Besluit van 17 april 1959, houdende voorschriften ter voorkoming en opheffing van
omroepstoringen door verbrandingsmotoren
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Overwegende, dat de veelvuldige storingen van de ontvangst van de Nederlandse omroepzenders,
werkende op frequenties tussen 40 en 240 megahertz, door elektrische ontstekingsinrichtingen,
welke dienstbaar zijn aan verbrandingsmotoren, nopen tot het geven van voorschriften
ter voorkoming en opheffing van die storingen;
Op voordracht van Onze minister van Verkeer en Waterstaat van 2 september 1958 nr.
(580828 : 1), Centrale Directie der PTT;
Gelet op artikel 3quinquies van de Telegraaf- en Telefoonwet 1904 (Stb. 7) en op het Radiostoringsreglement 1951 (Stb. 547);
Gezien het advies van de Radiostoringscommissie van 20 november 1957 nr. 114;
De Raad van State gehoord (advies van 30 september 1958 nr. 57);
Gezien het nader rapport van Onze minister van Verkeer en Waterstaat van 13 april
1959 nr. (590410 : 1), Centrale Directie der PTT;
Hebben goedgevonden en verstaan: