Het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Republiek Kroatië
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hierna „de lidstaten” genoemd,
De Europese Unie, hierna „de Unie” genoemd, en
De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en
De Russische Federatie, anderzijds,
hierna samen „de partijen” genoemd,
Overwegende dat de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, hierna „de overeenkomst” genoemd, op 24 juni 1994 te Corfu is ondertekend;
Overwegende dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie op 9 december 2011 is ondertekend;
Overwegende dat in artikel 6, lid 2, van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de
Republiek Kroatië en de aanpassingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie wordt bepaald dat de toetreding van de Republiek Kroatië tot de overeenkomst dient
te worden geregeld door de sluiting van een protocol bij de overeenkomst;
Rekening houdende met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie
op 1 juli 2013;