5, lid 8 genoemde termijn stelt de Advies-Commissie binnen een maand na kennis genomen te hebben van de ingekomen berichten van de belanghebbende en/of Goedkeurings Commissie een definitief advies op en stelt dit in handen van de Goedkeurings Commissie.

  • 10 Indien de bezwaren ten aanzien van de inhoud van het concept-advies en/of de berichten inhoudende een akkoordverklaring (instemming met) ten aanzien van de inhoud van het concept-advies van zowel de belanghebbende als ook de Goedkeurings Commissie binnen de onder artikel 5, lid 8 genoemde termijn, bij de Advies-Commissie zijn ontvangen, stelt de Advies-Commissie binnen een maand na kennis te hebben genomen van de ingekomen berichten een definitief advies op en stelt dit in handen van de Goedkeurings Commissie.

Artikel 6. Behandeling van het verzoek om een financiële compensatie door de Goedkeurings Commissie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 Binnen een maand na ontvangst van het rapport van de Advies-Commissie adviseert de Goedkeurings Commissie de minister over het ingediende verzoek om een financiële compensatie.

  • 2 De voorzitter van de Goedkeurings Commissie deelt, indien niet binnen een maand een besluit genomen kan worden, de belanghebbende gemotiveerd mede waarom deze termijn overschreden wordt en geeft daarbij tevens een termijn welke maximaal een maand zal bedragen aan waarbinnen de besluitvorming in ieder geval zal plaatsvinden.

  • 3 Tot het vaststellen van het advies moet ten minste de helft van de leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn ter vergadering van de Goedkeurings Commissie.

  • 4 Een advies van de Goedkeurings Commissie wordt opgesteld overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de ter vergadering aanwezige leden of hun plaatsvervangers. Van afwijkende gevoelens wordt desverlangd in het advies melding gemaakt. Bij het staken der stemmen wordt het nemen van een advies aangehouden tot de volgende vergadering.

    Wanneer de stemmen ook dan staken, beslist de voorzitter.

Artikel 7. De beslissing op het verzoek om een financiële compensatie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 Binnen een maand na ontvangst van het advies van de Goedkeurings Commissie beslist de minister op het ingediende verzoek om een financiële compensatie.

  • 2 De minister deelt, indien niet binnen een maand een besluit genomen kan worden, de belanghebbende gemotiveerd mede, waarom deze termijn overschreden wordt en geeft daarbij tevens een termijn aan welke maximaal een maand zal bedragen waarbinnen in ieder geval het besluit zal plaatsvinden.

  • 3 De beslissing wordt schriftelijk aan de belanghebbende medegedeeld en van een motivering voorzien bij een gehele of gedeeltelijke afwijzing.

Hoofdstuk III. Bepalingen inzake de financiële compensatie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Artikel 8. De financiële compensatie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Aan belanghebbenden die schade lijden, welke niet geacht moet worden te behoren tot hun normaal maatschappelijk risico, en welke redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van hen behoort te blijven, wordt, indien voldaan is aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, een naar billijkheid te bepalen financiële compensatie verstrekt, indien en voor zover de vergoeding niet anderszins is verzekerd.

Artikel 9. Gevallen waarin geen financiële compensatie wordt verleend

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

De minister beslist in ieder geval geheel of gedeeltelijk afwijzend op een verzoek om een financiële compensatie indien en voor zover naar zijn oordeel:

  • a. Het financieel nadeel veroorzaakt is door andere omstandigheden dan de aanleg van de Willemsspoortunnel.

  • b. De belanghebbende geldelijke aanspraken heeft ontleend of kan ontlenen aan andere regelingen van welke aard dan ook die voorzien in de door deze regeling beoogde financiële compensatie.

  • c. De belanghebbende verwijtbaar lijdelijk de gevolgen van de bouw van de Willemsspoortunnel heeft afgewacht terwijl door het treffen van bepaalde maatregelen de financieel nadelige gevolgen ervan hadden kunnen worden beperkt of voorkomen.

  • d. Indien de gederfde winst (de inkomstenderving) als bedoeld in artikel 10 minder bedraagt dan tien procent (10%) van de gemiddelde winst (de gemiddelde inkomsten) in de onderzochte en daarvoor in aanmerking komende jaren.

  • e. De belanghebbende het verzoek om een financiële compensatie niet binnen de in artikel 4 genoemde termijn heeft ingediend bij de Voorzitter van de Advies Commissie.

Artikel 10. De hoogte van de financiële compensatie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 De financiële compensatie wordt, rekening houdend met het bepaalde in artikel 9, bepaald door de als gevolg van de aanleg van de Willemsspoortunnel door de belanghebbende behaalde winst (inkomsten) te vergelijken met de door hem voor de aanleg van de Willemsspoortunnel behaalde gemiddelde winst (gemiddelde inkomsten) in de onderzochte en de daarvoor in aanmerking komende jaren. Het aldus verkregen resultaat zal worden gecorrigeerd met een inflatie-correctie en voor zover aanwezig gecorrigeerd met een toepasbare branche-correctie.

  • 2 De hoogte van de financiële compensatie bedraagt vijfentachtig procent (85%) van de winstderving (inkomstenderving) na aftrek van tien procent (10%) van de gemiddelde winst (de gemiddelde inkomsten), in de onderzochte en daarvoor in aanmerking komende jaren.

Artikel 11. Invloed van de verkoop van het bedrijf/pand op de hoogte van de financiële compensatie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Indien een belanghebbende, die reeds gedurende een redelijke termijn een bedrijf uitoefent casu quo pand in eigendom heeft, tijdens de bouw van de Willemsspoortunnel zijn bedrijf c.q. pand verkoopt en de prijs van de verkoop leidt tot een lager bedrag dan de verkoopprijs zou bedragen, ingeval er geen sprake zou zijn van de aanleg van de Willemsspoortunnel, zal de Advies-Commissie dit verschil opnemen in haar uit te brengen rapport en zal de minister dit in zijn beslissing mede betrekken, waarbij inzake de hoogte van de financiële compensatie conform artikel 10, lid 2 zal worden beslist, tenzij er geen sprake is van een bedrijf.

Artikel 12. Schade voorkomende of beperkende maatregelen

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 Indien een belanghebbende ter voorkoming of beperking van schade bepaalde maatregelen wenst te treffen komen de volledige kosten hiervan met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid en derde lid van dit artikel voor verlening van een financiële compensatie als bedoeld in deze regeling in aanmerking.

  • 2 De belanghebbende is verplicht alvorens hij tot het treffen van maatregelen als bedoeld in het vorige lid overgaat de plannen voor de te nemen maatregelen met inbegrip van de raming van de kosten, in te dienen bij de voorzitter van de Advies Commissie.

    Eerst na uitdrukkelijke goedkeuring van de minister gehoord de Advies-Commissie kan de belanghebbende overgaan tot het treffen van de schadevoorkomende of schadebeperkende maatregelen.

    De minister deelt indien niet binnen twee maanden na indiening van de plannen bij de voorzitter van de Advies-Commissie een beslissing omtrent de te nemen maatregelen als bedoeld in artikel 11, lid 1 genomen kan worden, de belanghebbende gemotiveerd mede, waarom deze termijn overschreden wordt en geeft daarbij tevens een termijn aan, welke maximaal een maand zal bedragen waarbinnen in ieder geval het besluit zal plaatsvinden.

  • 3 De financiële compensatie die ter zake van deze maatregelen wordt verleend wordt nimmer hoger gesteld dan het bedrag van de financiële compensatie waarop de belanghebbende aanspraak zou kunnen maken indien de maatregelen niet mogelijk zouden zijn geweest.

Artikel 13. Voorschot hangende een verzoek om een financiële compensatie

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 De minister kan, gehoord de Advies Commissie, op verzoek van de belanghebbende die naar redelijkerwijs te verwachten valt in aanmerking komt voor een financiële compensatie een voorschot verstrekken op de uiteindelijk vast te stellen financiële compensatie. De belanghebbende kan zijn verzoek om een voorschot indienen bij de voorzitter van de Advies-Commissie.

    De minister deelt indien niet binnen twee maanden een beslissing omtrent het verstrekken van een voorschot genomen kan worden, de belanghebbende gemotiveerd mede, waarom deze termijn overschreden wordt en geeft daarbij tevens een termijn aan, welke maximaal een maand zal bedragen, waarbinnen in ieder geval de beslissing zal plaatsvinden.

  • 2 Met het verstrekken van het voorschot wordt geen recht op financiële compensatie van het nadeel erkend.

  • 3 Het voorschot wordt alleen verleend indien de belanghebbende schriftelijk de verplichting aanvaardt tot zijnerzijds gehele of gedeeltelijke terugbetaling wanneer op grond van latere definitieve gegevens blijkt dat het voorschot geheel of gedeeltelijk ten onrechte is verstrekt.

Artikel 14. Bijdrage in de deskundigenkosten van de belanghebbende

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Aan de belanghebbende die een verzoek om financiële compensatie op grond van onderhavige regeling indient, kan door de minister op advies van de Advies-Commissie een bijdrage in de door hem gemaakte deskundigenkosten, dienende om zijn verzoek om een financiële compensatie correct en volledig te kunnen behandelen, worden toegekend.

Artikel 15. Hardheidsclausule

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Indien een stricte toepassing van deze compensatieregeling zou leiden tot een beslissing die onmiskenbaar als onredelijk moet worden aangemerkt kan de minister in bijzondere gevallen van het gestelde in deze regeling afwijken.

Hoofdstuk IV. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Artikel 16. Geheimhouding

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

  • 1 Allen die betrokken zijn of zijn geweest bij de uitvoering van deze regeling, tevens allen die zitting hebben of hebben gehad in één van de Commissies als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van deze regeling, alsmede anderen die vergaderingen van deze Commissies bijwonen of hebben bijgewoond dan wel optreden of zijn opgetreden als adviseurs van de leden van de Commissies, en de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding ervan. De minister zal er voor zorgdragen dat ter realisering van onderhavige geheimhoudingsplicht daartoe strekkende afspraken zullen worden gemaakt.

  • 2 De in het vorige lid bedoelde geheimhoudingsplicht bestaat niet tegenover degenen die bevoegd zijn van de inhoud van het door hen uitgebrachte advies kennis te nemen.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 04-03-2004]

Deze regeling kan worden aangehaald als schadecompensatieregeling Willemsspoortunnel.

's-Gravenhage, 6 mei 1986

De

minister

van Verkeer en Waterstaat,

N. Smit-Kroes

Naar boven