MINISTERIE
VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Parijs, 17 augustus 1960.
Mijnheer de Zaakgelastigde,
Het Aanvullend Akkoord met betrekking tot het Algemeen Verdrag tussen Frankrijk en
Nederland van 7 januari 1950 heeft de bepalingen van het Frans-Nederlandse Algemene
Verdrag inzake de sociale zekerheid van dezelfde datum uitgebreid tot de loonarbeiders
en de met dezen gelijkgestelden van Poolse nationaliteit, die beurtelings of achtereenvolgens
in Frankrijk of in Nederland werkzaam zijn of werkzaam geweest zijn.
In verband met artikel 2 van dat Akkoord, dat bepaalt: „Voor zover de bepalingen van
het in artikel 1 bedoelde Verdrag het genot van zekere voordelen afhankelijk stellen
van voorwaarden betreffende de woonplaats, hebben deze slechts betrekking op de woonplaats
binnen het gebied van Frankrijk of van Nederland.”, waren de bepalingen van het Frans-Nederlandse
Algemene Verdrag inzake de sociale zekerheid tot op heden niet van toepassing op de
in Polen verblijvende Polen.
Ik heb de eer U te doen weten, dat de Franse Regering harerzijds bereid is de in Polen
verblijvende Poolse onderdanen die beurtelings of achtereenvolgens in Frankrijk of
in Nederland werkzaam zijn of werkzaam geweest zijn, de voordelen toe te kennen van
het Frans-Nederlandse Algemene Verdrag inzake de sociale zekerheid.
Ik zou het op prijs stellen indien U mij wel zou willen doen weten of de Nederlandse
Regering harerzijds genegen is dezelfde faciliteiten aan de in Polen verblijvende
Poolse onderdanen te verlenen.
Voor het geval dat het antwoord van de Nederlandse Regering bevestigend zou zijn,
heb ik de eer U voor te stellen, dat deze briefwisseling wordt geacht een overeenkomst
terzake tussen onze beide Regeringen in te houden.
Deze overeenkomst zal overeenkomstig de in elk der beide landen van kracht zijnde
grondwettelijke bepalingen worden goedgekeurd.
Zij zal in werking treden de eerste dag van de maand welke volgt op de wisseling der
kennisgevingen waarin over en weer wordt vastgesteld, dat aan die bepalingen is voldaan.
Gelief, Mijnheer de Zaakgelastigde, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting
wel te willen aanvaarden.
(w.g.) COUVE DE MURVILLE
Jonkheer B. E. Quarles van Ufford
Tijdelijk Zaakgelastigde der Nederlanden
Ambassade der Nederlanden
te Parijs.