Protocol nr. 16 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden
[Treedt in werking per 01-06-2019]
Preambule
De lidstaten van de Raad van Europa en de andere Hoge Verdragsluitende Partijen bij
het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 (hierna te noemen „het Verdrag”), die dit
Protocol hebben ondertekend,
Gelet op de bepalingen van het Verdrag en, in het bijzonder, artikel 19 daarvan waarbij het Europees Hof voor de rechten van de mens (hierna te noemen „het
Hof”) wordt opgericht;
Overwegende dat de uitbreiding van de bevoegdheid van het Hof adviezen uit te brengen
de interactie tussen het Hof en nationale autoriteiten verder verbetert en daarmee
de uitvoering van het Verdrag versterkt, in overeenstemming met het beginsel van subsidiariteit;
Gelet op opinie nr. 285 (2013) aangenomen door de Parlementaire Vergadering van de
Raad van Europa op 28 juni 2013;
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1
[Treedt in werking per 01-06-2019]
-
1 Hoogste rechterlijke instanties van een Hoge Verdragsluitende Partij, zoals aangewezen
in overeenstemming met artikel 10, kunnen het Hof verzoeken advies uit te brengen over principiële vragen inzake de
uitlegging of toepassing van de rechten en vrijheden die zijn omschreven in het Verdrag of de protocollen daarbij.
Artikel 2
[Treedt in werking per 01-06-2019]
-
3 Het college en de Grote Kamer, zoals bedoeld in de voorgaande leden, omvatten van
rechtswege de rechter die is gekozen voor de Hoge Verdragsluitende Partij waartoe
de verzoekende rechterlijke instantie behoort. In geval van ontstentenis of belet
van deze rechter, wijst de President van het Hof een persoon van een vooraf door die
Partij overgelegde lijst aan om daarin als rechter zitting te hebben.
Artikel 3
[Treedt in werking per 01-06-2019]
De Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa en de Hoge Verdragsluitende
Partij waartoe de verzoekende rechterlijke instantie behoort, heeft het recht schriftelijk
commentaar in te dienen en elke hoorzitting bij te wonen. De President van het Hof
kan, in het belang van een goede rechtsbedeling, een andere Hoge Verdragsluitende
Partij of persoon uitnodigen eveneens schriftelijk commentaar in te dienen of een
hoorzitting bij te wonen.
Artikel 4
[Treedt in werking per 01-06-2019]
-
2 Indien een advies niet, geheel of gedeeltelijk, de eenstemmige mening van de rechters
weergeeft, heeft iedere rechter het recht een uiteenzetting van zijn persoonlijke
mening toe te voegen.
Artikel 5
[Treedt in werking per 01-06-2019]
De adviezen zijn niet bindend.
Artikel 6
[Treedt in werking per 01-06-2019]
Tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen worden de artikelen 1 tot en met 5 van dit Protocol beschouwd als aanvullende artikelen bij het Verdrag en alle bepalingen
van het Verdrag zijn dienovereenkomstig van toepassing.
Artikel 7
[Treedt in werking per 01-06-2019]
Artikel 8
[Treedt in werking per 01-06-2019]
-
2 Ten aanzien van een Hoge Verdragsluitende Partij bij het Verdrag die later haar instemming door dit Protocol te worden gebonden tot uitdrukking brengt,
treedt het in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van
een tijdvak van drie maanden na de datum waarop deze haar instemming tot uitdrukking
heeft gebracht door het Protocol te worden gebonden in overeenstemming met de bepalingen
van artikel 7.
Artikel 9
[Treedt in werking per 01-06-2019]
Ten aanzien van de bepalingen van dit Protocol kan krachtens artikel 57 van het Verdrag geen enkel voorbehoud worden gemaakt.
Artikel 10
[Treedt in werking per 01-06-2019]
Elke Hoge Verdragsluitende Partij bij het Verdrag geeft op het tijdstip van ondertekening of bij de nederlegging van haar akte van
bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, door middel van een aan de Secretaris-Generaal
van de Raad van Europa gerichte verklaring, de rechterlijke instanties aan die zij
aanwijst ten behoeve van de uitvoering van artikel 1, eerste lid, van dit Protocol. Deze verklaring kan nadien te allen tijde op dezelfde wijze worden
gewijzigd.
Artikel 11
[Treedt in werking per 01-06-2019]
De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa stelt de lidstaten van de Raad van Europa
en de andere Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag in kennis van:
-
a. iedere ondertekening;
-
b. de nederlegging van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;
-
c. iedere datum van inwerkingtreding van dit Protocol in overeenstemming met artikel 8;
-
d. iedere verklaring afgelegd in overeenstemming met artikel 10; en
-
e. iedere andere handeling, kennisgeving of mededeling met betrekking tot dit Protocol.