Wet overgangsregeling Ziektewet

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 10-05-2006 t/m heden

Wet van 2 februari 1967, houdende overgangsregeling in verband met aanpassing van de Ziektewet aan de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen vast te stellen inzake overgangsrecht met betrekking tot de aanpassing van de Ziektewet aan de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 10

Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 32, 33, 34 en 35 van de Ziektewet, zoals deze artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die, waarop de Wijzigingswet in werking is getreden, is, met inachtneming van de wijzigingen welke de aard van het onderwerp vordert, van toepassing ten aanzien van degene, die wegens ongeschiktheid tot werken uitkering ontleent aan de Liquidatiewet ongevallenwetten.

Artikel 16

  • 1 De vrijwillige verzekeringen ingevolge artikel 64, eerste lid, en artikel 65 van de Ziektewet, zoals deze artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die, waarop de Wijzigingswet in werking is getreden, blijven in stand, tenzij de betrokkene met ingang van de dag, waarop de Wijzigingswet in werking treedt, verplicht verzekerd wordt ingevolge de Ziektewet, dan wel vóór laatstbedoelde dag aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen te kennen heeft gegeven, dat hij zijn vrijwillige verzekering met ingang van die dag wenst te beëindigen.

  • 2 Op de ingevolge het bepaalde in het vorige lid in stand gebleven vrijwillige verzekeringen is het bepaalde bij of krachtens de Ziektewet van toepassing.

Artikel 17

Voor zover de termijn van drie jaren, genoemd in artikel 64, eerste lid, onder c en d, van de Ziektewet, is gelegen vóór het in werking treden van de Wijzigingswet, wordt in genoemde bepalingen in plaats van "onafgebroken, al dan niet hier te lande, ingevolge het bepaalde bij of krachtens een wettelijke regeling een voorziening tegen geldelijke gevolgen van ziekte op hem van toepassing is geweest" gelezen: onafgebroken de verzekering ingevolge deze wet op hem van toepassing is geweest, dan wel op hem van toepassing zou zijn geweest of in verband met het bepaalde in artikel 6, eerste lid, onder a of b, niet op hem van toepassing zou zijn geweest, indien de wet van 18 februari 1966 (Stb. 85) tot wijziging van de Ziektewet (Aanpassing aan de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) toen reeds in werking was geweest, of buiten het Rijk, ingevolge het bepaalde bij of krachtens een wettelijke regeling, een voorziening tegen geldelijke gevolgen van ziekte op hem van toepassing is geweest.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk , 2 februari 1967

JULIANA.

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

G. M. J. VELDKAMP.

Uitgegeven de achtentwintigste februari 1967.

De Minister van Justitie,

STRUYCKEN.

Naar boven