Invoerbesluit actieve veredelingsprodukten

[Regeling vervallen per 01-08-2008.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 14-07-1985 t/m 31-07-2008

Besluit van 9 mei 1985, houdende regelen ten aanzien van de invoer van goederen, waarvoor de EEG-regeling "actieve veredeling" is toegepast of die daaruit of met behulp daarvan zijn verkregen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Bolkestein, en Onze Minister van Landbouw en Visserij van 11 februari 1985, nr. 685/131 WJA, gehoord de Commissie Regelingen In- en uitvoerwet, door de Sociaal-Economische Raad ingesteld op grond van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);

Overwegende, dat naar Ons oordeel het belang van de volkshuishouding, mede gelet op richtlijn (EEG), nr. 84/318 van de Commissie der Europese Gemeenschappen van 23 mei 1984, houdende toepassingsbepalingen van de artikelen 13 en 14 van richtlijn (EEG) nr. 69/73 met betrekking tot het in het vrije verkeer brengen van veredelingsprodukten in het kader van de "actieve veredeling" (PbEG L 166), vereist dat regelen worden gesteld ten aanzien van de invoer van goederen, waarvoor in een andere Lid-Staat van de EEG de regeling "actieve veredeling" is toegepast of die daaruit of met behulp daarvan zijn verkregen;

Gelet op de artikelen 2, 2a en 4 van de In- en uitvoerwet (Stb. 1962, 295);

De Raad van State gehoord (advies van 2 april 1985, nr. W10.85.0080/ 10.5.13);

Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris en van Onze voornoemde Minister van 2 mei 1985, nr. 685/446 W.J.A.;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

landbouwgoederen: hetgeen artikel 1 van het Invoerbesluit landen 1981 (Stb. 576) daaronder verstaat;

Onze Minister:

Onze Minister:

  • a. Onze Minister van Landbouw en Visserij, voor zover het landbouwgoederen betreft;

  • b. Onze Minister van Economische Zaken, voor zover het andere goederen betreft;

    regeling "actieve veredeling": de regeling "actieve veredeling", bedoeld in richtlijn (EEG), nr. 69/73 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 maart 1969 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de regeling "actieve veredeling" (PbEG L 58);

    toepassingsrichtlijn: richtlijn (EEG) nr. 84/318 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 mei 1984, houdende toepassingsbepalingen van de artikelen 13 en 14 van richtlijn (EEG) nr. 69/73 met betrekking tot het in het vrije verkeer brengen van veredelingsprodukten in het kader van de "actieve veredeling" (PbEG L 166);

    aanbrengen: het aanbrengen van goederen aan een eerste kantoor in de zin van de douanewetgeving.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De invoer van goederen, van herkomst uit een der Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap, die worden aangebracht met een document voor extern communautair douanevervoer waaruit blijkt dat voor die goederen de regeling "actieve veredeling" is toegepast dan wel dat die goederen zijn verkregen uit of met behulp van goederen als zoëven bedoeld en waarop in een der talen van deze Gemeenschap de vermelding "Handelspolitiek" is geplaatst, is verboden.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt een vervoerdocument, genoemd in een van de andere regelingen voor internationaal douanevervoer als bedoeld in artikel 7, eerste lid, eerste alinea, van verordening (EEG) nr. 222/77 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1976 (PbEG L 1977 38) gelijk gesteld met een document voor extern communautair douanevervoer.

  • 3 Het eerste lid geldt niet in de gevallen, waarin aan een bij die invoer betrokken ambtenaar der invoerrechten en accijnzen een inlichtingenblad als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de toepassingsrichtlijn wordt afgegeven waaruit blijkt dat specifieke handelspolitieke maatregelen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van die richtlijn, die van kracht zijn in de Lid-Staat waar de regeling "actieve veredeling" is toegepast, ten aanzien van die goederen zijn toegepast.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 Onze Minister kan vrijstelling en, op aanvrage, ontheffing verlenen van het bij artikel 2 bepaalde.

  • 2 Onze Minister kan bepalen, welke gegevens bij het aanvragen van een ontheffing als bedoeld in het eerste lid dienen te worden verstrekt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De in dit besluit ten aanzien van de invoer van goederen gestelde regelen zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van handelingen waarvoor een aangifte ten invoer in het vrije verkeer EEG als bedoeld in artikel 6 van de Algemene wet inzake douane en de accijnzen (Stb. 1961, 31) is vereist.

  • 2 Artikel 2 geldt niet ten aanzien van de invoer van goederen in aansluiting op handelingen, bedoeld in het eerste lid, met betrekking tot die goederen.

  • 3 Onze Minister kan nadere regelen stellen ter zake van de in het eerste lid bedoelde toepassing.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Een krachtens artikel 3, eerste of tweede lid, of 4, derde lid, vastgestelde regeling, alsmede een regeling tot wijziging of intrekking van een zodanige regeling wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Ontheffingen, krachtens de Invoerbeschikking actieve veredelingsprodukten (Stcrt. 1984, 190) verleend, worden, voor zover zij op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit hun gelding nog niet hebben verloren, geacht te zijn verleend op grond van dit besluit.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag, liggende twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Dit besluit kan worden aangehaald als: Invoerbesluit actieve veredelingsprodukten.

Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zullen worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 9 mei 1985

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Bolkestein

De Minister van Landbouw en Visserij,

G. J. M. Braks

Uitgegeven de veertiende mei 1985

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven