Luchtvaartovereenkomst tussen de Nederlandse Regering en de Regering van Israel
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
De Nederlandse Regering en de Regering van Israel,
geleid door de wens het burgerlijk luchtvervoer tussen Nederland en Israel te bevorderen,
en,
gelet op de resolutie, ondertekend op 7 December 1944, op de Internationale Burgerlijke
Luchtvaart Conferentie te Chicago, Illinois, Verenigde Staten van Amerika, tot aanneming
van een Standaardmodel van een overeenkomst voor voorlopige luchtroutes en diensten,
sluiten hierbij de volgende Overeenkomst, welke de geregelde luchtdiensten tussen
haar onderscheidene grondgebieden omvat, welke diensten aan de volgende voorwaarden
zullen worden onderworpen.
Artikel I
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Elke Overeenkomstsluitende Partij verleent aan de andere Overeenkomstsluitende Partij
rechten in de mate, omschreven in de bij deze Overeenkomst behorende Bijlage, met
het doel de daarin omschreven luchtdiensten( hierna te noemen „de overeengekomen diensten”)
in te stellen.
Artikel II
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
-
1) De overeengekomen diensten kunnen onmiddellijk, dan wel op een later tijdstip, naar
verkiezing van de Overeenkomstsluitende Partij, waaraan de rechten zijn verleend,
worden geopend, maar niet voordat
-
a) de Overeenkomstsluitende Partij, waaraan de rechten zijn verleend, een luchtvaartmaatschappij
voor de aangegeven route of routes heeft aangewezen, en
-
b) de Overeenkomstsluitende Partij, welke de rechten verleent, de passende exploitatie-vergunning
heeft gegeven aan de betrokken luchtvaartmaatschappij (hetgeen zij, behoudens het
bepaalde in lid 2 van dit Artikel en in Artikel 6 zonder onnodig uitstel zal doen).
-
2) Van de aangewezen luchtvaartmaatschappij kan worden verlangd, dat zij ten genoege
van de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partij, welke de rechten
verleent, aantoont, dat zij in staat is de voorwaarden na te komen, welke worden gesteld
bij of krachtens de wetten en voorschriften, welke gewoonlijk door die autoriteiten
met betrekking tot de exploitatie van commerciële luchtvaartmaatschappijen worden
toegepast.
-
3) In gebieden, welke militair bezet zijn, of in gebieden, welke daarbij zijn betrokken,
zal de opening en exploitatie van zulke diensten, waar nodig, onderworpen zijn aan
de goedkeuring en/of de richtlijn van de bevoegde militaire autoriteiten.
Artikel III
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Teneinde bevoorrechtende praktijken te voorkomen en gelijkheid van behandeling te
verzekeren, wordt overeengekomen dat:
-
a) Elk van de Overeenkomstsluitende Partijen kan opleggen of doen opleggen billijke en
redelijke kosten voor het gebruik van luchthavens en andere faciliteiten. Elk van
de Overeenkomstsluitende Partijen neemt echter op zich, dat deze kosten niet hoger
zullen zijn dan die, welke zouden worden betaald voor het gebruik van zodanige luchthavens
en faciliteiten door haar eigen luchtvaartuigen, welke op soortgelijke internationale
diensten worden gebruikt.
-
b) Op motorbrandstof, smeeroliën en reservedelen, welke in het gebied van een Overeenkomstsluitende
Partij door de andere Overeenkomstsluitende Partij of haar onderdanen worden ingevoerd
of aan boord genomen, en welke uitsluitend bestemd zijn voor het gebruik door luchtvaartuigen
van die andere Overeenkomstsluitende Partij, zal ten aanzien van douanerechten, inspectiekosten
en andere nationale rechten of kosten, opgelegd door de eerste Overeenkomstsluitende
Partij, een behandeling worden toegepast, welke niet of gunstiger is dan die, toegestaan
aan nationale en andere buitenlandse luchtvaartmaatschappijen, welke zich bezig houden
met internationaal luchtvervoer.
-
c) De motorbrandstof, smeeroliën, reservedelen, normale uitrustingsstukken en proviand,
welke aan boord blijven van burgerlijke luchtvaartuigen van de luchtvaartmaatschappijen
van de Overeenkomstsluitende Partijen, waaraan vergunning verleend is om de in de
Bijlage omschreven routes en diensten te exploiteren, zullen bij aankomst in of vertrek
uit het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij zijn vrijgesteld van
douanerechten, inspectiekosten of soortgelijke rechten en kosten, zelfs indien zodanige
voorraden worden gebruikt of verbruikt door zulke luchtvaartuigen bij vluchten binnen
dat grondgebied.
-
d) De onder vorenbedoelde vrijstelling vallende goederen mogen slechts worden gelost
met toestemming van de douane-autoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
De geloste goederen, die weer zullen moeten worden uitgevoerd, zullen tot wederuitvoer
onder toezicht van de douane blijven.
Artikel IV
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Bewijzen van luchtwaardigheid, bewijzen van geschiktheid en vergunningen, uitgereikt
of geldig verklaard door een Overeenkomstsluitende Partij, zullen door de andere Overeenkomstsluitende
Partij als geldig worden erkend voor de exploitatie van de in de Bijlage omschreven
luchtlijnen en diensten. Elke Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich evenwel het
recht voor, voor vluchten boven haar eigen grondgebied de erkenning van bewijzen van
geschiktheid en vergunningen, door een andere Staat aan haar eigen onderdanen uitgereikt,
te weigeren.
Artikel IV bis. VEILIGHEIDSCLAUSULE
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
-
2 Indien na dit overleg de ene Partij van mening is dat de andere Partij niet op doeltreffende
wijze veiligheidsnormen handhaaft en toepast die ten minste gelijk zijn aan de minimumnormen
die op dat moment krachtens het Verdrag van Chicago worden gesteld, stelt de eerste
Partij de andere Partij in kennis van deze opvatting en van de maatregelen die nodig
worden geacht om te voldoen aan deze minimumnormen en neemt de andere Partij passende
corrigerende maatregelen. Indien de andere Partij niet binnen vijftien dagen of binnen
een tijdvak dat zoveel langer is als kan worden overeengekomen passende maatregelen
neemt, is dit een reden voor de toepassing van artikel VI van deze Overeenkomst.
-
3 Niettegenstaande de verplichtingen genoemd in artikel 33 van het Verdrag van Chicago,
wordt overeengekomen dat elk luchtvaartuig dat door de luchtvaartmaatschappij van
de ene Partij wordt geëxploiteerd voor diensten naar of vanuit het grondgebied van
de andere Partij, tijdens zijn verblijf binnen het grondgebied van de andere Partij,
het onderwerp kan worden van onderzoek aan boord en rond het luchtvaartuig door de
bevoegde vertegenwoordigers van de andere Partij ten teneinde de geldigheid van zowel
de documenten van het luchtvaartuig als die van zijn bemanning en de kennelijke staat
van het luchtvaartuig en zijn uitrusting (in dit artikel aangeduid als „platforminspecties”)
te controleren, mits dit niet leidt tot onredelijke vertraging.
-
5 In het geval dat toegang ten behoeve van het verrichten van een platforminspectie
van een luchtvaartuig dat wordt geëxploiteerd door de luchtvaartmaatschappij van de
ene Partij in overeenstemming met het derde lid van dit artikel wordt geweigerd door
de vertegenwoordiger van die luchtvaartmaatschappij, staat het de andere Partij vrij
daaruit af te leiden dat ernstige bezorgdheid als bedoeld in het vierde lid van dit
artikel ontstaat en de in dat lid bedoelde conclusies te trekken.
-
6 Elke Partij behoudt zich het recht voor de exploitatievergunning van een luchtvaartmaatschappij
van de andere Partij onmiddellijk op te schorten of te wijzigen in het geval de eerste
Partij concludeert, hetzij als gevolg van een platforminspectie, een reeks platforminspecties,
een weigering van toegang ten behoeve van een platforminspectie, overleg of op andere
gronden, dat onmiddellijke maatregelen essentieel zijn voor de veiligheid van een
vlucht door de luchtvaartmaatschappij.
Artikel V
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
-
1) De wetten en voorschriften van een Overeenkomstsluitende Partij betreffende de toelating
tot of het vertrek uit haar grondgebied van luchtvaartuigen, gebezigd in internationale
luchtvaart of betreffende de exploitatie van en het vliegen met zulke luchtvaartuigen
gedurende het verblijf binnen haar grondgebied, zullen van toepassing zijn op de luchtvaartuigen,
welke worden gebruikt door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende
Partij, zonder onderscheid van nationaliteit en zullen door deze luchtvaartuigen moeten
worden nagekomen bij het binnenkomen in of verlaten van of gedurende het verblijf
binnen het grondgebied van de eerstgenoemde Partij.
-
2) De wetten en voorschriften van een Overeenkomstsluitende Partij betreffende de toelating
tot of het vertrek uit haar grondgebied van passagiers, bemanning of lading van luchtvaartuigen,
zoals voorschriften betreffende binnenkomst, in- en uitklaring, immigratie, paspoorten,
douane en quarantaine zullen door of vanwege de passagiers, bemanning en lading van
luchtvaartuigen, welke door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende
Partij worden gebruikt, bij het binnenkomen in of verlaten van of gedurende het verblijf
binnen het grondgebied van de eerstgenoemde Partij moeten worden nagekomen.
Artikel VI
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Elke Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich het recht voor de uitoefening van de
rechten, omschreven in de Bijlage van deze Overeenkomst, door een luchtvaartmaatschappij,
aangewezen door de andere Overeenkomstsluitende Partij, niet te verlenen of in te
trekken in elk geval, waarin niet tot haar genoegen is gebleken, dat het overwegende
eigendomsrecht en het daadwerkelijk toezicht berusten bij onderdanen van de andere
Overeenkomstsluitende Partij, dan wel ingeval de aangewezen luchtvaartmaatschappij
van de andere Overeenkomstsluitende Partij in gebreke blijft de wetten en voorschriften
van de Overeenkomstsluitende Partij over wier grondgebied zij luchtdiensten onderhoudt,
als omschreven in Artikel V van deze Overeenkomst, na te komen of aan haar verplichtingen
ingevolge deze Overeenkomst en de Bijlage daarbij te voldoen.
Artikel VII
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Deze Overeenkomst en alle daarmede in verband staande contracten zullen worden geregistreerd
bij de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie.
Artikel VIII
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Indien een van de Overeenkomstsluitende Partijen het wenselijk acht enige bepaling
of bepalingen van de bij deze Overeenkomst behorende Bijlage te wijzigen, kan zulk
een wijziging worden aangebracht door rechtstreeks tot overeenstemming leidend overleg
tussen de bevoegde luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen.
Artikel IX
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
-
2) Indien de Overeenkomstsluitende Partijen er niet in slagen door overleg tot een oplossing
te geraken, zal het geschil ter beslissing worden voorgelegd aan een scheidsgerecht,
bestaande uit drie scheidsrechters, waarvan er een benoemd zal worden door elke Overeenkomstsluitende
Partij, terwijl de aldus gekozen twee scheidsrechters in overeenstemming de derde
zullen benoemen, onder voorwaarde dat zodanige derde scheidsrechter geen onderdaan
is van een der Overeenkomstsluitende Partijen. Elk der Overeenkomstsluitende Partijen
moet een scheidsrechter aanwijzen binnen twee maanden na de datum waarop de ene Partij
aan de andere Partij een diplomatieke nota overhandigt, waarin een scheidsrechterlijke
uitspraak in het geschil gevraagd wordt, en omtrent de derde scheidsrechter moet binnen
een maand na zulk een periode van twee maanden overeenstemming bereikt worden.
Indien een der Overeenkomstsluitende Partijen in gebreke blijft haar scheidsrechter
aan te wijzen of indien omtrent de derde scheidsrechter geen overeenstemming bereikt
wordt, dan zullen de vacatures, die daardoor zijn ontstaan, vervuld worden door de
personen, die op verzoek van een der Overeenkomstsluitende Partijen door de Voorzitter
van de Raad van de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie worden aangewezen.
-
4) Indien en zolang als een der Overeenkomstsluitende Partijen of een aangewezen luchtvaartmaatschappij
van een der Overeenkomstsluitende Partijen in gebreke blijft zich te houden aan een
beslissing die volgens lid 2) van dit Artikel gegeven is, kan de andere Overeenkomstsluitende
Partij alle rechten of voorrechten, die zij krachtens deze Overeenkomst aan de in
gebreke blijvende Overeenkomstsluitende Partij of aan de aangewezen luchtvaartmaatschappij
van die Overeenkomstsluitende Partij of aan de in gebreke blijvende aangewezen luchtvaartmaatschappij
heeft verleend, beperken, onthouden of intrekken.
Artikel X
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Indien een der Overeenkomstsluitende Partijen het wenselijk acht de bepalingen van
deze Overeenkomst te wijzigen, kan zij verzoeken dat de luchtvaartautoriteiten van
de beide Overeenkomstsluitende Partijen overleg plegen. Zodanig overleg moet aanvangen
binnen een termijn van 60 dagen van de datum van het verzoek af. Wanneer de luchtvaartautoriteiten
tot overeenstemming komen aangaande wijzigingen van de Overeenkomst, zullen zodanige
wijzigingen in werking treden wanneer zij zijn bevestigd door een Notawisseling langs
diplomatieke weg.
Artikel XI
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan te allen tijde aan de andere mededeling
doen van haar wens deze Overeenkomst te beëindigen. Zulk een mededeling zal tegelijkertijd
worden gedaan aan de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie. Indien een
zodanige mededeling wordt gedaan, zal deze Overeenkomst ophouden te bestaan 12 maanden
na het tijdstip, waarop de mededeling door de andere Overeenkomstsluitende Partij
is ontvangen, tenzij de mededeling van opzegging in onderling overleg wordt ingetrokken
voordat die termijn is verstreken. Bij gebreke van een ontvangstbevestiging van de
mededeling door de andere Overeenkomstsluitende Partij, zal de mededeling geacht worden
te zijn ontvangen veertien dagen na de ontvangst van de mededeling door de Internationale
Burgerlijke Luchtvaart Organisatie.
Artikel XII
[Regeling vervallen per 02-08-2020]
Deze Overeenkomst, met inbegrip van de bepalingen van de daarbij behorende Bijlage,
zal in werking treden op de dag van ondertekening.