Besluit wijziging naam Departement voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-1953 t/m heden

Besluit van 7 november 1952, houdende wijziging van de naam van het Departement voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen in die van Departement van Overzeese Rijksdelen en overdracht van een gedeelte van de taak van dit Departement aan andere Departementen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister zonder Portefeuille, Mr J. M. A. H. Luns, en Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Financiën, van Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen, dd. 6 November 1952, nr 33328;

Gelet op artikel 79 van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

[Red: onbenoemd] .

  • I Aan Onze Minister van Buitenlandse Zaken over te dragen de zorg voor alle aangelegenheden betreffende de Nederlands-Indonesische Unie en de overige niet op de Overzeese Rijksdelen betrekking hebbende aangelegenheden, waarmede Onze Minister voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen is belast, met uitzondering van de zorg voor:

    • a. de door Nederland overgenomen verplichting tot betaling van weduwenpensioenen en wezen-onderstanden aan nagelaten betrekkingen van Overheidspersoneel van Indonesië, welke aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken wordt overgedragen;

    • b. de culturele betrekkingen tussen het Koninkrijk en de Republiek Indonesië, alsmede het Nederlands onderwijs in Indonesië, welke aan Onze Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen wordt overgedragen;

    • c. de financiële betrekkingen tussen het Koninkrijk en de Republiek Indonesië, welke aan Onze Minister van Financiën wordt overgedragen;

    • d. de economische betrekkingen tussen het Koninkrijk en de Republiek Indonesië, welke aan Onze Minister van Economische Zaken wordt overgedragen;

  • II te bepalen, dat bij de onder I sub b, c, en d vermelde aangelegenheden Onze Minister van Buitenlandse Zaken betrokken zal zijn in de gevallen waarin en overeenkomstig de wijze waarop zulks in het algemeen gebruikelijk is ten aanzien van de buitenlandse betrekkingen;

  • III te bepalen, dat bij de onder I sub d vermelde aangelegenheden Onze Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening betrokken zal zijn in de gevallen waarin en overeenkomstig de wijze waarop zulks in het algemeen gebruikelijk is ten aanzien van de buitenlandse economische betrekkingen;

  • IV de naam van het Departement voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen te wijzigen in die van Departement van Overzeese Rijksdelen;

  • V te bepalen, dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 Januari 1953.

Onze Ministers zijn belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst, en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van Ministers, de Raad van State, de Staten-Generaal, de Algemene Rekenkamer en aan de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister zonder Portefeuille, Mr J. M. A. H. Luns, de Ministers van Binnenlandse Zaken, van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Financiën, van Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen.

Soestdijk,, 7 November 1952.

JULIANA.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. DREES.

Uitgegeven de elfde November 1952.

De Minister van Justitie,

L. A. DONKER.

Naar boven