Wet van 20 februari 1986, houdende tijdelijke regeling van de verschuldigde pensioenbijdrage
als bedoeld in de Algemene burgerlijke pensioenwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de regering in het kader van beperking
van de overheidsuitgaven heeft besloten wijzigingen aan te brengen in de overheidspensioenvoorzieningen
ten gevolge waarvan lastenverlichting zal optreden voor het Algemeen burgerlijk pensioenfonds,
uitmondend in een vermindering van de benodigde pensioenbijdrage;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: