AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Paramaribo, 20 november 2014
PRM-CDP/2014/071b
De ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het ministerie van Buitenlandse
Zaken van de Republiek Suriname haar complimenten aan en heeft de eer het Ministerie
voor te stellen, dat de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake
wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en authentieke
akten in burgerlijke zaken, ’s-Gravenhage, 27 augustus 1976, conform zijn artikel 15, tweede lid, wordt uitgebreid tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Voor wat betreft Aruba, Curaçao en Sint Maarten kan iedere belanghebbende partij een
verzoek tot verkrijging van het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Overeenkomst, richten aan het Gerecht in eerste aanleg waar de wederpartij van de verzoeker woonplaats
heeft of het Gerecht in eerste aanleg waar de tenuitvoerlegging wordt verlangd.
Indien het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek
Suriname, heeft de ambassade de eer voor te stellen dat deze Nota, samen met de Antwoordnota een Overeenkomst vormt, die in werking zal treden op de eerste dag van de tweede
maand na de kennisgeving van de Republiek Suriname data aan de vereisten voor inwerkingtreding
van deze Overeenkomst is voldaan.
De ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van de gelegenheid gebruik het
ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname te verzekeren van haar
gevoelens van de meeste hoogachting.
Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname
Afdeling Protocol
Paramaribo