Beschikking bemonsteringsmethode meststoffen

[Regeling vervallen per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 04-02-1998 t/m 31-12-2007

Beschikking bemonsteringsmethode meststoffen

De Minister van Landbouw en Visserij,

Gelet op artikel 11 van de Meststoffenwet 1947 (Stb. H. 123),

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder;

partij:

de hoeveelheid van een zelfde produkt welke een eenheid vormt en waarvan wordt aangenomen dat ze uniforme eigenschappen of hoedanigheden bezit;

ondermonster:

een op een bepaald punt uit een partij genomen hoeveelheid;

verzamelmonster:

de ondermonsters uit een zelfde partij te zamen;

deelmonster:

een representatief gedeelte van het verzamelmonster, dat wordt verkregen door het verkleinen van het verzamelmonster;

eindmonster:

een representatief gedeelte van het deelmonster dan wel in de gevallen genoemd in artikel 10, tweede lid van het verzamelmonster;

EG-meststof:

een meststof waarvoor bij de type-aanduiding de vermelding EG-meststof wordt gebruikt.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

De bemonsteringsapparatuur moet zijn vervaardigd uit materiaal dat de eigenschappen of hoedanigheden van de te bemonsteren meststoffen niet beïnvloedt. Zij moet bovendien droog en schoon zijn.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De ondermonsters worden op verschillende plaatsen, voetstoots, onmiddellijk op elkaar volgend en zonder voorkeur uit de partij genomen. Het gewicht van de aldus genomen ondermonsters dient onderling nagenoeg gelijk te zijn.

  • 2 Vloeibare meststoffen dienen vóór de monstername een zodanige behandeling te ondergaan dat een eventuele neerslag wordt opgelost of in suspensie geraakt.

  • 3 Bij het bemonsteren van vloeibare meststoffen die van een recipiënt naar een andere recipiënt zijn overgepompt, dient de monstergrootte in verhouding te staan tot de hoeveelheid overgepompte meststof en slaat het monster slechts op de overgebrachte hoeveelheid en niet op de hoeveelheid in het oorspronkelijke reservoir.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Bij onverpakte meststoffen dient van een partij overeenkomstig de in artikel 3 voorgeschreven wijze ten minste het aantal ondermonsters te worden genomen als afhankelijk van de grootte van de partij is vermeld in artikel 6.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Bij verpakte meststoffen dient overeenkomstig de in artikel 3 voorgeschreven wijze ten minste het aantal ondermonsters respectievelijk het aantal verpakkingen als ondermonster te worden genomen als is aangegeven in de artikelen 7 en 8.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Indien het betreft onverpakte meststoffen bedraagt het aantal te nemen ondermonsters voor zowel EG-meststoffen als andere dan EG-meststoffen:

  • -

    ten minste 7 bij partijen van niet meer dan 2,5 ton;

  • -

    ten minste de vierkantswortel uit 20 maal het aantal tonnen waaruit de partij bestaat bij partijen van meer dan 2,5 ton doch niet meer dan 80 ton;

  • -

    ten minste 40 bij partijen van meer dan 80 ton.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Indien het betreft verpakte EG-meststoffen, waarvan de verpakking een inhoud heeft van meer dan 1 kg, bedraagt het aantal te nemen ondermonsters:

    • -

      ten minste één per verpakking bij partijen samengesteld uit minder dan 5 verpakkingen;

    • -

      ten minste 4 bij partijen van minimaal 5 doch maximaal 16 verpakkingen;

    • -

      ten minste de vierkantswortel uit het aantal verpakkingen waaruit de partij is samengesteld bij partijen van minimaal 17 en maximaal 400 verpakkingen;

    • -

      ten minste 20 bij partijen van meer dan 400 verpakkingen.

  • 2 Indien het betreft verpakte EG-meststoffen waarvan de verpakking een inhoud heeft van niet meer dan 1 kg, dienen ongeacht het aantal verpakkingen waaruit de partij bestaat, ten minste 4 verpakkingen als ondermonster te worden genomen waarbij de inhoud van één originele verpakking als één ondermonster geldt.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Indien het betreft verpakte meststoffen, andere dan EG-meststoffen, waarvan de verpakking een inhoud heeft van meer dan 1 kg of meer dan 1 ltr., bedraagt het aantal te nemen ondermonsters:

    • -

      ten minste één per verpakking bij partijen van minder dan 5 verpakkingen;

    • -

      ten minste 4 bij partijen van minimaal 5 doch maximaal 16 verpakkingen;

    • -

      ten minste de vierkantswortel uit het aantal verpakkingen waaruit de partij is samengesteld bij partijen van minimaal 17 en maximaal 400 verpakkingen;

    • -

      ten minste 20 bij partijen van meer dan 400 verpakkingen.

  • 2 Indien het betreft verpakte meststoffen, andere dan EG-meststoffen waarvan de verpakking een inhoud heeft van niet meer dan 1 kg of niet meer dan 1 ltr., dienen ongeacht het aantal verpakkingen waaruit de partij bestaat, ten minste 4 verpakkingen als ondermonster te worden genomen, dan wel, wanneer de inhoud van vier verpakkingen te zamen meer dan 500 g of meer dan 500 ml bedraagt, een voldoende aantal verpakkingen om ten minste 500 g of 500 ml te verkrijgen, evenwel een minimum aantal van 2 verpakkingen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Van elke partij dient een verzamelmonster te worden samengesteld. De ondermonsters die bestemd zijn dit verzamelmonster te vormen moeten te zamen ten minste bedragen:

  • a. 4 kg voor wat betreft onverpakte EG-meststoffen en 2 kg voor onverpakte meststoffen andere dan EG-meststoffen;

  • b. 4 kg bij verpakkingen van EG-meststoffen met een inhoud van meer dan 1 kg doch het gewicht van de inhoud van 4 originele verpakkingen indien het verpakkingen betreft van niet meer dan 1 kg;

  • c. 2 kg of 2 ltr. bij verpakkingen van andere dan EG-meststoffen met een inhoud van meer dan 1 kg of meer dan 1 ltr., doch de inhoud van vier originele verpakkingen indien het verpakkingen betreft van niet meer dan 1 kg of 1 ltr. dan wel indien de inhoud van 4 verpakkingen te zamen meer dan 500 g en meer dan 500 ml bedraagt, een voldoende aantal verpakkingen om ten minste 500 g of 500 ml te verkrijgen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Elk verzamelmonster moet zor vuldig worden gemengd waarbij indien nodig, verkruimeling van grotere stukken, moet plaatsvinden. Het verzamelmonster dient zo mogelijk met behulp van hetzij een mechanische monsterverdeler hetzij door middel van de kruismethode te worden verkleind tot een deelmonster van ten minste 2 kg wanneer het EG-meststoffen betreft en een deelmonster van ten minste 1 kg of 1 ltr. wanneer het andere dan EG-meststoffen betreft.

  • 2 Verkleining van het verzamelmonster tot een deelmonster als bedoeld in het voorgaande lid is niet vereist, indien het verzamelmonster niet groter is dan 2 kg, respectievelijk 1 kg of 1 ltr.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Indien het betreft EG-meststoffen dienen uit het deelmonster dan wel het verzamelmonster indien artikel 10, tweede lid, toepassing vindt, ten minste drie eindmonsters te worden verkregen waarvan het gewicht onderling nagenoeg gelijk is en ten minste 500 g bedraagt tenzij het verpakkingen betreft met een inhoud van niet meer dan 1 kg.

  • 2 Indien het andere dan EG-meststoffen betreft dienen uit het deelmonster dan wel het verzamelmonster indien artikel 10, tweede lid, toepassing vindt, ten minste twee eindmonsters te worden verkregen, waarvan de hoeveelheid onderling nagenoeg gelijk is en ten minste 250 g of 250 ml bedraagt tenzij het verpakkingen betreft met een inhoud van niet meer dan 1 kg, respectievelijk 1 ltr.

  • 3 De verpakking der genomen eindmonsters behoort zodanig te geschieden dat verlies van bestanddelen alsmede verandering van eigenschappen, samenstelling, hoedanigheid of toestand wordt voorkomen. Het verpakkingsmateriaal moet volkomen droog en schoon zijn.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

De verpakking van de eindmonsters dient zodanig te worden verzegeld dat opening ervan zonder beschadiging van het verpakkingsmateriaal of de verzegeling onmogelijk is. De label, bevattende nadere gegevens betreffende het monster moet deel uitmaken van de verzegeling.

De vermeldingen dienen onuitwisbaar te worden aangebracht.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De monsternemer maakt van elke monsterneming een proces-verbaal op. vermeldende plaats, datum en uur der monsterneming, naam en adres van de belanghebbende, naam of aanduiding van de meststof en verdere bijzonderheden.

  • 2 Nadat de monsters en een afschrift van het proces-verbaal in het laboratorium ontvangen zijn, worden de gegevens in de daarvoor bestemde registers ingeschreven, met vermelding van de naam van de monsternemer.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 14 februari 1978

De

Minister

van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De

plv. secretaris-generaal,

G. J. van Dinter

Naar boven