Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België, ter regeling [...] het onderhoud van een brug over de Maas bij Maaseyk, 's-Gravenhage, 07-04-1886

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 03-09-1975 t/m heden

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België, ter regeling der voorwaarden voor de bouw en het onderhoud van een brug over de Maas bij Maaseyk

Authentiek : FR

CONVENTION entre les Pays-Bas et la Belgique pour règler les conditions de la construction et de l'entretien d'un pont sur la Meuse à Maeseyck.

Sa Majesté le Roi des Pays-Bas et Sa Majesté le Roi des Belges, désirant règler d'un commun accord les conditions de la construction et de l'entretien d'un pont sur la Meuse à Maeseyck, ont nommé à cet effet pour Leurs plénipotentiaires, savoir:

  • Sa Majesté le Roi des Pays-Bas:

  • Le Jhr. ABRAHAM PIERRE CORNEILLE VAN KARNEBEEK, Chevalier de l'ordre du Lion Néerlandais, etc., etc., etc., Son Ministre des Affaires Etrangères;

  • Sa Majesté le Roi des Belges:

  • Le baron AUGUSTE D'ANETHAN, grand-officier de Son ordre de Léopold, chevalier de l'ordre du Lion Néerlandais, grand'croix de l'ordre de la Couronne de Chêne de Luxembourg, etc., etc., Son Envoyé extraordinaire et Ministre plénipotentiaire à La Haye;

lesquels, après avoir échangé leurs pleins pouvoirs, trouvés en bonne et due forme, sont convenus de ce qui suit:

Article 1

Le Gouvernement Belge fera construire, à ses frais, risques et périls, un pont sur la Meuse à Maeseyck, à remplacement du passage d'eau actuel. Toutefois la construction de cet ouvrage sera subordonnée à l'allocation des subsides déjà promis tant en Belgique que dans les Pays-Bas.

Le pont comprendra à partir de la rive gauche, trois travées, à superstructure métallique de 48 M. 00. d'ouverture horizontale à la hauteur du sommet des piles et de deux arches d'inondation de 8 M. 00. de débouché linéaire ménagées dans la culée de droite.

La construction de la rampe de raccordement du chemin vers Roosteren au passage du pont sera également à charge du Gouvernement Belge.

Au milieu de la partie métallique, le pont présentera une hauteur libre minima de 3 M. 00 entre les dessous de la ferme et les hautes eaux du 4 Février 1850, celles-ci étant à la côte 32 M. 30 rapportée au nivellement général du Royaume Belge (zéro d'Ostende) ou à 30 M. 00 + A. P.

Le repère adopté sera celui en pièrre de taille fixé par le Waterstaat dans le pignon Est de la maison du sieur Gelissen à Maeseyck, marqué 30 M. 27 + A.P. soit 32 M. 57 du nivellement général du Royaume Belge (zéro d'Ostende).

Article 2

Le pont sera construit selon les plans, devis et cahier des charges à élaborer exclusivement par l'administration Belge. De même celle-ci prescrira tels modes et conditions d'exécution qu'elle jugera convenable en prenant toutefois toutes les mesures nécessaires pour que la navigation ne soit interrompue ni en descente ni en remonte, pendant la construction du pont.

Article 3

L'adjudication se fera en Belgique à la diligence de l'administration de ce pays.

Article 4

L'entretien du pont et de la rampe d'accès située sur le territoire belge sera à la charge de la Belgique.

L'entretien de la rampe d'accès sur le territoire néerlandais sera à la charge des Pays-Bas

Article 5

Le Gouvernement Néerlandais s'engage à procurer au besoin, autant qu'il dépent de lui, l'expropriation pour travaux d'utilité publique selon les lois Néerlandaises des terrains et immeubles qui sur la rive droite deviendraient nécessaires à l'exécution du projet.

En cas d'expropriation elle se fera au nom du Gouvernement Néerlandais aux frais du Gouvernement Belge, à la disposition duquel seront mis les terrains et immeubles expropriés.

Article 6

Les matériaux, outils et engins, destinés à l'exécution des travaux de construction du pont et qui seront transportés au delà de la frontière des Pays-Bas et de la Belgique, seront exempts de tous droits douaniers, tant à l'entrée qu'à la sortie.

Pour assurer cette exemption, les transports de l'espèce devront être effectués sous le couvert d'une déclaration de l'ingénieur chargé de la surveillance ou de la direction des travaux, lequel certifiera la nature et les quantités de matériaux, d'outils et d'engins, qui seront transportés aux fins dont il s'agit.

Les demandes en obtentions de semblables certificats devront être adressées à l'ingénieur susdit au moins huit jours à l'avance.

Article 7

Le pont construit, le droit de souveraineté nationale et ceux qui en découlent, s'étendront pour chaque pays riverain, jusqu'au milieu de la travée centrale.

Article 8

Le pont et les rampes d'accès seront quittes et libres de toute charge fiscale dans les deux pays.

Au point de vue de leur conservation ils jouiront, dans les deux pays, de la même protection légale que le domaine public.

Article 9

La présente convention, après avoir obtenu l'approbation des chambres dans les deux pays, sera ratifiée et les ratifications en seront échangées à La Haye, aussitôt que faire se pourra.

En foi de quoi, les soussignés, dûment autorisés à cet effet, ont signé la présente convention, et l'ont revêtue de leurs cachets.

Fait en double expédition, à La Haye, le septième jour du mois d'Avril de l'an de grâce mil huit cent quatre-vingt six.

(L.S.) (get.) VAN KARNEBEEK.

(L.S.) (get.) Baron A. D'ANETHAN.

Vertaling : NL

OVEREENKOMST tusschen Nederland en België, ter regeling der voorwaarden voor den bouw en het onderhoud van eene brug over de Maas bij Maaseyk.

Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden en Zijne Majesteit de Koning der Belgen, in gemeen overleg de voorwaarden voor den bouw en het onderhoud van eene brug over de Maas bij Maaseyk wenschende te regelen, hebben te dien einde tot Hunne gevolmachtigden benoemd, te weten:

  • Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden:

  • Jhr. ABRAHAM PIETER CORNELIS VAN KARNEBEEK, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, enz., enz., Hoogstdeszelfs Minister van Buitenlandsche Zaken;

  • Zijne Majesteit de Koning der Belgen:

  • Baron AUGUSTUS D'ANETHAN, Groot-officier der Leopoldsorde, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Grootkruis der Orde van de Eikenkroon van Luxemburg, enz., enz., Hoogstdeszelfs buitengewoon Gezant en gevolmachtigd Minister te 's Gravenhage;

dewelke, na uitwisseling hunner volmachten, die in goeden en behoorlijken vorm zijn bevonden, omtrent het navolgende zijn overeengekomen:

Artikel 1

De Belgische Regeering zal op hare kosten en voor hare rekening eene brug doen bouwen over de Maas bij Maaseyk, ter plaatse van den tegenwoordigen overgang over die rivier. De uitvoering van dat werk zal evenwel afhankelijk zijn van de bewilliging der subsidiën die reeds, zoowel in België als in Nederland, daarvoor zijn toegezegd.

De brug zal, te rekenen van den linkeroever, hebben drie bogen, met metalen bovenbouw, van 48 M. wijdte horizontaal gemeten ter hoogte van den bovenkant der pijlers en twee doorlaatopeningen van 8 M. wijdte gespaard in het rechter landhoofd.

De aanleg van den oprit ter verbinding van den weg naar Roosteren met het bovendek der brug zal eveneens ten laste der Belgische Regeering zijn.

In het midden van de metalen overspanning zal de brug eene vrije hoogte aanbieden van minstens 3 M. tusschen den onderkant van den ligger en den hoogwaterstand van 4 Februari 1850, zijnde 32,30 M. boven het algemeen watervlak van het Koninkrijk België (Ostende's peil) of 30 M. + A. P.)

Voor hoogtewerk wordt aangenomen dat gegroefd in den hardsteen door den waterstaat aangebracht in den oostelijken gevel van het huis van den heer Gelissen te Maaseyk, gemerkt 30.27 M. + A. P. of 32.57 M. boven 't algemeen watervlak van het Koninkrijk België (Ostende's peil).

Artikel 2

De brug zal gebouwd worden volgens de plannen, bestekken en voorwaarden op te maken uitsluitend door de Belgische administratie. Deze zal eveneens de wijze en de voorwaarden van uitvoering voorschrijven die zij goed zal achten, mits alle maatregelen nemende die noodig zijn opdat de scheepvaart gedurende den bouw der brug, noch stroomafwaarts, noch stroomopwaarts, belet worde.

Artikel 5

Nederlandsche Regeering verbindt zich om, zoo noodig, voor zooveel van haar afhangt, volgens de Nederlandsche wetten te verkrijgen de onteigening ten algemeenen nutte van de terreinen en ontroerende goederen, die op den rechteroever voor de uitvoering van het plan vereischt mochten worden.

In geval van onteigening zal deze plaats hebben ten name der Nederlandsche Regeering voor rekening der Belgische, ter wier beschikking de onteigende terreinen en onroerende goederen gesteld zullen worden.

Artikel 6

De materialen, gereedschappen en werktuigen bestemd ter uitvoering der werken voor den bouw der brug en over de grens tusschen Nederland en België vervoerd wordende, zullen, zoowel bij den in- als bij den uitvoer, van alle douanerechten vrijgesteld zijn.

Ter verzekering dier vrijstelling zullen de bedoelde vervoeren moeten worden gedekt door eene verklaring van den ingenieur, belast met het toezicht op of met de leiding van de werken, welke ingenieur den aard en de hoeveelheden der materialen, gereedschappen en werktuigen die tot gemeld einde vervoerd zullen worden, zal waarmerken.

De aanvragen van zoodanige gewaarmerkte verklaringen zullen minstens acht dagen te voren bij gezegden ingenieur moeten worden ingediend.

Artikel 7

Wanneer de brug gebouwd is, zullen het recht van nationale souvereiniteit en de daaruit voortvloeiende rechten zich voor elk oeverland uitstrekken tot het midden der middelste boog.

Artikel 8

De brug en de opritten zullen vrij zijn van elken fiscalen last in de beide landen.

Zij zullen uit het oogpunt van hunne instandhouding in de beide landen dezelfde wettelijke bescherming genieten als het publiek domein.

Artikel 9

De tegenwoordige overeenkomst zal, na goedkeuring in de Kamers in de beide landen, bekrachtigd worden en de bekrachtigingen zullen, zoodra mogelijk, te 's Gravenhage worden uitgewisseld.

Ten blijke waarvan de ondergeteekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, de tegenwoordige overeenkomst geteekend en van hunne zegels voorzien hebben.

Gedaan in dubbel te 's Gravenhage, den 7den dag der maand April van het jaar 1886.

(get.) V. KARNEBEEK.

(get.) Baron A. D'ANETHAN.

Naar boven