In een Staat, waar de nationaliteit niet wordt toegekend ten gevolge van het enkele
feit van geboorte op het grondgebied, zal de persoon, die geboren is uit een moeder,
die de nationaliteit van dezen Staat bezit, en uit een vader zonder nationaliteit
of van onbekende nationaliteit, de nationaliteit van dit land bezitten.
De Hooge Verdragsluitende Partijen komen overeen, in haar onderlinge betrekkingen
met ingang van den datum van inwerkingtreding van dit Protocol de beginselen en regelen,
die in bovenstaand artikel zijn nedergelegd, toe te passen.
Het nederleggen van bovenbedoelde beginselen en regelen in het Protocol beslist in
geenen deele over de vraag of deze beginselen en regelen nu reeds al dan niet deel
uitmaken van het internationale recht.
Bovendien is het wel verstaan, dat ten aanzien van ieder punt, dat niet valt onder
de bovenstaande bepalingen, de beginselen en regelen van het internationale recht
van kracht blijven.
Niets in dit Protocol zal inbreuk maken op de bepalingen der verdragen, overeenkomsten
of regelingen, die van kracht zijn tusschen de Hooge Verdragsluitende Partijen nopens
de nationaliteit of hiermede verband houdende vragen.
Bij het onderteekenen of bekrachtigen van dit Protocol of bij het toetreden hiertoe
zal iedere Hooge Verdragsluitende Partij door middel van nadrukkelijke voorbehouden
één of meer bepalingen van de artikelen 1 en 5 kunnen uitsluiten.
De aldus uitgesloten bepalingen zullen niet aan de Verdragsluitende Partij, die zoodanig
voorbehoud heeft gemaakt, kunnen worden tegengeworpen, en ook niet door deze Partij
tegen een andere Verdragsluitende Partij kunnen worden ingeroepen.
Indien tusschen de Hooge Verdragsluitende Partijen eenig geschil rijst nopens de uitlegging
of toepassing van dit Protocol en indien dit geschil niet op bevredigende wijze is
opgelost kunnen worden langs diplomatieken weg, zal het worden geregeld overeenkomstig
de bepalingen, die tusschen de partijen van kracht zijn met betrekking tot de beslechting
van internationale geschillen.
In geval zoodanige bepalingen niet zouden bestaan tusschen de bij het geschil betrokken
partijen, zullen zij het geschil onderwerpen aan een scheidsrechterlijke of rechterlijke
procedure overeenkomstig de grondwettelijke voorschriften van ieder der partijen.
Bij gebreke aan overeenstemming ten aanzien van de keuze van een ander gerecht, zullen
zij het geschil onderwerpen aan het Permanente Hof van Internationale Justitie, indien
zij alle partij zijn bij het Protocol van 16 December 1920 nopens dit Hof, en indien
zij niet alle partij bij dit Protocol zijn, aan een scheidsgerecht, dat samengesteld
zal worden overeenkomstig het Haagsche Verdrag van 18 October 1907 voor de vreedzame
beslechting van internationale geschillen.
Dit Protocol zal kunnen worden onderteekend tot op 31 December 1930 namens ieder Lid
van den Volkenbond of iederen Staat niet-Lid, die uitgenoodigd is tot de Eerste Codificatie-Conferentie
of waaraan de Volkenbondsraad te dien einde een exemplaar van dit Protocol zal hebben
toegezonden.
Dit Protocol zal worden bekrachtigd en de bekrachtigingen zullen worden nedergelegd
op het Secretariaat van den Volkenbond.
De Secretaris-Generaal zal van iedere nederlegging van een bekrachtiging mededeeling
doen aan de Leden van den Volkenbond en aan de Staten niet-Leden bedoeld in artikel
6, met vermelding van den datum der nederlegging.
Met ingang van 1 Januari 1931 zal ieder Lid van den Volkenbond en iedere Staat niet-Lid
bedoeld in artikel 6, namens wien het Protocol op dien datum nog niet is onderteekend,
tot het Protocol kunnen toetreden.
Deze toetreding zal geschieden door het nederleggen van een akte op het Secretariaat
van den Volkenbond. De Secretaris-Generaal zal van iedere toetreding kennis geven
aan alle Leden van den Volkenbond en aan alle Staten niet-Leden bedoeld in artikel
6, met vermelding van den datum, waarop de akte van toetreding is nedergelegd.
Een proces-verbaal zal door den Secretaris-Generaal van den Volkenbond worden opgesteld,
zoodra bekrachtigingen of toetredingen zullen zijn nedergelegd namens tien Leden van
den Volkenbond of Staten niet-Leden.
Een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit proces-verbaal zal door den Secretaris-Generaal
van den Volkenbond worden gezonden aan ieder Lid van den Volkenbond en aan iederen
Staat niet-Lid bedoeld in artikel 6.
Dit Protocol zal in werking treden op den negentigsten dag na den datum van het in
artikel 9 bedoelde proces-verbaal ten aanzien van de Leden van den Volkenbond of Staten
niet-Leden, namens wie bekrachtigingen of toetredingen op den datum van dit proces-verbaal
zullen zijn nedergelegd.
Ten aanzien van ieder van de Leden of Staten niet-Leden, namens wie bekrachtigingen
of toetredingen later zullen worden nedergelegd, zal het Protocol in werking treden
op den negentigsten dag na den datum van het nederleggen van zijn bekrachtiging of
van zijn toetreding.
Van 1 Januari 1936 af zal ieder Lid van den Volkenbond en iedere Staat niet-Lid, ten
aanzien van wien dit Protocol op dat oogenblik van kracht zal zijn, tot den Secretaris-Generaal
van den Volkenbond een verzoek kunnen richten tot herziening van eenige of van alle
bepalingen van dit Protocol. Indien een zoodanig verzoek, nadat het is medegedeeld
aan de andere Leden of Staten niet-Leden, ten aanzien van wie het Protocol op dat
oogenblik van kracht is, binnen den tijd van één jaar wordt ondersteund door minstens
negen van deze Staten, zal de Raad van den Volkenbond beslissen, na overleg gepleegd
te hebben met de Leden en de Staten niet-Leden bedoeld in artikel 6, of er aanleiding
bestaat, een bijzondere conferentie te dien einde bijeen te roepen, of om deze herziening
op de agenda te plaatsen van een volgende conferentie voor de codificatie van het
internationale recht.
De Hooge Verdragsluitende Partijen komen overeen, dat in geval van herziening van
dit Protocol de nieuwe Regeling zal kunnen bepalen, dat de inwerkingtreding hiervan
zal kunnen medebrengen, dat ten aanzien van alle Partijen bij dit Protocol alle of
eenige bepalingen er van vervallen.
Dit Protocol kan worden opgezegd.
Deze opzegging zal schriftelijk aan den Secretaris-Generaal van den Volkenbond worden
medegedeeld, die hiervan kennis zal geven aan alle Leden van den Volkenbond en aan
de Staten niet-Leden bedoeld in artikel 6.
Deze opzegging zal alleen gevolg hebben ten aanzien van het Lid of van den Staat niet-Lid,
die het Protocol zal hebben opgezegd, en wel één jaar na den datum, waarop deze opzegging
door den Secretaris-Generaal zal zijn ontvangen.
-
1 Iedere Hooge Verdragsluitende Partij kan op het oogenblik van onderteekening, bekrachtiging
of toetreding verklaren, dat zij door de aanvaarding van dit Protocol geen verplichting
op zich neemt ten aanzien van alle of eenige van haar koloniën, protectoraten, overzeesche
gebiedsdeelen, of gebiedsdeelen, die onder haar suzereiniteit of mandaat zijn geplaatst,
of ook voor zoover betreft bepaalde deelen van de bevolkingen van zoodanige gebiedsdeelen;
in dat geval zal dit Protocol niet toepasselijk zijn op de gebiedsdeelen of deelen
van de bevolkingen, die in een zoodanige verklaring zijn genoemd.
-
2 Iedere Hooge Verdragsluitende Partij kan later ten allen tijde ter kennis van den
Secretaris-Generaal van den Volkenbond brengen, dat zij wenscht, dat dit Protocol
toepasselijk zal zijn op alle of eenige gebiedsdeelen of deelen van de bevolkingen,
die in de verklaring, bedoeld in het vorige lid, zijn genoemd. In dat geval zal het
Protocol toepasselijk zijn op de gebiedsdeelen of deelen van de bevolkingen, die in
deze mededeeling worden genoemd, zes maanden na de ontvangst van deze mededeeling
door den Secretaris-Generaal van den Volkenbond.
-
3 Iedere Hooge Verdragsluitende Partij kan ten allen tijde verklaren, dat zij de toepassing
van dit Protocol op alle of eenige van haar koloniën, protectoraten, overzeesche gebiedsdeelen
of gebiedsdeelen, die onder haar suzereiniteit of mandaat zijn geplaatst, of ook voor
zoover betreft bepaalde deelen van de bevolkingen van zoodanige gebiedsdeelen wenscht
te beëindigen; in dat geval zal het Protocol ophouden toepasselijk te zijn op de gebiedsdeelen
of deelen van de bevolkingen, die in een zoodanige verklaring zijn genoemd, één jaar
na de ontvangst van deze verklaring door den Secretaris-Generaal van den Volkenbond.
-
4 Iedere Hooge Verdragsluitende Partij kan overeenkomstig artikel 6 van dit Protocol
voorbehouden maken voor zoover betreft alle of eenige van haar koloniën, protectoraten
of overzeesche gebiedsdeelen of gebiedsdeelen, die onder haar suzereiniteit of mandaat
zijn geplaatst, of ook voor zoover betreft bepaalde deelen van de bevolkingen van
zoodanige gebiedsdeelen, op het oogenblik van onderteekening, bekrachtiging of toetreding,
of bij het doen van de mededeeling, bedoeld in lid 2 van dit artikel.
-
5 De Secretaris-Generaal van den Volkenbond zal aan alle Leden van den Volkenbond en
aan de Staten niet-Leden, bedoeld in artikel 6, de verklaringen en mededeelingen,
die krachtens dit artikel ontvangen worden, mededeelen.
Dit Protocol zal worden geregistreerd door den Secretaris-Generaal van den Volkenbond,
zoodra het in werking zal zijn getreden.
De Fransche en Engelsche teksten van dit Protocol zijn beide authentiek.