Beschikking registratie verplaatste personen

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 27-10-1957 t/m heden

BESCHIKKING REGISTRATIE VERPLAATSTE PERSONEN

De Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie,

Gelet op het Besluit registratie verplaatste personen (Stb. 1957, 358).

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder:

a. „intern-verplaatste persoon”:

de verplaatste persoon, die huisvesting heeft verkregen in de gemeente, in welker bevolkingsregister hij is opgenomen;

b. „extern-verplaatste persoon”:

de verplaatste persoon, die huisvesting heeft verkregen buiten de gemeente, in welker bevolkingsregister hij is opgenomen;

c. „verplaatsingsformulier”:

het formulier, waarvan het model als bijlage I bij deze beschikking is gevoegd;

d. „verwijzingskaartje”:

het kaartje, waarvan het model als bijlage II bij deze beschikking is gevoegd.

Artikel 2

Zowel het verplaatsingsformulier als het verwijzingskaartje worden van rijkswege kosteloos beschikbaar gesteld.

Artikel 3

De invulling van het verplaatsingsformulier en het verwijzingskaartje geschiedt bij voorkeur met behulp van een schrijfmachine. Indien van een schrijfmachine geen gebruik kan worden gemaakt, geschiedt de invulling met anilinepotlood.

Artikel 4

De extern-verplaatste persoon wordt geregistreerd door de burgemeester van de gemeente van werkelijk verblijf, met gebruikmaking van het verplaatsingsformulier.

Artikel 5

Van het verplaatsingsformulier is deel A bestemd voor de burgemeester van de gemeente, waar de extern-verplaatste persoon is gehuisvest, deel B voor de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister de extern-verplaatste persoon is opgenomen, en deel C voor een nader aan te wijzen centrale instantie.

Artikel 6

  • 1 De delen A van de verplaatsingsformulieren, te zamen vormende het verplaatsingsregister A, worden terstond na registratie gezinsgewijze gerangschikt in één alfabetisch-lexicografische verzameling volgens de geslachtsnamen van de gezinshoofden en de afzonderlijk levende personen. Voor gehuwde vrouwen en weduwen geschiedt de rangschikking in volgorde van de geslachtsnaam van de echtgenoot, onderscheidenlijk van de laatstoverleden echtgenoot.

  • 2 Indien ten name van een zelfde persoon reeds het deel A van een vroeger verplaatsingsformulier in het verplaatsingsregister A voorkomt, wordt dit deel achter het nieuw aangelegde exemplaar geplaatst en daaraan gehecht.

  • 3 Voor een stiefkind, welks geslachtsnaam afwijkt van die van zijn stiefvader, wordt in het verplaatsingsregister A een verwijzingskaartje geplaatst.

  • 4 Het verplaatsingsregister A wordt ter gemeentesecretarie bewaard in de onmiddellijke nabijheid van het bevolkingsregister.

Artikel 7

  • 1 De burgemeester van de gemeente, waar de extern-verplaatste persoon wordt geregistreerd, zendt deel B van het verplaatsingsformulier terstond na registratie aan de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister de persoon is opgenomen.

  • 2 Indien het een persoon betreft, die reeds eerder elders werd geregistreerd, zendt de burgemeester van de gemeente, waar deze persoon huisvesting heeft verkregen, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, terstond na registratie deel B van het verplaatsingsformulier aan de burgemeester van de gemeente van laatste registratie.

  • 3 De burgemeester van de gemeente van laatste registratie maakt in het voorlaatste vak van het in het verplaatsingsregister A aanwezige deel A van het verplaatsingsformulier melding van de datum van nieuwe registratie, alsmede van de gemeente en het adres, alwaar de extern-verplaatste persoon huisvesting heeft verkregen, en zendt deel B van het verplaatsingsformulier vervolgens terstond aan de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister de verplaatste persoon is opgenomen.

  • 4 In het geval, bedoeld in het eerste lid, bevordert de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister de extern-verplaatste persoon is opgenomen, dat in vak 24 van de persoonskaart, in uitwisbaar potloodschrift, de aanduiding VP wordt geplaatst.

  • 5 De delen B van de verplaatsingsformulieren, te zamen vormende het verplaatsingsregister B, worden gerangschikt in de volgorde, bedoeld in artikel 6, eerste lid, met dien verstande, dat, indien ten name van dezelfde persoon reeds een deel B in het register aanwezig is, dit deel wordt geplaatst achter het nieuwontvangen exemplaar en daaraan wordt gehecht.

  • 6 Het verplaatsingsregister B wordt ter gemeentesecretarie bewaard in de onmiddellijke nabijheid van het bevolkingsregister.

Artikel 8

  • 1 De burgemeester van de gemeente, waar de extern-verplaatste persoon wordt geregistreerd, zendt, terstond na registratie, deel C van het verplaatsingsformulier aan de in artikel 5 bedoelde centrale instantie.

  • 2 De delen C van de verplaatsingsformulieren, te zamen vormende het centrale verplaatsingsregister, worden terstond gerangschikt in één alfabetisch-lexicografische verzameling volgens de geslachtsnamen van de geregistreerde personen, met dien verstande, dat, indien een zelfde persoon reeds eerder is geregistreerd, het aanwezige deel C van het verplaatsingsformulier wordt geplaatst achter het nieuwontvangen exemplaar en daaraan wordt gehecht. Voor gehuwde vrouwen en weduwen geschiedt de rangschikking in volgorde van de geslachtsnaam van de echtgenoot, onderscheidenlijk van de laatstoverleden echtgenoot.

Artikel 9

  • 1 Onmiddellijk nadat de geboorte van een kind, waarvan de moeder als extern-verplaatste persoon is geregistreerd te zijner kennis is gebracht, legt de burgemeester van de gemeente, waar de moeder laatstelijk is geregistreerd, een verplaatsingsformulier aan.

  • 2 Van het in het eerste lid bedoelde verplaatsingsformulier wordt deel A geplaatst in het verplaatsingsregister A, deel B gezonden aan de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister het kind wordt opgenomen, en deel C gezonden aan de in artikel 5 bedoelde centrale instantie. De burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister het kind is opgenomen, bevordert, dat in vak 24 van de persoonskaart, in uitwisbaar potloodschrift, de aantekening VP wordt geplaatst.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt, in het geval, dat de geboorte plaatsvindt in een andere gemeente dan die, waar de moeder laatstelijk is geregistreerd, het verplaatsingsformulier ingevuld door de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister het kind wordt opgenomen.

  • 4 Van het in het derde lid bedoelde verplaatsingsformulier wordt, nadat in vak 24 van de persoonskaart, in uitwisbaar potloodschrift, de aanduiding VP is geplaatst, deel A gezonden aan de burgemeester van de gemeente, waar de moeder is geregistreerd, deel B geplaatst in het verplaatsingsregister B en deel C gezonden aan de in artikel 5 bedoelde centrale instantie.

Artikel 10

  • 1 Indien de persoonsgegevens, vermeld op het laatstelijk aangelegde verplaatsingsformulier, wijziging behoeven, wordt door de burgemeester van de gemeente van werkelijk verblijf een nieuw verplaatsingsformulier aangelegd.

  • 2 Deel A van het in het eerste lid bedoelde verplaatsingsformulier wordt, nadat het reeds aanwezige exemplaar daarachter is geplaatst en daaraan is gehecht, in het verplaatsingsregister A geplaatst. De delen B en C worden onderscheidenlijk gezonden aan de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister de verplaatste persoon is opgenomen, en de in artikel 5 bedoelde centrale instantie.

  • 3 Terstond na ontvangst van de delen B en C van het in het eerste lid bedoelde verplaatsingsformulier worden die delen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, vijfde lid, respectievelijk 8, tweede lid, onderscheidenlijk in het verplaatsingsregister B en het centrale verplaatsingsregister geplaatst.

Artikel 11

Bij aangifte van een adresverandering van een extern-verplaatste persoon binnen de gemeente van laatste registratie is het bepaalde in artikel 10 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12

  • 1 De registratie van een extern-verplaatste persoon wordt beëindigd wegens:

    • a. terugkeer in de gemeente, in welker bevolkingsregister hij is opgenomen;

    • b. opneming in het bevolkingsregister van de gemeente, waar hij is gehuisvest;

    • c. overlijden.

  • 2 Bij beëindiging van de registratie in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, vult de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister de persoon is opgenomen, een verplaatsingsformulier in. In het voorlaatste vak van het verplaatsingsformulier wordt melding gemaakt van de datum en de reden van beëindiging van de registratie.

  • 3 Bij beëindiging van de registratie in het geval, bedoeld in het eerste lid, onder a, geeft de in het tweede lid bedoelde burgemeester hiervan terstond kennis:

    • a. aan de burgemeester van de gemeente van laatste registratie door toezending van deel A van het verplaatsingsformulier;

    • b. aan de in artikel 5 bedoelde centrale instantie door toezending van deel C van het verplaatsingsformulier.

    De delen A en C van het verplaatsingsformulier worden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, tweede lid, en 8, tweede lid, onderscheidenlijk geplaatst in het verplaatsingsregister A en in het centrale verplaatsingsregister.

    Ten aanzien van deel B van het verplaatsingsformulier is het bepaalde in artikel 7, vijfde lid, van toepassing.

  • 4 Het bepaalde in het voorgaande lid is van toepassing ten aanzien van de beëindiging van de registratie in het geval, bedoeld in het eerste lid, onder b, met dien verstande, dat deel B wordt gezonden aan de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister de verplaatste persoon laatstelijk was opgenomen, en dat verzending van deel A achterwege blijft.

  • 5 Bij beëindiging van de registratie in het geval, bedoeld in het eerste lid, onder c, legt de burgemeester van de gemeente, waar de extern-verplaatste persoon laatstelijk is geregistreerd, een verplaatsingsformulier aan.

    In het voorlaatste vak van het formulier wordt melding gemaakt van de datum en de plaats van overlijden.

    Het bepaalde in artikel 10 is ten aanzien van de delen A, B en C van het verplaatsingsformulier van overeenkomstige toepassing.

  • 6 In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid, wordt in het geval, dat het overlijden plaatsvindt in een andere gemeente dan die, waar de extern-verplaatste persoon laatstelijk is geregistreerd, het verplaatsingsformulier aangelegd door de burgemeester van de gemeente, in welker bevolkingsregister de overledene laatstelijk is opgenomen.

    Deel B van het verplaatsingsformulier wordt, nadat het reeds aanwezige exemplaar daarachter geplaatst en daaraan gehecht is, in het verplaatsingsregister B geplaatst.

    De delen A en C van het verplaatsingsformulier worden onderscheidenlijk gezonden aan de burgemeester van de gemeente, waar de verplaatste persoon laatstelijk is geregistreerd, en aan de in artikel 5 bedoelde centrale instantie en worden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, tweede lid, respectievelijk 8, tweede lid, onderscheidenlijk in het verplaatsingsregister A en het centrale verplaatsingsregister geplaatst.

  • 7 Na beëindiging van de registratie wordt de aanduiding VP in vak 24 van de persoonskaart uitgewist.

Artikel 13

De intern-verplaatste persoon wordt geregistreerd op de door de burgemeester te bepalen wijze. Bij de registratie wordt in ieder geval in vak 24 van de persoonskaart, in uitwisbaar potloodschrift, de aanduiding VPI geplaatst. Voorts wordt, indien de artikelen 100 en 101 van het Besluit bevolkingsboekhouding (Stb. 1936, 342) adreswijziging in vak 22 van de persoonskaart niet noodzakelijk maken, in laatstgenoemd vak in uitwisbaar potloodschrift het adres vermeld, waar de persoon is gehuisvest.

Artikel 14

  • 1 De burgemeester is verplicht, desgevraagd, uit het verplaatsingsregister A, dan wel uit het verplaatsingsregister B, inlichtingen te verstrekken.

  • 2 Gelijke plicht rust op de in artikel 5 bedoelde instantie ten aanzien van de inlichtingen uit het centrale verplaatsingsregister.

  • 3 Weigering van de in het eerste en tweede lid bedoelde inlichtingen is slechts mogelijk, indien het algemeen belang, dan wel het belang van de verplaatste persoon zelf, zich tegen het verstrekken van de gevraagde inlichtingen verzet.

  • 4 Van de in het derde lid bedoelde weigering staat beroep open op het hoofd der Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters.

  • 5 De inlichtingen, gevraagd ten behoeve van een ambtelijk doel dan wel door een kerkgenootschap of een rechtspersoon, welke geacht kan worden daarmede gelijk te staan, ten dienste van de onmiddellijke ziels- en sociale zorg, kunnen niet worden geweigerd.

  • 6 De inlichtingen, zowel uit de verplaatsingsregisters A en B als uit het centrale verplaatsingsregister, worden, zolang niet anders wordt bepaald, kosteloos verstrekt.

Artikel 15

  • 1 Het hoofd der Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters is bevoegd tot het geven van nadere richtlijnen en aanwijzingen met betrekking tot de registratie van verplaatste personen.

  • 2 Hij is bevoegd de verplaatsingsregisters A en B, zomede het centrale verplaatsingsregister, te onderzoeken of te doen onderzoeken.

  • 3 Geschillen omtrent de toepassing van deze beschikking worden door hem beslist.

Artikel 16

Deze beschikking, welke kan worden aangehaald als: Beschikking registratie verplaatste personen, zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 24 september 1957

De

Minister

van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie,

Struycken

Bijlage I

Kleur: wit. Formaat: 88 × 125 mm.

(Het tweede en het derde deel van het verplaatsingsformulier zijn in de rechterbovenhoek gemerkt

B

m/v

, onderscheidenlijk

C

m/v

, doch zijn overigens gelijkluidend.)

1.

Geslachtsnaam te registreren mannelijk persoon of (laatstoverleden) echtgenoot van nr. 2.

A

m/v

2.

(Meisjes) naam te registreren vrouwelijk persoon.

 

3.

Eigen voorn.

 

4.

Indien gezinslid, voornamen en geb.jaar v. h. hoofd van het gezin 1.

Geb.jaar:

 

5.

Geb. op te

 

6.

Beroep:

 

7.

Ong./geh./wed. Kerk. gez.:

Nat.:

8.

Opgen. in het bev.reg. van:

aan het adres:

 

9.

Laatste gem. van reg.:

 

10.

Dagt.:

Gem. van huisvesting en adres:

11.

Opmerkingen:

 
Mij bekend, De

Minister

van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie,

Struycken

Bijlage II

(Voorzijde)

Kleur: blauw. Formaat 88 × 125 mm.

I

Geslachtsnaam ............................................

Voornamen ..............................................

II

Geslachtsnaam ............................................

Voornamen ..............................................

Geboortejaar ............................................

(Achterzijde)

Kleur: blauw. Formaat 88 × 125 mm.

Een verwijzingskaartje wordt uitsluitend aangelegd voor een stiefkind, welks geslachtsnaam afwijkt van die van de stiefvader.

Bij I te vermelden de geslachtsnaam en de voornamen van het stiefkind.

Bij II te vermelden de geslachtsnaam, waaronder deel A van het verplaatsingsformulier ten name van het gezinshoofd in het verplaatsingsregister A is gerangschikt 2, zomede de voornamen en het geboortejaar van het gezinshoofd.

Mij bekend,

De

Minister

van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie,

Struycken

  1. Voor inwonende stiefkinderen geslachtsnaam en voornamen en geboortejaar van het gezinshoofd. ^ [1]
  2. Indien het gezinshoofd een gehuwde vrouw of een weduwe is, derhalve de geslachtsnaam van de (laatstoverleden) echtgenoot. ^ [2]
Naar boven