Instelling Interdepartementale werkgroep ‘Leegstand schoollokalen’

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 22-06-1977 t/m 30-12-2004

Instelling Interdepartementale werkgroep ‘Leegstand schoollokalen’

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

Overwegende,

dat het noodzakelijk is een duidelijk inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de leegstand van schoollokalen en dat het tevens gewenst is maatregelen te ontwerpen ter voorkoming en bestrijding van deze leegstand;

dat daartoe overleg met de Ministeries van Binnenlandse Zaken en van Financiën wenselijk is,

Besluit:

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • I in te stellen de Interdepartementale werkgroep ‘Leegstand schoollokalen’:

  • II tot lid van deze werkgroep te benoemen:

    a. namens het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen:
    • 1. drs. G. K. Lub, Directie KBO, tevens voorzitter;

    • 2. M. H. C. Fakkert, Directie BO, tevens plaatsvervangend voorzitter;

    • 3. mw. M. D. Schook, Directie KBC, tevens secretaris;

    • 4. B. G. Braaksma, Directie KBO;

    • 5. mw. mr. P. P. Buss-Tjen, Afdeling WJZ;

    • 6. J. Dreef, Directie KBO;

    • 7. J. de Groot, Directie KBO;

    • 8. J. B. van Hove, Directie KBO;

    • 9. W. F. Pauw, Inspectie Lager Onderwijs;

    • 10. drs. P. W. Ronner, Centrale Directie FC;

    b. namens het Ministerie van Binnenlandse Zaken:
    • 1. P. Boekestijn, Directie Financien Binnenlands Bestuur;

    • 2. E. J. Kramer, Directie Financiën Binnenlands Bestuur;

    c. namens het Ministerie van Financiën:
    • 1. drs. J. F. G. M. de Beer, Inspectie der Rijksfinanciën;

    • 2. mr. L. van Can, Directie Financiën Publiekrechtelijke Lichamen;

    • 3. W. B. Mulder, Inspectie der Rijksfinanciën;

  • III te bepalen, dat de leden gerechtigd zijn zich te doen vervangen of zich te doen vergezellen door een adviseur;

  • IV de taak van de werkgroep als volgt vast te stellen:

    • a. het instellen van een onderzoek naar de omvang van de huidige leegstand van lokalen voor kleuter- en lager onderwijs en naar de mate waarin de leegstand zich in de komende jaren verder zal ontwikkelen;

    • b. het doen van aanbevelingen om zo veel mogelijk:

      • 1. de bestaande leegstand terug te dringen;

      • 2. verdere uitbreiding van leegstand te voorkomen;

      • 3. het gebruik van leegstaande lokalen in scholen voor kleuter- en lager onderwijs voor andere onderwijsdoeleinden te bevorderen, zo nodig door aanpassing van de bestaande vergoedingsregelingen;

    • c. het nagaan of ook ander gebruik dan voor onderwijsdoeleinden gewenst is. Indien de leden van mening zijn, dat in het kader van de taak van de werkgroep tevens andere onderwerpen, verband houdende met de opdracht, dienen te worden behandeld, is de voorzitter gemachtigd deze onderwerpen aan de orde te stellen;

  • V te bepalen, dat deze beschikking zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant.

Naar boven