HOOFDSTUK I. Gemeenschappelijke bepalingen
-
1 Voor de arbeiders, die achtereenvolgens of om beurten in het ene en het andere land
onderworpen zijn geweest aan de bijzondere wetgeving of regeling voor de mijnarbeiders,
werden de verzekeringstijdvakken of tijdvakken van premiestorting, in het ene of andere
land vervuld, alsmede de tijdvakken, welke volgens bedoelde wetgeving of regeling
met verzekeringstijdvakken zijn gelijkgesteld, tezamen in aanmerking genomen, zowel
met het oog op de vaststelling van het recht op uitkeringen ingevolge de ouderdoms-
en invaliditeitsverzekering en de verzekering bij overlijden (pensioenen) als met
het oog op het behoud of het terugverkrijgen van dit recht.
-
2 Arbeidstijdvakken, welke ingevolge de bijzondere wetgeving of regeling, geldende voor
mijnarbeiders van een der beide landen, aangemerkt worden als tijdvakken van ondergrondse
arbeid, worden eveneens beschouwd als tijdvakken van ondergrondse arbeid ten aanzien
van de wetgeving of regeling van het andere land.
Een tijdvak, dat gelijkgesteld wordt met een verzekeringstijdvak of tijdvak van premiestorting
wordt bij toepassing van de wetgeving of regeling van beide landen slechts in aanmerking
genomen door het orgaan van het land, waar de belanghebbende het laatst, vóór het
bedoelde tijdvak, in een mijn werkzaam is geweest.
Indien de belanghebbende vóór bedoeld tijdvak niet werkzaam is geweest in een mijn,
wordt dit tijdvak in aanmerking genomen door het orgaan van het land, waar hij voor
de eerste maal in een mijn arbeid heeft verricht.
Elk orgaan bepaalt overeenkomstig de eigen wetgeving of regeling en rekening houdend
met het totaal der verzekeringstijdvakken of tijdvakken van premiestorting, zonder
onderscheid, in welk land deze werden vervuld, of een belanghebbende voldoet aan de
voorwaarden om aanspraak te hebben op de voordelen voorzien bij die wetgeving of regeling.
Het orgaan bepaalt het bedrag van de uitkering in geld, waarop een belanghebbende
in beginsel aanspraak zou kunnen maken, indien alle verzekerings- of premietijdvakken
uitsluitend onder de eigen wetgeving of regeling zouden zijn vervuld. Het verschuldigde
bedrag wordt vastgesteld in verhouding tot de duur der tijdvakken, welke onder bedoelde
wetgeving of regeling werden vervuld.
Evenwel zullen geen uitkeringen ten laste komen van een orgaan, wanneer de tijdvakken,
vervuld overeenkomstig de wetgeving of regeling, met welker uitvoering dat orgaan
belast is, in totaal niet tenminste een vol jaar belopen; onder een vol jaar wordt
hier verstaan het jaarlijks minimum aantal werkelijke arbeidsdagen of daarmede gelijkgestelde
arbeidsdagen, bedoeld bij die wetgeving of regeling.
De uitkering, bedoeld in (het) tweede lid van dit artikel omvat alle onderdelen, voorzien
bij de nationale wetgeving of regeling, met uitzondering van de uitkeringen bedoeld
in artikel 18.
Indien ingevolge de sociale zekerheidswetgeving van een der beide landen bij de toekenning
van uitkeringen rekening wordt gehouden met het gemiddeld loon gedurende het gehele
verzekeringstijdvak of een gedeelte van dat tijdvak, wordt voor de berekening van
de uitkeringen, welke ten laste van dat land komen, het gemiddeld loon dat in aanmerking
moet worden genomen, bepaald aan de hand van de lonen, welke gelden gedurende het
verzekeringstijdvak, vervuld onder de sociale zekerheidswetgeving van dat land.
Wanneer een verzekerde met inachtneming van het totaal der tijdvakken van verzekering
op hetzelfde tijdstip niet voldoet aan de bij de wetgeving of regeling van beide landen
voor het recht op uitkering gestelde voorwaarden, wordt dat recht overeenkomstig elke
wetgeving of regeling vastgesteld, naarmate hij aan de gestelde voorwaarden voldoet.
Is een verzekerde, op grond van zijn werkzaamheden in een mijn of een daarmede gelijkgestelde
onderneming, slechts in één der beide landen onderworpen geweest aan de bijzondere
wetgeving of regeling, geldende voor de mijnarbeiders, dan zal ter toepassing van
de artikelen 3 tot en met 7 van de onderhavige Overeenkomst, het verzekeringsorgaan,
dat in dat land met de uitvoering van deze wetgeving of regeling belast is, rekening
houden met de verzekeringstijdvakken of tijdvakken van premiestorting in beide landen,
tijdens die werkzaamheden vervuld.
Van zijn kant zal het bevoegde verzekeringsorgaan van het andere land rekening houden
met de verzekeringstijdvakken of tijdvakken van premiestorting tijdens die werkzaamheden
in de beide landen vervuld, zulks ter toepassing van het Algemeen Verdrag of van de
Accoorden, gesloten ter uitvoering van dat Verdrag, voor verzekerden, onderworpen
aan het algemeen geldende verzekeringsstelsel.
HOOFDSTUK II. Ouderdomsverzekering
Elke belanghebbende kan, op het ogenblik, dat zijn recht op uitkering ontstaat, afzien
van de voordelen, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 7 van de onderhavige Overeenkomst.
De uitkeringen waarop hij dan krachtens elk der nationale wetgevingen of regelingen
aanspraak kan maken, worden afzonderlijk vastgesteld door de betrokken organen, onafhankelijk
van de verzekeringstijdvakken of de daarmede gelijkgestelde tijdvakken vervuld in
het andere land.
De verzekerde is bevoegd opnieuw te kiezen tussen de voordelen van bovenaangehaalde
artikelen en die bepaald bij dit artikel, indien hij er belang bij heeft dit te doen
en wel in de navolgende gevallen:
-
1. in verband met een wijziging van een der nationale wetgevingen of regelingen;
-
2. in geval van verhuizing van het ene naar het andere land;
-
3. in het geval, voorzien bij artikel 7 van deze Overeenkomst, op het moment, dat hij
een nieuw recht op pensioen verkrijgt krachtens een der wetgevingen of regelingen,
welke op hem van toepassing zijn.
De aanvullende schadeloosstelling en de bijzondere bijslag, voorzien bij de Franse
wetgeving, worden slechts uitgekeerd aan de belanghebbenden, die in de Franse mijnen
werkzaam zijn.
HOOFDSTUK III. Invaliditeitsverzekering
Het recht op invaliditeitspensioen kan nimmer eerder ontstaan dan nadat de belanghebbende
uitkering van ziekengeld heeft genoten over de maximumtermijn, voorzien bij de wetgeving
of regeling van het land, waar hij werkzaam was, toen het ongeval of de ziekte, welke
de invaliditeit tengevolge heeft gehad, hem overkwam.
Het pensioen vanwege beroepsinvaliditeit, voorzien bij de bijzondere wetgeving of
regeling, geldende voor mijnarbeiders van een der beide landen wordt slechts uitgekeerd
aan verzekerden, die, toen het ongeval of de ziekte, welke de invaliditeit tengevolge
heeft gehad, hun overkwam, aan die wetgeving of regeling onderworpen waren en tot
het tijdstip van de toekenning van dat pensioen hun woonplaats hadden in het land,
waar die wetgeving van toepassing is.
Indien degene, aan wie een pensioen is toegekend, de arbeid buiten dat land hervat,
wordt de uitbetaling van het pensioen gestaakt.
Wanneer de verzekerde niet voldoet aan de voorwaarden, welke bij de ene of de andere
wetgeving, geldende voor de mijnarbeiders van beide landen, voor de toekenning van
een invaliditeitspensioen zijn gesteld, worden de bepalingen van artikel 9 van het
Algemeen Verdrag toegepast.
Indien de verzekerde, na schorsing of intrekking van zijn invaliditeitspensioen, daarop
opnieuw aanspraak kan maken, wordt, indien de invaliditeit het gevolg is van de ziekte
of het ongeval, op grond waarvan het pensioen was toegekend, de uitbetaling van het
pensioen hervat door het orgaan, dat het pensioen oorspronkelijk heeft toegekend.
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de pensioenen vanwege beroepsinvaliditeit,
voorzien zowel bij de Nederlandse wetgeving, als bij de Franse wetgeving.