Besluit herindeling departementale taken met betrekking tot het wetenschapsbeleid en het technologiebeleid

Toekomstige wijziging(en) op 24-07-1984. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 06-09-1983 t/m heden

Besluit van 4 juli 1984, houdende herindeling van departementale taken met betrekking tot het wetenschapsbeleid en het technologiebeleid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken van 25 juni 1984, nr. 346128, gedaan mede namens Onze Ministers van Onderwijs en Wetenschappen, van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken;

Gelet op artikel 44, eerste lid, van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 Onze Minister van Economische Zaken wordt belast met de zorg voor het innovatie- en technologiebeleid.

  • 2 De taken van Onze Ministers van Onderwijs en Wetenschappen en van Economische Zaken ten aanzien van de Nederlandse Organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek, de maritieme sector, het ruimte-onderzoek en de ruimtetechnologie, de micro-electronica, internationale organisaties, innovatiegerichte onderzoeksprogramma's en nieuwe technologiegebieden ten behoeve van de marktsector worden afgebakend overeenkomstig het gestelde in de brieven van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 25 januari 1983 en van 6 september 1983 inzake de Kabinetsformatie 1982 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 1982/1983, 17 555, nrs. 49 en 55).

  • 3 Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen is belast met het initiëren van onderzoek, gericht op het zichtbaar maken van de maatschappelijke en ethische consequenties van technologische vernieuwingen en van de invoering van die vernieuwingen.

Artikel 2

De organisatorische afwikkeling, verband houdende met het in artikel 1 bepaalde, wordt opgedragen aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst, waarvan mededeling zal worden gedaan in de Nederlandse Staatscourant en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Hoge Colleges van Staat, de Raad van Ministers, de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen en de departementen van algemeen bestuur.

's-Gravenhage,, 4 juli 1984

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

R. F. M. Lubbers

Uitgegeven de vierentwintigste juli 1984

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven