MINISTERIE VAN
BUITENLANDSE ZAKEN
Parijs, 30 December 1949.
Mijnheer de Ambassadeur,
De Verdragen tussen Nederland en Frankrijk, die ondertekend zijn op de 30e December
1949 en die strekken ter voorkoming van dubbele belasting enerzijds inzake belastingen
van inkomsten en anderzijds inzake buitengewone belastingen op het vermogen en op
de vermogensaanwas, bepalen onderscheidenlijk in hun artikelen XXII en VIII, dat de
beide verdragsluitende Staten bepaalde inlichtingen zullen uitwisselen, geëigend om
een richtige regeling mogelijk te maken van de belastingen, waarop zij betrekking
hebben.
Deze artikelen zijn echter in algemene bewoordingen vervat en zij stellen niet in
bijzonderheden vast, welke inlichtingen de belastingadministraties van de beide landen
eikander hebben te verschaffen.
De Nederlandse delegatie en de Franse delegatie hebben tijdens de onderhandelingen,
die geleid hebben tot de ondertekening van de Verdragen, inderdaad erkend, dat het
van belang zou zijn dat de voorwaarden, waaronder de uitwisseling van inlichtingen
zal moeten plaats hebben, alsmede de juiste aard van deze inlichtingen, nauwkeurig
worden omschreven in een briefwisseling tussen de Regeringen van de beide verdragsluitende
Staten.
Ik heb de eer U te laten weten, dat de Franse Regering zich accoord verklaart met
de volgende bepalingen, waarover de delegaties tot overeenstemming zijn gekomen in
de loop van hun besprekingen.
De Nederlandse en de Franse Regering nemen aan, dat de lijsten A en B, die bepaalde
inlichtingen opsommen, die door de beide onderscheiden administraties zullen worden
verstrekt, de uitvoering vormen van artikel XXII van het Verdrag met betrekking tot
dubbele belasting inzake belastingen van inkomsten en van artikel VIII van het Verdrag
met betrekking tot dubbele belasting inzake buitengewone belastingen op het vermogen
en op de vermogensaanwas.
Ieder van de twee Regeringen behoudt zich het recht voor om, in voorkomend geval,
aan de Regering van de andere Staat te vragen deze lijsten aan nieuwe omstandigheden
aan te passen. De lijsten
Aan Zijne Excellentie
Baron van Boetzelaer van Oosterhout,
Ambassadeur van Nederland,
Parijs.
zullen, na overleg, en onder voorbehoud van de bepalingen van de bovenbedoelde artikelen
in gemeenschappelijk overleg kunnen worden gewijzigd en aangevuld.
De Nederlandse Regering heeft de Franse Regering ingelicht, dat zij, in de tegenwoordige
omstandigheden, niet in staat is aan de Franse administratie inlichtingen te verstrekken
met betrekking tot derden, afkomstig van banken of daarmede gelijkgestelde instellingen
(met name verzekeringsmaatschappijen), die zij te harer beschikking zou mogen hebben.
De Franse Regering, zich overigens beroepende op het recht, dat haar voorbehouden
is bij de hiervoorgaande voorlaatste alinea, aanvaardt dit standpunt.
Behoudens deze opmerkingen, worden de lijsten van inlichtingen, vastgesteld in gemeenschappelijk
overleg, hieronder weergegeven:
LIJST A
Uitwisseling van inlichtingen, voorzien in artikel XXII van het Verdrag met betrekking
tot dubbele belasting inzake belastingen van inkomsten
De belastingautoriteiten van iedere Staat zullen ambtshalve, in de vorm van uittreksels
uit akten of uit de registratie of renvooien, aan de belastingautoriteiten van de
andere Staat toezenden:
-
1. Akten, inhoudende oprichting, wijziging of opheffing van maat- of vennootschappen,
andere dan vennootschappen op aandelen, indien tenminste een van de vennoten zijn
fiscale woonplaats heeft in de andere Staat.
-
2.
-
a) Voor wat betreft Nederland, inschrijvingen en doorhalingen in de registers van de
Kamers van Koophandel van ondernemingen geheel of ten dele in het bezit van personen,
die hun fiscale woonplaats in Frankrijk hebben.
-
b) Voor wat betreft Frankrijk, de overgang van handelszaken (fonds de commerce) geheel
of ten dele verkregen of afgestaan door personen, woonachtig in Nederland.
-
3. Akten van verkoop, van schenking, van licitatie, van deling, van ruil, van overdracht,
van pacht en in het algemeen van alle overeenkomsten, overdracht, aanwijzing of toewijzing
bevattende van eigendom, vruchtgebruik of genot van onroerende goederen, gelegen in
de andere Staat of verleden door personen, woonachtig in die Staat.
-
4. Vestigingen van hypothecaire vorderingen ten voordele van personen, woonachtig in
de andere Staat, afstand, subrogatie, overdracht door schenkingen, successie of legaten
alsmede delingen strekkende tot toewijzing of toekenning van bedoelde vorderingen,
ten voordele van dezelfde personen.
-
5. Huwelijksovereenkomsten, indien de echtgenoten of een van hen geboren of woonachtig
zijn in het andere land of indien de gegeven of ingebrachte zaken daar geheel of ten
dele zijn gelegen; testamenten, indien de erflater in het andere land woont; tenslotte,
alle voorkomende beschikkingen of elke akte, waarvan de uitwerking afhankelijk is
van een sterfgeval, en die in dat land gelegen zaken tot onderwerp zou hebben.
-
6. Inventarissen opgemaakt na sterfgevallen op het grondgebied van de andere Staat, indien
daarin de vermelding of omschrijving voorkomt van eigendomsbewijzen van roerende of
onroerende zaken door de overledene binnen die Staat bezeten.
-
7. Inlichtingen voorkomende in successiememories of akten van schenking betrekking hebbende
op de overgang van zaken behorende tot het vermogen van personen woonachtig in Frankrijk
of overgedragen aan personen woonachtig in Frankrijk.
-
8. Inlichtingen voorkomende in successiememories of akten van schenking voor wat betreft
schulden aangegaan met personen woonachtig in het andere land.
-
9. Inlichtingen, die de belastingautoriteiten van ieder land zullen kunnen inwinnen voor
wat betreft de verdeling, onder de voorwaarden bedoeld in de artikelen IV tot VII
van het Verdrag met betrekking tot dubbele belasting inzake belastingen van inkomsten,
van winsten behaald door ondernemingen, die vaste inrichtingen bezitten in de beide
landen.
-
10. Inlichtingen betreffende traktementen, salarissen, pensioenen en lijfrenten, betaald
in een van de beide Staten aan personen woonachtig in de andere Staat.
-
11. Inlichtingen, die de autoriteiten van een van de beide Staten in voorkomende gevallen
zullen kunnen inwinnen betreffende onroerende eigendommen, bezeten in die Staat door
natuurlijke of rechtspersonen, woonachtig in de andere Staat.
-
12. Inlichtingen — verkregen van de aangiften, ondertekend door de schuldenaren van inkomsten
— betreffende de interest van vorderingen en de inkomsten (roerende en onroerende,
rechten voor het gebruik van patenten, modellen, fabrieksmerken, geheime werkwijzen
of fabricatierecepten, winsten op het gebied van nijverheid, handel, landbouw, enz.
....), vast of veranderlijk, die hun bron in een van de beide Staten hebben en ten
voordele komen van personen, woonachtig in de andere Staat.
-
13.
-
a) Voor wat betreft Nederland, de lijst met de opgave van hun woonplaats van de Franse
onderdanen, woonachtig in Frankrijk, die in Nederland belast zijn voor de grondbelasting
en voor de belastingen op inkomsten en vermogen.
-
b) Voor wat betreft Frankrijk, de lijst met de opgave van hun woonplaats van de Nederlandse
onderdanen, woonachtig in Nederland, die in Frankrijk belast zijn voor de inkomstbelasting
van natuurlijke personen (proportionele belasting en progressieve „surtaxe”) of voor
de vennootschapsbelasting.
Onafhankelijk van de inlichtingen, ambtshalve uitgewisseld overeenkomstig de bepalingen
hiervoor genoemd, zal de administratie van ieder land aan die van het andere land,
onder de voorbehouden gemaakt in artikel XXII van het Verdrag met betrekking tot de
belastingen van inkomsten, inlichtingen kunnen vragen, betreffende bepaalde gevallen.
LIJST B
Uitwisseling van inlichtingen, meer in het bijzonder bestemd om de toepassing van
het Verdrag met betrekking tot dubbele belasting inzake buitengewone heffingen op
het vermogen en de vermogensaanwas te verzekeren
Voor de heffing van de buitengewone belastingen zullen de belastingadministraties
van de beide Staten elkander wederkerig, Nederland ten aanzien van de belastingplichtigen
woonachtig in Frankrijk, Frankrijk ten aanzien van de belastingplichtigen woonachtig
in Nederland, de volgende inlichtingen verstrekken:
I. Inlichtingen, ambtshalve verstrekt
-
1. De inlichtingen met betrekking tot de overtredingen, voor wat betreft de wetgeving
tot het overmaken van deviezen, van 1940 af tot en met 1945.
-
2. De inlichtingen met betrekking tot de omwisseling van bankbiljetten.
-
3. De inlichtingen met betrekking tot hypothecaire vorderingen op goederen gelegen in
het ene of het andere van de beide landen.
-
4. De inlichtingen met betrekking tot de andere vorderingen, waarvan de schuldenaar niet
een bank is, voor zover het bestaan van dergelijke vorderingen bekend geworden is
door het onderzoek van aangiften, ondertekend met het oog op de heffing van de buitengewone
belastingen.
-
5. De inlichtingen over de schulden van belastingplichtigen, die haar oorsprong vinden
in licentieovereenkomsten of andere overeenkomsten, die de betaling van royalties
medebrengen, alsmede over de lijfrenten betaald aan personen woonachtig in het ene
of in het andere land, voor zover die inlichtingen beleend geworden zijn door het
onderzoek van aangiften, ondertekend met het oog op de heffing van de buitengewone
belastingen.
-
6. De naam en het adres van personen, die verdacht zijn te hebben samengewerkt met de
vijand tijdens de bezetting.
-
7. De inlichtingen bedoeld in de nummers 2, 3, 4 en 5 zullen slechts verstrekt worden,
wanneer zij betrekking zullen hebben op sommen of waarden, die in hoofdsom 2000 gulden
of 100.000 francs te boven gaan, of, indien het gaat over lijfrenten of royalties,
wanneer zij betrekking hebben op een jaarlijks bedrag, dat gelijk is of hoger is dan
500 gulden of 25.000 francs.
Met betrekking tot de nummers 3, 4 en 5 zal in de inlichtingen rekening worden gehouden
met de toestand, voor wat Frankrijk betreft, bestaande op de 4de Juni 1945 en, voor
wat Nederland betreft, bestaande op de eerste Januari 1946.
II. Inlichtingen, verstrekt op verzoek
-
1. Alle mogelijke inlichtingen, voor zover het personen betreft, die tijdens de bezetting
met de vijand hebben samengewerkt.
-
2. De inlichtingen, die voor de controle van de jaarlijkse belastingen ambtshalve verstrekt
zouden zijn, indien het Verdrag met betrekking tot de belastingen van inkomsten van
toepassing ware geweest van de eerste Januari 1940 af, voor zover deze inlichtingen
betrekking hebben op handelingen, gebeurtenissen of omstandigheden later dan 31 December
1939.
-
3. Elke andere inlichting, betrekking hebbende op het vermogen, voor zover mededeling
daarvan mogelijk is, rekening houdende met de bepalingen van artikel VIII van dit
Verdrag.
Ik zou het zeer op prijs stellen, indien U van Uw kant mij kon laten weten, dat deze
bepalingen eveneens de instemming van de Nederlandse Regering hebben ontvangen.
Gelief, Mijnheer de Ambassadeur, de verzekering mijner zeer bijzondere hoogachting
te aanvaarden.
(w.g.) SCHUMAN