Subsidieregeling collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juni 2018, kenmerk 1355298-177370-DMO, houdende regels voor de subsidiëring van activiteiten in het kader van de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland (Subsidieregeling collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • contextgebonden zorg: zorg die uitgaat van een cultuursensitieve benadering en waarbij rekening gehouden wordt met persoonlijke oorlogs- en geweldservaringen;

  • de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L352);

  • de-minimisverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de de-minimisverordening;

  • huisvestingslasten: kosten voor huur, rente en afschrijvingen;

  • omroepprogramma’s: films of documentaires ontwikkeld door of in samenwerking met de Nederlandse publieke of commerciële oproep.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

  • 1 De Minister kan een projectsubsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland.

  • 2 Geen subsidie wordt verstrekt voor:

    • a. activiteiten die zich richten op herdenking of contextgebonden zorg, of huisvestingslasten van de Sophiahof in Den Haag;

    • b. projecten die intern gericht zijn en alleen de organisatie van de aanvrager bereiken;

    • c. de vervaardiging van omroepprogramma’s;

Artikel 3. Subsidievoorwaarden

  • 1 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk die zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • 2 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien deze in overeenstemming is met de de-minimisverordening.

  • 3 Per aanvraagronde kan een rechtspersoon slechts één aanvraag indienen.

  • 4 Indien een rechtspersoon reeds een subsidie heeft ontvangen voor een project op grond van deze regeling, komt een nieuwe aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling enkel in aanmerking voor subsidie indien het vorige project is afgerond voor het einde van de aanvraagperiode waarbinnen de aanvraag wordt ingediend, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

Artikel 4. Subsidiabele periode

Een subsidie wordt voor ten hoogste drie jaren verleend.

Artikel 5. Subsidiebedrag

  • 1 De subsidie bedraagt ten hoogste € 20.000 per jaar, met een maximum van € 60.000 over een periode van 3 jaren.

  • 2 Subsidies van minder dan € 5.000 worden niet verstrekt.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt € 1.000.000 per jaar.

  • 2 Het uit hoofde van het binnen het subsidieplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld door middel van loting.

  • 3 Het subsidieplafond wordt verdeeld over twee categorieën van projecten: projecten die € 5.000 tot € 30.000 bedragen en projecten die € 30.000 tot en met € 60.000 bedragen.

  • 4 Voor projecten die € 5.000 tot € 30.000 bedragen, is binnen het subsidieplafond een bedrag beschikbaar van € 250.000 per jaar. Voor projecten die € 30.000 tot en met € 60.000 bedragen, is binnen het subsidieplafond een bedrag beschikbaar van € 750.000 per jaar.

  • 5 Indien na loting blijkt dat een deel van het beschikbare bedrag voor projecten binnen één van de twee categorieën, bedoeld in het derde en vierde lid, resteert, wordt het resterende bedrag beschikbaar gesteld voor projecten binnen de andere categorie.

Artikel 7. Aanvraag verlening

  • 1 De aanvraag tot verlening van de subsidie wordt jaarlijks ingediend van 15 januari tot en met 14 februari.

  • 2 Een aanvraag die wordt ingediend buiten de periode, bedoeld in het eerste lid, wordt afgewezen.

  • 3 De minister besluit binnen dertien weken na 15 februari op een aanvraag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 7a. Hardheidsclausule

De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018 en vervalt met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

P. Blokhuis

Naar boven