Goedkeuring besluit grondkamer Limburg

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 24-04-1977 t/m 23-01-2004

Goedkeuring besluit grondkamer Limburg

De Minister van Landbouw en Visserij,

Gelet op artikel 4, tweede lid van de Pachtwet,

Besluit:

Goedkeuring wordt verleend aan het onderstaande door de grondkamer voor Limburg genomen besluit

De grondkamer voor Limburg,

Gelet op artikel 4 van de Pachtwet en op artikel 1 lid 2 van het Pachtnormenbesluit 1967,

Stelt voor haar gebied ten aanzien van de pachtprijs de volgende nadere regelen vast:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Voor de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijs voor los land of voor land zonder de daar bij behorende woningen of andere opstallen wordt het land onderscheiden naar grondsoort en kwaliteitsklasse, zoals aangegeven in onderstaande tabel, waarvan kolom I betrekking heeft op land in de hoogste kwaliteitsklasse, kolom II op de gemiddelde kwaliteitsklasse en kolom III op land in de laagste kwaliteitsklasse.

  • 2 Als grondslag voor de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijs als bedoeld in het eerste lid, gelden de in onderstaande tabel vermelde bedragen, waarvan het hoogste bedrag in iedere kolom aangeeft de maximale pachtwaarde in guldens per hectare per jaar.

Grondsoort

Kwaliteitsklasse

Toeslag of aftrek

   

I

II

III

 

Bouw- en grasland:

       

1.

Jonge rivierkleigronden (stroomgronden):

       
 

a. Klei- en uiterwaardgronden

270

220

170

110

 

b. Lössgronden

270

220

170

110

2.

Oude rivierkleigronden (komkleigronden en/of kleefaarde)

160

120

90

80

3.

Zand- en zavelgronden:

       
 

a. Slib- en humusrijke zandgronden en zavelgronden

275

220

150

100

 

b. Normale zandgronden

180

140

110

70

 

c. Humusarme zandgronden

100

70

50

4.

Voor land, dat geen tuinland is en verpacht wordt voor specifieke teelten, zoals mais, uien, bonen, kan een toeslag worden berekend van maximaal 100% van de basispacht.

       

Tuinland:

       

1.

Bloembollen- en boomkwekerijgronden

1225

950

175

2.

Fruitteeltgronden

315

270

110

3.

Overige tuinbouwgronden

945

650

175

  • 3 De in de tabel vermelde maxima voor iedere kwaliteitsklasse gelden voor het land van de hoogste kwaliteit in die klasse, bij gemiddelde externe produktie-omstandigheden van het land.

  • 4 Ingeval de externe productie-omstandigheden afwijken van het gemiddelde, wordt voor de vaststelling van de pachtwaarde een aftrek of een toeslag toegepast, waarvan het maximum in bovenstaande tabel is aangegeven.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Dit besluit treedt in werking op 24 april 1977.

Aldus vastgesteld door de grondkamer voor Limburg in haar vergadering van 22 december 1976.

J. H. L. Jochems, voorzitter.

A. G. M. Vermulst, secretaris.

's-Gravenhage, 19 januari 1977

De

Minister

van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De secretaris-generaal,

Van Setten

Naar boven