De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,
Door de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau bijeengeroepen te Genève,
en aldaar bijeengekomen in haar twee en dertigste zitting op 8 Juni 1949,
Besloten hebbende verschillende voorstellen aan te nemen betreffende bepalingen ter
regeling van arbeidsvoorwaarden in overheidscontracten, hetgeen het zesde punt is
op de agenda der zitting,
Besloten hebbende, dat deze voorstellen de vorm zullen aannemen van een internationaal
verdrag,
neemt heden, de negen en twintigste Juni negentienhonderd negen en veertig, het volgende
verdrag aan, hetwelk kan worden aangehaald onder de titel „Verdrag betreffende bepalingen
ter regeling van arbeidsvoorwaarden (overheidscontracten), 1949”:
-
4 Contracten waarmee een bedrag uit de overheidskas is gemoeid, dat een grens, vastgesteld
door de bevoegde autoriteit in overleg met de betrokken organisaties van werkgevers
en van arbeiders, waar deze bestaan, niet te boven gaat, kunnen worden uitgezonderd
van de toepassing van dit Verdrag.
-
5 De bevoegde autoriteit kan, in overleg met de betrokken organisaties van werkgevers
en van arbeiders, waar deze bestaan, van de toepassing van dit Verdrag uitzonderen
personen, die een leidende functie bekleden, of wier functie van technische of wetenschappelijke
aard is, en wier arbeidsvoorwaarden niet geregeld zijn in nationale wetten of maatregelen,
collectieve arbeidsovereenkomsten of arbitrale uitspraken, en die gewoonlijk geen
handenarbeid verrichten.
-
1 De contracten, waarop dit Verdrag van toepassing is, moeten bepalingen bevatten, waarbij
aan de betrokken arbeiders lonen (daaronder begrepen toeslagen), een arbeidsduur en
andere arbeidsvoorwaarden worden verzekerd, welke niet ongunstiger zijn dan die, vastgesteld
voor arbeid van dezelfde aard in het betrokken beroep of bedrijf in de streek, waar
de arbeid wordt uitgeoefend,
-
a. bij collectieve arbeidsovereenkomst of andere erkende wijze van onderhandelen tussen
organisaties van werkgevers en van arbeiders, vertegenwoordigende respectievelijk
een aanmerkelijk deel van de werkgevers en arbeiders in het betrokken beroep of bedrijf;
of
-
b. bij arbitrale uitspraak of
-
c. bij nationale wetgeving of maatregelen.
-
2 Indien de arbeidsvoorwaarden, bedoeld in het vorige lid, niet worden vastgesteld op
de daar bedoelde wijze in de streek waar de arbeid wordt verricht, moeten de in de
contracten op te nemen bepalingen aan de betrokken arbeiders lonen (daaronder begrepen
toeslagen), een arbeidsduur en andere arbeidsvoorwaarden verzekeren, die niet ongunstiger
zijn dan
-
a. die, vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst of andere erkende wijze van onderhandelen,
bij arbitrage of bij nationale wetten of maatregelen, voor arbeid van dezelfde aard
in het betrokken beroep of bedrijf in de meest nabijgelegen vergelijkbare streek;
of
-
b. het algemene niveau, in acht genomen in het beroep of het bedrijf waarin de aannemer
werkzaam is, door werkgevers, die in gelijke omstandigheden verkeren.
-
3 De inhoud van de in de contracten op te nemen bepalingen en afwijkingen daarvan zullen
worden vastgesteld door de bevoegde autoriteit, op een wijze, welke het meest passend
wordt geacht gezien de nationale omstandigheden, na overleg met de daarbij betrokken
organisaties van werkgevers en van arbeiders, waar deze bestaan.
-
4 Passende maatregelen moeten worden genomen door de bevoegde autoriteit, door het bekend
maken van de bestekbepalingen of anderzins, teneinde te verzekeren, dat personen,
die op contracten wensen in te schrijven, kennis dragen van de inhoud van de bepalingen.
Waar passende bepalingen betreffende gezondheid, veiligheid en welzijn van de arbeiders,
werkzaam bij de uitvoering van contracten, niet reeds van toepassing zijn krachtens
nationale wettelijke maatregelen, collectieve arbeidsovereenkomst of arbitrale uitspraak,
moet de bevoegde autoriteit alle passende maatregelen nemen ter verzekering van redelijke
voorwaarden op het gebied van de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van de betrokken
arbeiders.
De wettelijke maatregelen of andere bepalingen, welke uitvoering aan de bepalingen
van dit Verdrag geven,
-
1 Afdoende sancties moeten worden toegepast, door weigering te contracteren of anderszins,
indien de bepalingen ter regeling van arbeidsvoorwaarden in overheidscontracten niet
worden nageleefd of toegepast.
-
2 Passende maatregelen moeten worden genomen, door het niet verrichten van de betalingen
in het contract voorzien of anderszins, teneinde de arbeiders in de gelegenheid te
stellen de lonen te ontvangen waarop zij recht hebben.
-
1 Indien het een Lid betreft, wiens territoir grote gebieden bevat, waar, door de dunbevolktheid
of door het stadium van ontwikkeling van het gebied, de bevoegde autoriteit de toepassing
van dit Verdrag onuitvoerbaar acht, kan die autoriteit, na overleg met de betrokken
organisaties van werkgevers en van arbeiders, waar die bestaan, die gebieden van de
toepassing van dit Verdrag uitzonderen, hetzij in het algemeen, hetzij met de uitzonderingen
ten aanzien van bepaalde ondernemingen of beroepen, welke zij geschikt acht.
-
2 Elk Lid moet in zijn eerste jaarrapport betreffende de toepassing van dit Verdrag,
ingediend krachtens artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, aangeven voor welke gebieden het zich voorstelt gebruik te maken van de bepalingen
van dit artikel, en moet de redenen daarvoor opgeven; geen Lid kan na de datum waarop
zijn eerste jaarrapport werd ingediend, een beroep doen op de bepalingen van dit artikel,
behoudens ten aanzien van de aangegeven gebieden.
-
3 Elk Lid, dat gebruik maakt van de bepalingen van dit artikel, moet telkens na verloop
van een termijn, welke ten hoogste drie jaren mag bevatten, in overleg met de betrokken
organisaties van werkgevers en van arbeiders, waar deze bestaan, de mogelijkheid opnieuw
onderzoeken om het Verdrag van toepassing te doen zijn op gebieden, die krachtens
lid 1 uitgezonderd zijn.
-
4 Elk Lid, dat gebruik maakt van de bepalingen van dit artikel, moet in volgende jaarrapporten
de gebieden aangeven ten aanzien waarvan het van zijn recht afstand doet om gebruik
te maken van de bepalingen van dit artikel, alsmede enige vooruitgang gericht op een
steeds verdergaande toepassing van dit Verdrag in die gebieden.
De bepalingen van dit Verdrag kunnen tijdelijk buiten werking worden gesteld door
de bevoegde autoriteit, na overleg met de betrokken organisaties van werkgevers en
van arbeiders, waar deze bestaan, in geval van overmacht of in geval van een noodtoestand,
waardoor het nationale welzijn en de nationale veiligheid in gevaar worden gebracht.
De officiële bekrachtigingen van dit Verdrag zullen worden medegedeeld aan de Directeur-Generaal
van het Internationaal Arbeidsbureau en door hem worden ingeschreven.
-
3 Elk Lid kan bij een nadere verklaring van alle of een deel der voorbehouden, neergelegd
in zijn oorspronkelijke verklaring krachtens het bepaalde onder b, c en d van het
eerste lid van dit artikel, afstand doen.
-
4 Elk Lid kan op enig tijdstip, waarop dit Verdrag overeenkomstig het bepaalde in artikel
14 kan worden opgezegd, aan de Directeur-Generaal een nadere verklaring doen toekomen,
waarbij in enig ander opzicht de inhoud van een vorige verklaring gewijzigd wordt
en de toestand ten aanzien van bepaalde aangegeven gebieden medegedeeld wordt.
-
1 Verklaringen, gezonden aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau
overeenkomstig de leden 4 en 5 van artikel 35 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, moeten aangeven of de bepalingen van het Verdrag ongewijzigd of gewijzigd zullen
worden toegepast in het betreffende gebied; indien de verklaring aangeeft, dat de
bepalingen van het Verdrag met wijzigingen zullen worden toegepast, moet deze aangeven
waarin die wijzigingen bestaan.
-
3 Het betreffende Lid, de betreffende Leden of internationale autoriteit kunnen op enig
tijdstip waarop dit Verdrag overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 opgezegd kan
worden, aan de Directeur-Generaal een nadere verklaring doen toekomen, waarbij in
enig ander opzicht de inhoud van een vorige verklaring gewijzigd wordt en de toestand
ten aanzien van de toepassing van dit Verdrag medegedeeld wordt.
-
1 Ieder Lid, dat dit Verdrag heeft bekrachtigd, kan het opzeggen na verloop van een
termijn van tien jaren na de datum, waarop dit Verdrag van kracht is geworden, zulks
bij een verklaring toegezonden aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau
en door deze in te schrijven. De opzegging wordt eerst van kracht een jaar, nadat
zij is ingeschreven.
-
2 Ieder Lid, dat dit Verdrag heeft bekrachtigd en binnen een jaar na verloop van de
termijn van tien jaren, bedoeld in het vorige lid, geen gebruik maakt van de bevoegdheid
tot opzegging, voorzien in dit artikel, zal voor een nieuwe termijn van tien jaren
gebonden zijn en zal daarna dit Verdrag kunnen opzeggen na verloop van elke termijn
van tien jaren, onder de voorwaarden bedoeld in dit artikel.
-
1 De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau zal aan alle Leden der
Internationale Arbeidsorganisatie kennis geven van de inschrijving van alle bekrachtigingen,
verklaringen en opzeggingen, welke hem door de Leden der Organisatie zullen zijn medegedeeld.
-
2 Bij de kennisgeving aan de Leden der Organisatie van de inschrijving van de laatste
bekrachtiging, nodig voor het van kracht worden van het Verdrag, zal de Directeur-Generaal
de aandacht van de Leden der Organisatie vestigen op de datum, waarop dit Verdrag
van kracht zal worden.
De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau zal aan de Secretaris-Generaal
van de Verenigde Naties mededeling doen, ter registratie overeenkomstig het bepaalde
in artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties, van de volledige bijzonderheden omtrent alle bekrachtigingen, verklaringen en opzeggingen,
welke hij overeenkomstig de voorgaande artikelen heeft geregistreerd.
Telkens wanneer de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau zulks nodig
acht legt deze een verslag inzake de toepassing van dit Verdrag voor aan de Algemene
Conferentie, en gaat na of het wenselijk is de kwestie van de gehele of gedeeltelijke
herziening van het Verdrag op de agenda van de Conferentie te plaatsen.
-
1 Indien de Conferentie een nieuw verdrag aanneemt, houdende gehele of gedeeltelijke
herziening van het onderhavige Verdrag, zal, tenzij het nieuwe verdrag anders bepaalt:
-
a. de bekrachtiging door een Lid van het nieuwe verdrag, houdende herziening, ipso jure
onmiddellijke opzegging van het onderhavige Verdrag medebrengen, niettegenstaande
het bepaalde in artikel 14, onder voorbehoud evenwel, dat het nieuwe verdrag, houdende
herziening, van kracht is geworden;
-
b. met ingang van de datum, waarop het nieuwe verdrag, houdende herziening, van kracht
is geworden, het onderhavige Verdrag niet langer door de Leden bekrachtigd kunnen
worden.
-
2 Het onderhavige Verdrag zal echter van kracht blijven naar vorm en inhoud voor de
Leden, die het bekrachtigd hebben en die het nieuwe verdrag, houdende herziening,
niet bekrachtigen.
De Engelse en de Franse tekst van dit Verdrag zijn gelijkelijk authentiek.